100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
College aantekeningen NVO vak: Onderwijs En Ontwikkelingspsychologie €4,49   In winkelwagen

College aantekeningen

College aantekeningen NVO vak: Onderwijs En Ontwikkelingspsychologie

1 beoordeling
 59 keer bekeken  5 keer verkocht

Deze samenvatting bevat mijn college aantekeningen van het NVO vak Onderwijs en Ontwikkelingspsychologie. Het kan gebruikt worden als voorbereiding op het tentamen. Uitgebreide en duidelijk geschreven college aantekeningen van het NVO vak: Onderwijs En Ontwikkelingspsychologie. Letterlijk uitgeschr...

[Meer zien]

Voorbeeld 5 van de 117  pagina's

  • 9 januari 2021
  • 117
  • 2020/2021
  • College aantekeningen
  • Onbekend
  • Alle colleges
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (6)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: mariekerorije • 2 jaar geleden

avatar-seller
ankewiersema
Onderwijs- en ontwikkelingspsychologie

- Tentamenstof: Educational Psychology Hoofdstuk 1 t/m 12 + alle hoorcolleges
+ artikel
- 6 hoorcolleges)
- Niet te leren: Amerikaanse onderwijssysteem en jaartallen
- Er wordt voornamelijk getoetst op kennis en niet op inzicht


Deel 1:
College 1 H1 & H2
H1. Learning Teaching and Educational Psychology
H2. Cognitive Development

Term onderwijspsychologie:
Al jaren wordt er gediscussieerd wat er precies onder wordt verstaan, sommige
geloven dat het simpelweg toepassen is van psychologische kennis op het dagelijkse
bestaan in het klaslokaal. En anderen geloven dat het toepassen is van
onderzoeksmethodes uit de psychologie om zo het schoolse leven te bestuderen.

Inmiddels is het een zelfstandige discipline met eigen theorieën en
onderzoeksmethodes. Onderzoekspsychologen doen onderzoek naar het lesgeven en
leerprocessen en tegelijkertijd proberen ze het onderwijsbeleid en de praktijk te
verbeteren aan de hand van resultaten uit onderzoeken.

Door de jaren heen is de focus op het onderzoek wel veranderd:
Jaren ’40 en ’50: Individuele verschillen, testen en leergedrag
Jaren ’60 en 70’: Cognitieve ontwikkeling en leren en aandacht voor geheugen
Recent: Invloed van culturele en sociale factoren op leren en ontwikkelen

Een goede leerkracht
- kwaliteit van de relatie met de leerling
- sensitiviteit voor de behoeften van de leerling
- frequente en consistente feedback
- reflectief vermogen
- aanpassen instructie en toetsing
- geloof in eigen competentie in een bepaalde situatie

Zelf-effectiviteit: Het geloof in eigen competentie in een bepaalde situatie
- Leraren maken het verschil in schoolsucces, vooral laag presterende leerlingen
profiteren het meeste.



1

, - Leerkrachten met een hoge mate van zelfeffectiviteit werken doorgaans
harder, meer doorzettingsvermogen juist bij leerlingen die moeilijker te
onderwijzen zijn: door geloof in zichzelf en in de leerling.
- Minder snel burn-out klachten, meer tevreden met baan

Mate van zelf-effectiviteit verhoogt wanneer:
- Er hoge verwachtingen worden gesteld door collega’s
- Leerkrachten zich gesteund voelen door het management.
- Er echte successen met leerlingen behaald worden, leerlingen vooruitgaan
door de manier waarop je lesgeeft.

Uit één onderzoek is gebleken dat als de leraar al hulp biedt voordat leerlingen zelf
proberen dat zij het gevoel kunnen krijgen dat ze zelf niet in staat zijn om zelf tot het
antwoord te komen ‘ik kan het toch nooit’ → motivatie omlaag.

Onderzoeksdesign 1 Correlationeel onderzoek
‘citoscores van 8-12 jarigen hangen samen met hun zelfregulatie’
Onderzoeksmethode: correlationeel onderzoeksdesign → kwantitatief
- Onderzoekt de samenhang tussen variabelen
- Positief/negatief variërend van -1 tot 1.
- Doe dichter de correlatiecoëfficiënt bij -1 of 1 is, hoe sterker de relatie




Positieve correlatie: wanneer
de score op de ene variabele
toeneemt/afneemt neemt de
score op de andere variabele
ook toe/af

Negatieve correlatie: als de
ene variabele toeneemt en de
andere neemt af
Vb: afstand podium concert
toe, prijs ticket neemt af.




Als de mate van zelfregulerende vaardigheden hoger is neemt de score op cito ook
toe. Er zijn uitzonderingen maar je ziet dat er een samenhang is.




2

,Onderzoekspsychologen maken gebruik van dit design en correlaties om
voorspellingen te doen over belangrijke gebeurtenissen in de klas of leerprocessen.

