Samenvatting
Basisboek integrale veiligheid
Hoofdstuk 1 Veiligheid in perspectief
1.1 veiligheid en andere grote thema’s
In april 2015 verschijnt het World Happiness Report.
De hoofdconclusie luidt: Nederlanders zijn gelukkig maar bezorgd over de toekomst. Toenemend
egoïsme en afnemende tolerantie zijn enkele van de andere zaken die Nederlanders zorgen baren.
1.2 Doodsoorzaken en letsels
Het CBS (Centraal Bureau voor Statistiek) hanteert een tweedeling in oorzaken: uitwendige en
inwendige doodsoorzaken.
Uitwendige oorzaken: het overlijden is een direct gevolg van een uitwendige oorzaak. (Bijvoorbeeld:
een ongeval, geweld)
Inwendige oorzaken: het overlijden is een direct gevolg van een inwendige oorzaak. (Bijvoorbeeld:
een ziekte)
De twee meest voorkomende doodsoorzaken zijn kanker en hart- en vaatziekten.
Oorzaken van ernstige letsels
Letsels ontstaan als gevolg van een ongeval of doordat mensen zichzelf of elkaar verwonden. Ze
ontstaan dus door externe oorzaken en zijn daarmee voor een groot deel te voorkomen.
De essentie van integrale veiligheidskunde is het leggen van verbindingen tussen betrokken partijen
en het bundelen van krachten rond een bepaalde aanpak.
De veiligheidskundige houdt zich vaak bezig met kwesties die meerdere slachtoffers tegelijk (kunnen)
maken, kwesties met een groter maatschappelijk risico dan een enkele valpartij of sportblessure.
Integrale veiligheidskundigen worden ingezet om het evenement in goede banen te leiden, niet enkel
en alleen vanwege de grote aantallen te verwachten overlijdens, maar wel vanwege de
verantwoordelijkheid die aan deze of gene zal worden toebedeeld als het fout gaat.
1.3 Ontwikkelingen
Een verandering die al eeuwen voortgaat is de vernetwerking van de samenleving. De essentie van
vernetwerking is dat mensen opgenomen raken in steeds dichtere en tegelijk verder reikende
netwerken van afhankelijkheidsverhoudingen:
Mensen worden mobieler en onderhouden steeds meer afstandelijke contacten;
Staatsvorming zorgde voor een stabiele ondergrond voor eenmaal opgebouwde
relatienetwerken;
Arbeidsdeling werd steeds verder doorgevoerd, met name vanaf de industriële revolutie;
De verstedelijking zette verder door;
Telecommunicatie en digitalisering hebben het onderhouden van contacten vereenvoudigd.
Eén ding is zeker: de samenleving en daarmee het werkveld van de integrale veiligheidskundige is
door al deze ontwikkelingen complexer geworden en meer verweven met technologie.
Maatschappelijke veranderingen
1
,Twee maatschappelijke veranderingen met relevantie voor veiligheid: migratie en economische
ontwikkeling. Het is een feit dat de recente immigratiestromen leiden tot nieuwe en soms verhitte
discussies over grensbewaking, over normen en waarden, over religies, en over criminaliteit.
Ook economische ontwikkelingen houden op verschillende manieren verband met veiligheid.
Op macroniveau: het belang van nationale economieën voor machtsverhoudingen in de wereld en
wat die machtsverhoudingen betekenen voor de politieke stabiliteit in de wereld.
Op het niveau van het individu: een verband tussen armoede en gebrek aan kansen enerzijds en het
schenden van maatschappelijke normen anderzijds.
1.4 Tot slot: bescheidenheid, vaardigheid en volharding
Op micro- en eventueel mesoniveau kan je de veiligheid soms vrij direct verbeteren met concrete
maatregelen, zoals informatiebeveiliging op een afdeling, beschermende maatregelen op de
werkplek of preparatieve maatregelen in een dijkringgebied.
Hoofdstuk 2 Begrippenkader integrale veiligheid
2.2 veiligheid en integrale veiligheid
Veiligheid: de effectieve bescherming van mensen tegen persoonlijk leed, uitgezonderd leed door
ziektes waarvan geen directe uitwendige oorzaak bekend is.
Veiligheidszorg: alles wat mensen doen om hun lichamelijke en geestelijke integriteit te beschermen.
Risico: (R) de kans op een gebeurtenis die de veiligheid bedreigt (p) maal de schadelijke effecten die
daarvan het gevolg zijn. (R=pxE)
Integrale veiligheid: een bepaald veiligheidsprobleem plaats je in een breder perspectief langs vier
verschillende lijnen:
1. Tijd;
2. Ruimte;
3. Sociale netwerken;
4. Kennisgebied.
2.3 Objectieve en subjectieve veiligheid
Objectieve veiligheid: een gemeten niveau op een vooraf vastgestelde schaal van veiligheid. Wat
men dan meet zijn uiterlijk waarneembare verschijnselen. Bijv. door het tellen van het aantal
ongevallen en het aantal slachtoffers daarvan.
Subjectieve veiligheid: de mate waarin mensen zich veilig voelen. Het gaat over de persoonlijke
beleving van veiligheid, het onveiligheidsgevoel of de angst voor criminaliteit. Bijv. soms gaan
mensen niet naar bepaalde plaatsen om zo risico’s te mijden.
2.4 Sociale en fysieke veiligheid
Sociale veiligheid: verwijst naar de mate waarin mensen beschermd zijn en zich beschermd voelen
tegen persoonlijk leed door misdrijven, overtredingen en overlast door anderen.
Fysieke veiligheid (ook wel systemische veiligheid): de mate waarin mensen beschermd zijn en zich
beschermd voelen tegen persoonlijk leed door ongevallen en tegen onheil van niet-menselijke
oorsprong.
