Samenvatting – Evidence-based
coachen – Dijkstra & Rondeel
Hoofdstuk 1 – De uitgangspunten van coaching
1.1 – Wat is coaching?
Het woord ‘coach’ komt uit het Engels en betekent ‘koets’. Je kunt dit zien als een metafoor, een
koets helpt mensen van A naar B, de plek waar ze willen zijn, net als een coach. De gecoachte
persoon noemen we de ‘coachee’.
Lange tijd was coaching een vaag begrip, maar in de loop der tijd werd het steeds wat duidelijker. In
2004 gaf de NOBCO de volgende beschrijving van coaching: “Coaching is een gestructureerd en
doelgericht proces, waarbij de coach op interactieve wijze de gecoachte aanzet tot effectief gedrag
door bewustwording en persoonlijke groei, het vergroten van zelfvertrouwen en het exploreren,
ontwikkelen en toepassen van eigen mogelijkheden.” Er zijn nog wel meerdere definities van
coaching te vinden in wetenschappelijke literatuur. Een aantal kenmerken komt daarin steeds terug:
niet-klinische populatie, gericht op leren en stimuleren of faciliteren van verandering, stimuleren
zelfbewustzijn en verbeterde prestatie.
Leren en doen staan centraal bij coaching, het is handelings- en resultaatgericht. Coaching is gericht
op het heden en de toekomst, waar sta je nu en wat is het doel om naartoe te werken?
1.2 – Populariteit van coaching
Coaching kun je professioneel als beroep uitoefenen, maar vaak zijn er ook mensen die wel eens als
coach functioneren, denk aan leerkrachten, pedagogen, studieadviseurs. Dit gebeurt steeds meer,
omdat van mensen verwacht wordt dat ze actief participeren in de samenleving, mensen moeten
zelfredzaam zijn of worden. Als dat niet zelf lukt, kan een coach ingezet worden. Deze nieuwe
maatschappelijke zienswijze is terug te zien op verschillende vlakken:
Participatie en arbeid
Mensen met een uitkering worden geprikkeld om te werken, mensen moeten langer
doorwerken, werknemers en werkgevers worden geacht te investeren in duurzame
inzetbaarheid. Niet iedereen kan dit of denkt dit te kunnen, waarbij in dat geval een coach
ingezet kan worden
Hulpverlening
Van mensen wordt verwacht dat ze eerst zelf of binnen hun sociale netwerk hun ‘boontjes
doppen’ en problemen zelf oplossen. Als dat niet lukt kan een coach ondersteunen bij het
oplossen van problemen.
Onderwijs
Van scholen wordt verwacht dat er passend onderwijs wordt gegeven. Coaches worden
ingezet bij leerlingen die bijvoorbeeld problemen ervaren bij het leren of in hun gedrag.
Maar ook in het hoger onderwijs kunnen coaches ingezet worden om leerlingen te helpen bij
het eigen maken van de leerstof en/of het leren. Op die manier worden ze voorbereid op de
toekomst, waarbij bijleren steeds meer de normale gang van zaken is.
Niet alleen de veranderde kijk op de maatschappij, maar ook de digitalisering speelt een rol.
Veranderingen volgen elkaar snel op, coaches kunnen werknemers helpen bij het omgaan met deze
snelle veranderingen.
Coachen kan intern of extern
Intern: iemand binnen de eigen organisatie (bijv. de leidinggevende)
o Voordeel: weet wat er in de organisatie speelt
o Nadeel: coach kan niet onbevooroordeeld het traject ingaan
, Extern: iemand van buiten de eigen organisatie
Welk van de twee effectiever is, is niet duidelijk en hangt af van de situatie en de kwaliteit en aard
van de relatie tussen coach en coachee
1.3 – Verschillen met andere begeleidingsvormen
Naast coaching kan ook voor een andere begeleidingsvorm gekozen worden, de meest voorkomende
zijn counseling en psychotherapie.