Let op: correlatie is niet causaliteit. Correlatie vertelt ons niets over oorzaak-gevolg




relaties maar puur of er sprake is van een samenhang.




Voorbeeld wel correlatie maar geen causaal verband: meer ijsjes verkocht en meer
verdrinkingen zijn. Er is sprake van een 3e variabele in het spel: de temperatuur. Meer
ijsjes → meer zwemmen → meer verdrinkingen (hangen samen met stijgende
buitentemperatuur)

Onderzoeksdesign 2 Experimenteel onderzoek

- Experiment opgezet om bepaalde hypothese te toetsen → kwantitatief
- Wel een oorzaak-gevolg (causaal verband)
- Controlegroep (condities blijven hetzelfde) en experimentele groep (wordt een
aanpassing gedaan in de variabele)



3

, - RCT: Gouden standaard: twee willekeurige groepen maken en alles hetzelfde
houden behalve 1 variabele. Als er dan verschil optreedt weet je dat dat door
de ene variabele komt. Dit is experimenteel want elke participant heeft
evenveel kans om in een bepaalde groep te komen. Als dit niet het geval is, is
er sprake van quasi-experimenteel.
- Randomisatie
wel: Experimenteel onderzoek (randomisatie)
niet: Quasi-experimenteel (bestaande groepen)

Samengevat experimenteel onderzoek: Er wordt in de experimentele groep een
verandering wordt ingevoerd, er wordt een variabele X aangepast of interventie X
ingezet. En bij de controlegroep verandert er niets in de condities. Dan wordt er
gekeken of er een verandering optreedt en tot een verwacht effect heeft geleid in
variabele Y. Is er na verloop van tijd verandering opgetreden dan weet je dat
variabele X daarvoor gezorgd heeft.

Voorbeeld: Heeft een rekentraining voor leerkrachten (X) effect op de resultaten van
leerlingen (Y)?

Quasi experimenteel: je weet niet zeker of de groepen gelijk zijn. Hierdoor kijken ze
naar de vooruitgang in resultaten in plaats van uiteindelijke eindniveau.

P<.05 → grens voor statistische significantie → als de kans dat een verschil door
toeval is ontstaan kleiner is dan 5% heet dat statistisch significant
Uitslag: stel de resultaten van het rekenonderzoek zijn statistisch significant dan is
dus de kans dat het verschil in vooruitgang met rekenen tussen de ene groep 8 en de
andere groep 8 op toeval berust kleiner dan 5%.

Onderzoeksdesign 3 Single Subject Experimental Design (ABAB-design)

Middels dit type onderzoek kan je kijken haar het effect van een therapie of
interventie van bijvoorbeeld een lesmethode. En een veel gebruikte benadering is het
ABAB-design. Hierbij wordt voor een bepaalde periode het gedrag van een persoon
geobserveerd waarna er een bepaalde interventie ingezet wordt en wordt het gedrag
wederom geobserveerd. Vervolgens ga je weer terug naar de eerste situatie, en valt
de interventie weer weg. En bij de vierde periode voer je de interventie weer in.

A= baseline → periodes zonder interventie
B= interventie → periodes met interventie

Voorbeeld:
- Leerkracht houdt een week lang en observeert bij hoeveel leerlingen van hun stoel
opstaan zonder toestemming of aanleiding → A1
- Leerkracht past complimenten-en-negeer strategie toe (leerlingen die opstaan

4

, negeren en leerlingen die blijven zitten complimenteren) het gedrag wordt
geobserveerd → B1
- De interventie wordt weer weg gehaald en er wordt gekeken hoeveel leerlingen nu
zonder toestemming opstaan → A2
- De interventie wordt weer toegepast met complimenten en negeren → B2.

De eerste keer werd deze interventie als effectief beschouwd en werd er een
toename gezien van zitten blijven en afname (B) Je ziet bij A2 dat als de interventie
weer weggehaald wordt dat dit gedrag weer toeneemt en meer kinderen weer staan.
Je kan dus kijken of een bepaalde interventie effect heeft of ja of nee.




Onderzoeksdesign 4 Klinisch interview

Jean Piaget: hij probeerde het denken van kinderen te begrijpen door gebruik te
maken van klinische interviews.

- Open vragen
- Antwoord van kind is leidend voor de volgende vraag

Case Study: grondig onderzoek gedaan naar 1 persoon of situatie aan de hand van
interviews → kwalitatief

Etnografisch onderzoek: onderzoek naar natuurlijk voorkomende gebeurtenissen van
een bepaalde leefgroep (bijvoorbeeld aspect van cultuur in een samenleving) vb: wat
denken leerlingen van elkaar met ieder eigen cultuur en achtergrond. → kwalitatief



5

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ankewiersema. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67096 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49  5x  verkocht
  • (1)
  Kopen