De samenvatting voor de 2e bloktoets van facility management jaar 1. Deze stof komt voor een deel voor in de kennistoets. De samenvatting bevat:
hoofdstuk: 1, 2, 3, 8, 9, 10 en 11
Dit is gebaseerd op de lessen van mijn opleiding dus deze paragrafen zitten er niet in: 2.5, 2.9, 8.6, 8.7, 9.1, 9.5,...
Synergie-effect= het resultaat van de totale samenwerking is groter dan een optelling van de
resultaten van individuele prestaties
Going-concern gedachte= men gaat bij het nemen van management beslissingen uit van de
continuïteit van de organisatie
Interne hoofddoelstelling van organisaties= continuïteit, het voortbestaan van de organisatie
Externe hoofddoelstelling van organisaties= het voldoen in maatschappelijke behoefte
Welvarende Ondernemingen hebben een aantal kenmerken:
- Machtsverdeling in lagen
- Geschoold personeel
- Formele communicatie, regelgeving en methoden
- Werkverdeling naar functie
- Omschreven doelstellingen
3 betekenissen begrip organisatie:
1. functionele organisatiebegrip= effectief op elkaar afstemmen van activiteiten, bv een
marketingcampagne
2. institutionele organisatiebegrip= een organisatie als object bv Philips
3. instrumentele organisatiebegrip= middel waarmee we doelstellingen van de organisatie
kunnen verwezenlijken bv organisatiestructuur
1.2
Bedrijf= een organisatie die goederen en/of diensten voortbrengt met het doel deze op de
afzetmarkt te verkopen
- bedrijven zonder winstoogmerk (non-profit)
- Bedrijven met winstoogmerk (profit)
Onderneming= een bedrijf dat altijd gericht is op het maken van winst
Organisatie is groter dan bedrijfà onderneming is n vorm van bedrijf
1.3
Onderneming
Rechtspersoon
Natuurlijke persoon
,Rechtsvormen met natuurlijke personen:
1. Eenmanszaak à eigenaar is geheel privé aansprakelijk te stellen, hoeft geen jaarstukken
bekend te maken
Voordelen:
- Volledige zelfstandigheid eigenaar
- Grote invloed eigenaar
- Flexibiliteit
Nadeel:
- Eigenaar draagt volledig risico
- Voortbestaan organisatie is afhankelijk van de eigenaar
2. De maatschap à een samenwerkingsovereenkomst tussen personen die zich verbinden om
iets in een gemeenschap te brengen met het doel daaruit ontstane voordeel met elkaar te
delen. Ieder is gelijk aansprakelijk te stellen
3. De vennootschap onder firma à 2 of meer personen samenwerkingsverband
Voordelen:
- Er zijn 2 firmanten aansprakelijk, ieder hoofdelijk
- Firma-akte legt de rechten en plichten vast
- Geen publicatieplicht jaarstukken
Nadelen:
- Firmanten zijn aansprakelijk te stellen met privé vermogen
- Kans op onenighed
- Mogelijkheid van onduidelijkheid over taakverdeling
- Iedere firmant is aansprakelijk voor de ander
4. Commanditaire vennootschapà hetzelfde as vof, alleen onderscheidt tussen beherende en
stille vennoten. Beherende= werkende firmant, stille= winstschieter
- Men kan de stille vennoot aansprakelijk stellen voor het geinvesteerde geld
- De beherende vennoot is aansprakelijk met zijn privévermogen
- Stille vennoot heeft geen invloed op het bedrijfsbeleid
Rechtsvormen behorende bij rechtspersonen
1. Naamloze vennootschap
Rechtspersoonlijkheid= juridisch gezien is de onderneming geheel onafhankelijk van de bezittingen
en schulden van vermogensschaffers
Kapitaal is verdeeld in aandelen. Aandelen zijn ‘aan toonder’, dus niet persoonsgebonden. Hierdoor
zijn de aandelen vrij verhandelbaar
,Zeggenschap is verdeeld in 3 organen:
- Algemene vergadering van aandeelhouders AVA
- Raad van bestuur à verantwoordelijk voor dagelijkse gang van zaken nv
- Raad van commissarissen àoefent toezicht uit op de RvB
Nadelen:
