100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Verzekeringsrecht €5,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Verzekeringsrecht

6 beoordelingen
 274 keer bekeken  36 keer verkocht

Een volledige samenvatting van alle stof van het vak verzekeringsrecht. Het bevat alle informatie uit de tutorials/hc's, vragenuurtjes, opdrachten, jurisprudentie en literatuur. Een compleet overzicht van alle stof, inclusief zelf gemaakte stappenplannen en verduidelijkingen van de leerstof.

Laatste update van het document: 3 jaar geleden

Voorbeeld 6 van de 56  pagina's

  • Nee
  • Alle verplichte literatuur
  • 13 januari 2021
  • 13 januari 2021
  • 56
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (10)

6  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: jvdalen97 • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: yasminapower • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: Louise21x • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: naomi97 • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: zy1 • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: freey • 3 jaar geleden

komt 90% overeen met HC's, zie HC's voor extra context en voorbeelden

avatar-seller
uvtannm
Samenvatting Verzekeringsrecht

Week 1

Verzekeren
Risico-overdracht: verzekeraar neemt het risico over van de verzekeringnemer tegen betaling
van een premie.
Risico = kans op bepaald gevolg door de verwezenlijking van een bepaald onzeker feit (let op:
niet het materiële risico wordt overgenomen, maar het financiële risico).

Niet alle risico’s zijn verzekerbaar:
- De te verwachten schade is te groot  bijv. aardbeving, oorlog, pandemie
- De te verwachten schade is niet te berekenen  bijv. cyberrisico’s
- Bij één gebeurtenis heb je veel schade  bijv. terrorisme
- Slecht schadeverloop  bijv. juweliers: dat je flinke schades ziet en dan geweigerd wordt.

Premieberekening
De verzekeraar weet de schadefrequentie en het gemiddeld schadebedrag.
Premie = schadefrequentie x gemiddeld schadebedrag.

Bij het inschatten van de premie spelen 2 onderwerpen:
1) Moreel risico
 De verzekerde is minder voorzichtig (omdat hij weet dat hij verzekerd is)
 Prikkels vanuit verzekering proberen dit op te lossen, door bijv. eigen risico (gedeelte
van risico bij verzekerde laten), verzekering met een maximaal te verzekeren som,
bonus-maluswerking (niet veel schades, dan betaal je minder premie), of het
voorschrijven van maatregelen in de verzekering (bijv. verplichte alarminstallatie of
sprenkelinstallatie)
2) Antiselectie
 Vooral mensen met slechte risico’s (grote kans om met risico geconfronteerd te worden)
zullen verzekeren en mensen met de goede risico’s willen dan niet mee betalen.
 Oplossing: selectie  mensen selecteren en indelen in risicogroepen. Per groep dan
verschillende premies/voorwaarden gebruiken.

Elementen verzekering, artikel 7:925 lid 1 BW
a) De verzekeraar verbindt zich tot het doen van een of meer uitkeringen waaronder blijkens
artikel 7:926 lid 1 BW een prestatie in natura is begrepen
b) De verzekeringnemer moet daarvoor premie betalen
c) Bij het sluiten van de overeenkomst bestaat voor beide partijen onzekerheid met betrekking
tot de uitkeringskant en/of de premiekant
d) De overeenkomst moet voldoen aan de nadere vereisten, gesteld aan de schadeverzekering
(artikel 7:944 BW) of aan die gesteld aan de sommenverzekering (artikel 7:964 BW).