2
,2.5 Criminaliteit en leefbaarheid
Criminaliteit: het plegen van misdrijven. De bestrijding van criminaliteit is georganiseerd in de
zogenoemde justitiële keten.
Leefbaarheid: de mate waarin de woonomgeving van mensen past bij hun fysieke en psychische
behoeften. Het is dus een ‘vraagstuk van aansluiting’. Ook heeft leefbaarheid te maken met
afkeurenswaardig gedrag, zoals wildplassen, schreeuwen, hinderlijk parkeren.
2.6 Bedrijf en hoofdthema’s in veiligheid
Er zijn drie hoofdthema’s in veiligheid:
Externe veiligheid
De kans op overlijden door een voorval met een gevaarlijke stof, welk voorval zich afspeelt
binnen een inrichting. Ook risico’s voor buitenstaanders als gevolg van transport van
gevaarlijke stoffen over de weg of door een buisleiding behoren tot het deelgebied van
externe veiligheid.
Interne veiligheid
Het gaat bij interne veiligheid niet om de personen die zich buiten een bedrijf bevinden,
maar juist om de personen die gebruikmaken van, ofwel zich bevinden binnen het systeem
van het bedrijf waar het ongeval zich voordoet (de werknemers). We spreken dan over
arbeidsveiligheid. = de bescherming van werknemers tegen bedrijfsongevallen.
Bedrijfsveiligheid
Mensen in een bedrijf hebben niet alleen te maken met gevaren als gevolg van ongewone
voorvallen binnen dat bedrijf, ze kunnen ook te maken krijgen met gevaren vanuit de
omgeving Bedrijfsveiligheid. De zorg voor bedrijfsveiligheid noemen we
bedrijfsbeveiliging = de bescherming van mensen in het bedrijf tegen gevaren vanuit de
omgeving van het bedrijf.
Hoofdstuk 3 De ketenbenadering
De ketenbenadering is een hulpmiddel voor de aanpak van integrale veiligheidsvraagstukken.
Proactie: het wegnemen van structurele oorzaken van onveiligheid.
Preventie: het nemen van maatregelen om onveiligheid die zich kan voordoen te voorkomen
of vroegtijdig te stoppen, en daarmee ongewenste gevolgen te beperken.
Preparatie: men bereidt zich voor om effectief op te treden wanneer er ondanks de proactie
en preventie toch iets misgaat. hierin spelen de hulpdiensten een rol. Bijv.
ontruimingsplannen.
3
, Repressie: het optreden om de onveilige situatie te beëindigen, hulp te verlenen en de
schade te beperken.
Nazorg: omvat activiteiten die tot doel hebben om terug te keren naar een ‘normale’
situatie. De oude situatie hoeft niet te worden hersteld.
De nazorg omvat vier elementen:
a. Het menselijke elementen bestaat uit opvang van slachtoffers en hulpverleners. Het
beperken van geestelijke schade als gevolg van wat men heeft meegemaakt.
b. Het economische element omvat de schadereductie en bereddering. Het regelen va
vergoedingen of uitkeringen, het herbouwen van een huis enz.
c. Het juridische element verwijst naar het verantwoordingstraject dat vaak al begint
nog voordat de ramp volledig bestreden is of de crisis is afgelopen.
d. Het leerelement verwijst naar het evalueren van de gebeurtenissen. De goede
dingen moeten worden geborgd in de organisatie. Borgen wil zeggen: maatregelen
nemen die ervoor zorgen dat een geslaagde werkwijze bij een volgende gelegenheid
als vanzelfsprekend weer wordt toegepast.
Het Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing van het Ministerie van Infrastructuur en
Milieu noemt proactie en preventie samen risicobeheersing, en preparatie, repressie en nazorg
samen crisisbeheersing.
Het verschil tussen proactie en preventie: bij proactie is nog geen sprake van een bron van
onveiligheid, bij preventie is er wel een bron van onveiligheid en staat men voor de vraag of men wil
anticiperen op een bepaalde onveilige situatie.
3.3 De veiligheidsketen en de cirkel van Deming
De veiligheidsketen is een procesbenadering en leunt op algemenere managementprincipes, speciaal
de verbetergerichte beleidscyclus of de cirkel van Deming of de PDCA-cirkel. Deze bestaat uit vier
elkaar opvolgende fasen:
1) Plan (plannen): beschrijven van de huidige situatie, veiligheidsanalyses uitvoeren, stellen van
doelen.
2) Do (uitvoeren): uitvoeren van de plannen en activiteiten.
3) Check (evalueren): meten, resultaten bestuderen en nagaan in welke mate de gestelde
doelen zijn bereikt.
4) Act (bijstellen): zo nodig formuleren van verbeterpunten voor de volgende planfase.
3.4 De veiligheidsketen nader beschouwd
Cyclisch proces van risicoreductie
Restrisico’s: risico’s die men wel kan vermoeden, maar waartegen redelijkerwijs geen sluitende
maatregelen konden worden genomen.
Kolomdenken: elke partij komt allereerst voor de eigen belangen op en de samenwerking vooral
bekijkt vanuit het standpunt van de eigen organisatie.
Hoofdstuk 4
In dit hoofdstuk wordt een algemeen overzicht gegeven van het proces waarin beleid tot stand komt
en dat is ook van toepassing op veiligheidsbeleid.
4.2 De integrale veiligheidskundige en de actorbenadering
Veel veiligheidsvraagstukken kunnen ook niet door één actor worden opgelost, maar vragen om
samenwerking tussen actoren uit verschillende disciplines: een integrale aanpak.
4