VERBINTENISRECHT & ONDERNEMINGSRECHT
PRAKTISCH BEDRIJFSRECHT
Boek: Praktisch Bedrijfsrecht
Uitgever: Noordhoff Uitgevers
Druk: 4
Auteur(s): Mr. J.W.J Fiers & Mr. L. van Ooosterhout
1
,INHOUDSOPGAVE
INHOUDSOPGAVE ............................................................................................................. 2
HOOFDSTUK 1 ................................................................................................................... 3
HOOFDSTUK 3 ................................................................................................................. 12
HOOFDSTUK 4 ................................................................................................................. 23
HOOFDSTUK 5 ................................................................................................................. 27
HOOFDSTUK 6 ................................................................................................................. 34
HOOFDSTUK 10 ............................................................................................................... 40
2
,HOOFDSTUK 1
1.1 Ondernemingsrecht
Iedereen die een bedrijf wil starten, zal in een vroeg stadium moeten nadenken over de
juridische entiteit, de rechtsvorm. Criteria waarnaar de ondernemer bij zijn zoektocht naar
de beste rechtsvorm zal kijken zijn de tijd, moeite en de kosten om het bedrijf op te richten.
Maar meer dan deze criteria speelt zijn eigen aansprakelijkheid een grote rol bij de
afwegingen met betrekking tot keuze voor de rechtsvorm.
De eerste keuze die de ondernemer moet maken voordat hij aan de uiteindelijke rechtsvorm
toekomt, is of hij een ondernemingsvorm met rechtspersoonlijkheid wil of een
ondernemingsvorm zonder. De eerstgenoemde vorm, ook wel rechtspersoon genoemd, is
een zelfstandig juridisch orgaan. Dat betekent dat een rechtspersoon, net als een natuurlijk
persoon, verplichtingen kan aangaan (art. 2:5 BW). De rechtspersoon zelf kan
overeenkomsten sluiten, mensen in dienst nemen, een pand huren. Wanneer een
rechtspersoon zijn afspraken niet nakomt dan heeft dat voor de schuldeisende klant een
voordeel. Hij heeft namelijk de mogelijkheid om ook privébezittingen van de ondernemer
aan te spreken. Art. 2:3 BW geeft een opsomming van de rechtspersonen in het
privaatrecht.
VOORBEELD
Wendy heeft een bijbaantje als telefoniste in een callcenter. Ze heeft een
arbeidsovereenkomst. Dit callcenter is een rechtspersoon. Wendy heeft al drie
maanden geen reiskostenvergoeding ontvangen terwijl dit wel was afgesproken.
VOORBEELD
Wendy heeft een bijbaantje als telefoniste in een callcenter. Ze heeft een
arbeidsovereenkomst. Dit callcenter is géén rechtspersoon. Wendy heeft al drie
maanden geen reiskostenvergoeding ontvangen terwijl dit wel was afgesproken.
1.2 Eenmanszaak
De eenmanszaak kenmerkt zich door het feit dat er maar één eigenaar is, dat wil zeggen één
verantwoordelijk persoon. Een eenmanszaak kan dus niet worden opgestart met meerdere
personen. Tenzij de één ondergeschikt wordt aan de ander door bijvoorbeeld in loondienst
te gaan. Een eenmanszaak heeft geen rechtspersoonlijkheid. In juridische termen wordt in
zo’n geval gesproken over het feit dat er geen scheiding is tussen het privévermogen van de
ondernemer en het ondernemingsvermogen.
VOORBEELD
Pablo heeft een winkeltje in skatekleding. Het is een eenmanszaak. Hij kan al een tijdje
de rekeningen van een aantal leveranciers niet meer betalen. Hij heeft nog wel wat
spaargeld op de bank en een waardevolle collectie games.
Als de leveranciers uit het voorbeeld morgen op hun strepen gaan staan, dan is Pablo zelf
aansprakelijk omdat er geen scheiding zijn in privévermogen en het
ondernemingsvermogen. Als er geen mogelijkheden meer zijn voor de schuldeisers dan
biedt de wet ze de mogelijkheid het op andere vermogensbestanddelen van Pablo te gaan
3
,verhalen en kunnen zij eisen dat hij zijn spaargeld inzet en eventueel de collectie games
verkoopt.
Als Pablo is getrouwd in gemeenschap van goederen, dan doet zelfs het vermogen van zijn
echtgenoot mee. Overigens betekent het feit dat er bij de eenmanszaak slechts één persoon
is die verantwoordelijkheid draagt en aansprakelijk is, niet dat er ook maar één persoon
werkzaam kan zijn. Er kunnen best meerdere werknemers zijn.
Ongeveer 2/3 van alle NL’se bedrijven is een eenmanszaak. Ondanks de risico’s van
persoonlijke aansprakelijkheid, een aantrekkelijke vorm om een bedrijf te voeren.
Die aantrekkelijkheid zit hem met name in de opstartvereisten. Wie een EZ wil beginnen,
kan dat zonder veel tijd en moeite voor elkaar krijgen. Vrijwel het enige dat dient te
gebeuren, is bij de KvK binnenstappen en de EZ inschrijven in het Handelsregister (art. 5 lid 2
Hrgw). Het overnemen van een EZ is geen eenvoudig traject. Dit heeft onder andere te
maken met het feit dat een de EZ geen rechtspersoon is. Dit betekent namelijk dat de
verkopende partij over zal moeten gaan tot afzonderlijke overdrachtshandelingen van alle
activa en passiva.