- De nv is verplicht tot het publiceren van jaarstukken
- Kans op vijandelijke overname
2. Besloten vennootschap à vergelijkbaar nv, alleen aandelen niet ‘aan toonder’ maar op naam.
Gevaar voor vijandelijke overnames is dus niet aanwezig
3. Cooperatieve vereniging à vereniging van personen die het behartigen van de belangen van
de leden als doel heeft. Ook sprake van publicatieplicht
1.4
Beoordeling criteria bedrijf:
- Productiviteit
- Effectiviteit
- Efficiëntie
Productiviteit= de verhouding tussen het bereikte of beoogde resultaat en de daarvoor gebrachte
offers
P= R (resultaat)/O (Offers)
Een prestatie van 2 houd in dat het resultaat 2x zo groot is dan de offers, 200%
Maximaal haalbare productiviteit = de productiviteit waarbij gegeven de productiemiddelen, met de
laagste offers het maximale resultaat wordt gerealiseerd
Pmax= Rmax / Omax
Het niet bereiken van de maximale productiviteit ligt aan 2 factoren:
1. Het resultaat is minder dan het maximaal haalbare à bv machine is kapot
2. De gegeven offers waren meer dan minimaal benodigde. à als bv producten zijn afgekeurd
Verhoudingsgetallen= oorzaken van een productiviteit die lager is dan de maximaal haalbare:
effectiviteit en efficiëntie
Effectiviteit= de verhouding tussen het werkelijk bereikte resultaat en het normresultaat dat men
eigenlijk had moeten halen
Effectiviteit= Rwerkelijk/Rnorm
Efficiëntie= de verhouding tussen de normoffers die men eigenlijk had mogen brengen en de
werkelijk gebrachte offers
, efficiëntie= Onorm/Owerkelijk
1.5
4 redenen managementtheorieën bestuderen:
1. Ze zijn een leidraad bij beslissingen
2. Ze vormen onze visies op organisaties
3. Ze maken ons bewust van de omgeving van het bedrijf
4. Ze zijn een bron van nieuwe ideeën
Hf 2
2.1
4 krachten die dagelijkse gang van management hebben beïnvloedt:
- Protestants-christelijke ethiek ten aanzien van arbeid
- Het kapitalisme
- De industriële revolutie
- Het productiviteitsprobleem
Ad 1:
Door het protestantse geloof geloofden veel mensen in een sober en hardwerkend leven. Alleen zo
zou de schepper je kunnen uitverkiezen voor het hiernamaals. Dat hield voor arbeid in dat de
protestants christenen heel erg hard werkte en zich goed inzetten ten opzichte van andere landen.
Zelfcontrole, verantwoordelijkheid en individualisme
Ad 2:
Door dat een deel van de wereld kapitalistisch was hadden zij vaak een bepaalde indeling van arbeid,
en hun eigen ideeën wat men motiveerde tot die arbeid (Adam Smith 1776). Kapitalisme is
gebaseerd op 4 basisprincipes:
1. De meest efficiënte regulering van de stroom van middelen door de maatschappij wordt
bepaald door de natuurlijke wetten van vraag en aanbod en vrije concurrentie
2. Ieder individu zou vrij moeten zijn in het vergaren van rijkdom
3. Ieder individu zou vrij moeten zijn in het hebben van eigendomsrechten
4. De opdeling van arbeid leidt door specialisatie tot vergroting van productiviteit.
Specialisme: houdt in dat de arbeid wordt verdeeld in kleinere delen waardoor werknemers
specialistische kennis krijgen over hun deel en daardoor er economisch voordeel wordt
verschaft
Ad 3:
De uitvinding v.d. stoommachine 1765 à kondigt industriële revolutie aan
Stoommachine à massaproductie à lagere kosten productie à meer kosten machines à meer
mensen benodigd machines inzetten à verstedelijking want iedereen ging daar waar de machines
waren
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kimmeyers02. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.