Psychotherapie Coaching
Meest geschikt bij (ernstige) Gericht op de (grotendeels) gezonde
psychische klachten mens
Kennis nodig om te diagnosticeren Ondersteunen bij het bereiken van
GZ-psycholoog, orthopedagoog of doelen
psychiater Bijv. bij stress of lichte psychische
Vaak bij angststoornissen of klachten (piekeren)
depressies Gericht op het heden en de toekomst
Vaak gegraven naar verleden en Meestal minder emotioneel
daardoor emotioneler Gelijkwaardigheid
Gericht op het ‘helen’
Therapeut kan heel sturend zijn
Coaching is vaak minder emotioneel dan psychotherapie, maar er kunnen wel gevoelens naar boven
komen:
Zowel bij psychotherapie, counseling als coaching wordt er een spiegel voorgehouden. De coachee
wordt aan het denken gezet over zichzelf, zijn gedrag, relaties of het verleden. Bij het coachen gaat
het daarbij vooral over het hier en nu. Dit kan wel gevoelens oproepen bij de coachee, stel dat hij
bijvoorbeeld zich realiseert dat hij iets heel anders wil dan waar hij nu staat.
Een vorm die tussen psychotherapie en coaching zit is counseling.
Counseling Coaching
Innerlijke drijfveren en motivaties Gericht op heden en toekomst
Kan naar verleden worden gekeken Coach is volgend
Counselor is volgend Faciliteert en stimuleert proces
Faciliteert en stimuleert proces Accent ligt op doen
Accent ligt op praten
, In de praktijk lopen de begeleidingsvormen vaak wat meer door elkaar. Het kan bijvoorbeeld komen
dat een coachee ernstigere psychische klachten heeft dan eerst gedacht. Het risico daarbij is dat een
coach zonder het door te hebben zich op therapeutisch gebied kan begeven, waar hij de
vaardigheden niet voor heeft.
Een ander belangrijk onderscheid is die tussen coaching en mentoring. In de praktijk wordt vaak een
coach toegewezen wanneer iemand nieuwe vaardigheden moet leren. De coach is in dat geval meer
ervaren en helpt de coachee. Echter, dit is vaak geen coach-coachee relatie, maar een mentor-
leerling relatie. Een mentor heeft dan ook vaak specifieke kennis en ervaring op een bepaald gebied
om dit over te kunnen dragen, een coach hoeft dit niet te hebben. Een mentor is vaak meer een
leraar of adviseur.
1.4 – Kwaliteiten van de coach
Er zijn vele soorten beroepscoaches, denk aan; loopbaancoach, personal coach, lifecoach of een
financiële coach. Daarbij geeft het label aan met welke thematiek de coach zich bezig houdt. De
beroepsnaam kan ook aangeven welke methodiek een coach toepast, denk aan; mindfulnesscoach,
wandelcoach of paardencoach. Tot slot kan ook aangegeven wat de doelgroep is, denk aan;
studentcoach of teamcoach.
Het nadeel hiervan is dat coachees door de zee aan verschillende coaches niet weet bij wie ze het
beste terecht kunnen. Er zijn er ook steeds meer, iedereen mag zich namelijk coach noemen, dit is
geen wettelijk beschermde titel.
Een coach dient wel altijd over een aantal basiscompetenties te beschikken, al is dit in de praktijk
helaas niet altijd vanzelfsprekend. Voor een coachee is het daarom belangrijk zich te verdiepen in de
achtergrond van een coach. Lidmaatschap van een beroepsvereniging biedt daarin vaak al enige
garantie dat een coach bepaalde competenties bezit. Dat verdiepen in de achtergrond van coaches
geldt ook voor bedrijven. Echter blijkt dat die vaak selecteren op andere factoren dan kwalificaties
van een coach.
Er zijn beroepsverenigingen waar coaches lid van kunnen worden. Het doel van deze verenigingen is
om de professionalisering te vergroten en te waarborgen. Heeft een coach een lidmaatschap, dan
voldoet hij aan gestelde kwaliteitseisen.
Het competentieprofiel voor coaches van de NOBCO omvat 8 categorieën:
1. Zelfinzicht
Bewust van eigen waarden, overtuigingen en gedrag en invloed daarvan op het coachen
2. Gerichtheid op zelfontwikkeling
3. Omgaan met het coachcontract of de coachovereenkomst
Stelt verwachtingen en grenzen en leeft deze na
4. Vormgeven van de coachrelatie
Opbouwen en onderhouden van relatie
5. Stelt de coachee in staat inzicht te verkrijgen en te leren
6. Doel- en actiegerichtheid
Laat zien hoe hij te werk gaat en zijn vaardigheden inzet
7. Gebruik van modellen en technieken
8. Evalueren
Informatie over effectiviteit van zijn werkwijze verzamelen, resultaten evalueren
Bij dit competentieprofiel worden 4 niveaus onderscheiden waarop een coach werkzaam kan zijn:
foundation-niveau, practitioner-niveau, senior practitioner-niveau en master practitioner-niveau.