1.3 Personenvennootschappen
De drie mogelijke vormen van personenvennootschappen zijn de maatschap, de
vennootschap onder firma (vof) en de commanditaire vennootschap (cv).
1.3.1 Maatschap
Art. 7A:1655 BW geeft de volgende definitie van een maatschap:
‘Maatschap is een overeenkomst, waarbij twee of meerdere personen zich verbinden om
iets in gemeenschap te brengen, met het oogmerk om het daaruit ontstaande voordeel met
elkander te delen.’
De maatschap is een overeenkomst tussen twee of meer personen. De afspraak is vormvrij
en kan zowel schriftelijk als mondeling worden aangegaan. Wat komen die maten, want zo
worden de partijen in een maatschap genoemd, dan overeen? Maten spreken af om iets in
‘gemeenschap te brengen’. Dit houdt in dat alle contractspartijen iets inbrengen in de
onderneming, iets waar de andere maten ook iets aan hebben. Dit kan van alles zijn, zoals
geld, inventaris, een pand, een auto en zelfs alleen arbeid (art. 7A:1662 BW). De
winstverdeling mogen de maten zelf bepalen in de overeenkomst die ze sluiten voordat ze
beginnen. Als er geen duidelijke verdeling is afgesproken dan wordt gekeken naar de hoogte
van de inbreng van de diverse maten (art. 7A:1670 BW). De winstverdeling zal dan naar
evenredigheid plaatsvinden. De winst van de maat die geen geldbedrag maar alleen arbeid
heeft ingebracht, wordt geacht gelijk te zijn met de winst van de maat met de laagste
vermogensinbreng (art. 7A:1670 lid 2 BW).
Een maatschap kan alleen worden opgericht als er een vrij beroep wordt uitgeoefend, een
beroep waar een heel specifieke kennis en kundigheid voor nodig is. In de praktijk komt dit
vaak voor bij huisartsen, fysiotherapeuten, advocaten, notarissen, makelaars en van oudsher
in de agrarische sector. De regels omtrent aansprakelijkheid staan in art. 7A:1679 BW en
verder. De hoofdregel luidt als volgt: de maat die een verplichting aangaat, is daar in eerste
instantie zelf voor verantwoordelijke. Dit betekent dat de maatschap niet aansprakelijk is
4
, voor schulden die één maat heeft gemaakt. Maar op deze hoofdregel bestaan
uitzonderingen. In de volgende gevallen zijn wel alle maten aansprakelijk:
- De handelende maat heeft vooraf een volmacht gekregen van de andere maten. Een
volmacht wordt geacht zet zijn verleend als het gaat om een zogenoemde
beheersdaad. Hieronder worden alle handelingen verstaan die tot de normale
activiteiten behoren van de betreffende maatschap.
- De andere maten hebben achteraf de actie van de handelende maat bekrachtigd.
- De maten hebben gezamenlijk gehandeld.
- De verplichting die de maat is aangegaan is uiteindelijk voordelig voor de maatschap
gebleken.
VOORBEELD
Matthijs is maat in een maatschap van drie makelaars. Hij koopt een pand in Utrecht
van projectontwikkelaar Vast Goed bv voor €150.000. Matthijs vergeet vervolgens te
betalen.
Het voorbeeld kan worden geïnterpreteerd worden als een beheersdaad. Het kopen en
verkopen van huizen zijn normale activiteiten in een maatschap van makelaars. Dat bekent
dat de andere maten ook aansprakelijk zijn. Is het nu zo dat Vast Goed het hele bedrag bij de
tweede of de derde maat kan opeisen? Nee, dat kan niet. De maten zijn voor gelijke delen
aansprakelijk (art. 7A:1680 BW), dus alle drie de maten zullen €50.000 moeten betalen aan
vast Goed bv. dit zal anders zijn als het om een maatschap van fysiotherapeuten gaat.
Handelingen die niet tot de normale activiteiten van een maatschap behoren, handelingen
die dus geen beheersdaad zijn, beschikkingsdaden genoemd.
Net als bij de EZ is het erg gemakkelijk om een maatschap op te richten. Het enige dat moet
gebeuren is een overeenkomst maken met één of meerdere andere maten en de maatschap
vervolgens laten inschrijven in het Handelsregister van de KvK (art. 5 Hrgw).
Het verschil tussen stille en openbare maatschappen
Een openbare maatschap is een samenwerking tussen verschillende personen met een
specifiek beroep die onder een gemeenschappelijke naam naar buiten treden. Dit gebeurt
vaak in de advocatuur en bij artsen. Bij een stille maatschap is er geen sprake van een
gemeenschappelijke naam. Daar blijft de samenwerking dus meer op de achtergrond en
intern. Dit ziet men van oudsher vaker terug in de agrarische sector.
1.3.2 Vennootschap onder firma
Art. 16 van het Wetboek van Koophandel (WvK) bepaalt dat de vof een maatschap is voor de
uitoefening van een bedrijf. Theoretisch zit er tussen deze rechtsvormen dan ook weinig
verschil. Net als bij d EZ en maatschap moet het persoonlijke gegeven van de vennoten
worden ingeschreven in het Handelsregister (art. 23 WvK en 5 Hrgw). Daarnaast komen daar
ook de bijzondere afspraken tussen de vennoten in te staan. Daarbij valt onder andere te
denken aan het doel van de vennootschap en de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de
vennoten (tot welk bedrag mag een vennoot gaan bij het sluiten van de overeenkomsten).
Dit laatste is natuurlijk erg overzichtelijk voor crediteuren en heeft ook gevolgen voor de
aansprakelijkheid.
5