Oud/nieuw verzekeringsrecht
Oud: WVW
 korte artikelen, helder (bedrieglijk) / eenvoudig taalgebruik / bescherming: verzekeraar
(tegen claims die niet deugden) / uitsplitsing in type verzekering (brand, transport e.d.) / niet
duidelijk wat dwingend recht is

Nieuw: BW, afdeling 7.17.
 lange artikelen, ondoorzichtig / ingewikkeld taalgebruik / bescherming: consument /
uitsplitsing: Algemeen, Schade, Sommen / duidelijk aangegeven (semi)dwingend recht



Pagina | 1

,Vastleggen grondbeginselen
- Vertrouwensbeginsel  bij aangaan van de verzekering moet de verzekeraar er op
vertrouwen dat hij de juiste informatie van de verzekeringnemer krijgt en op basis daarvan
gaat hij premie en voorwaarden maken. Er geldt een mededelingsplicht bij het aangaan van
de verzekeringsovereenkomst = de verzekeringnemer moet alle relevante (juist) informatie
aandragen, artikel 7:928 BW.
Zie ook artikel 7:941 BW: meld- en medewerkingsplicht.
- Consumentenbescherming

Regelgeving
 Algemene regels Boek 6 BW van toepassing  als er niks is geregeld in boek 7, dan vallen we
terug op boek 6, want verzekeringsovereenkomst is gewoon wederkerige overeenkomst.
 Boek 3 BW  van toepassing op eenzijdige rechtshandelingen van bijv. verzekeraar:
berichten aan verzekeringnemer voor opzeggen of schadevordering die verjaard is.
 Uitgangspunt: regeling in Burgerlijk Wetboek
 Praktijk: in polisvoorwaarden kan (bij regelend recht) daarvan worden afgeweken !!! 
neem altijd de polisvoorwaarden er bij.
Aan het einde van iedere afdeling in Boek 7 Titel 17 staat of de bepalingen van
dwingend/regelend of semi-dwingend recht zijn.

Verzekeringsovereenkomst, artikel 7:925 BW
Twee contractspartien: verzekeraar en verzekeringnemer  wederkerige overeenkomst.
Uitkering kan in geld of natura (bijv. rechtsbijstandverzekering/glasverzekering).
Uitkering kan ineens of periodiek (bijv. arbeidsongeschiktheidsverzekering).
- Er is contractsvrijheid: verzekeraar mag zelf bepalen wie hij verzekerd en op welke
voorwaarden (grenzen).
1 afwijking: de WAM-verzekering: geen acceptatieplicht maar wel gehouden dekking te
verlenen die minimaal voldoet aan de eisen die in de Wet WAM verplicht worden gesteld.
 Verzekeraar keert uit indien het risico wordt verwezenlijkt.
 Er is onzekerheid bij de partijen over het risico (“onzeker voorval”)  over:
§ dat de uitkering gaat plaatsvinden
§ wanneer uitkering zal plaatsvinden (je weet dat er en voorval gaat zijn, maar niet
wanneer)
§ tot welk bedrag uitkering zal plaatsvinden (je weet zeker dat er een voorval is maar
de omvang van de schade is onduidelijk)
§ hoelang premiebetaling zal duren (denk hierbij aan levensverzekering)
Of er sprake is van een onzekere gebeurtenis, moet bepaald worden door het hele gebeuren in
aanmerking te nemen en niet geoorloofd is daarbij een wezenlijk element ter zijde te laten. Het
moet gaan om een naar de normale loop van de omstandigheden niet te verwachten voorval.

Schadeverzekering versus sommenverzekering (2 soorten verzekeringen)
1) Schadeverzekering, artikel 7:944 BW
 Bescherming van het vermogen van de verzekeringnemer: ‘strekkende tot vergoeding van
vermogensschade die de verzekerde zou kunnen leiden’
 Direct (first party)  verzekeringnemer lijdt zelf direct schade, bijv. bij
brandverzekering
 Indirect (third party)  derde lijdt schade door toedoen verzekerde, omdat de derde de
verzekerde aansprakelijk stelt, wordt het vermogen van de verzekerde indirect
aangetast (schade wordt toegevoegd aan vermogen van de verzekerde), bijv.
aansprakelijkheidsverzekering of rechtsbijstandsverzekering.
 Een schadeverzekering keert uit wanneer de verzekerde als gevolg van een gedekte
gebeurtenis schade oploopt (onzeker voorval).

Pagina | 2

, Voorbeelden: aansprakelijkheidsverzekeringen, inboedelverzekering, opstalverzekering,
reisverzekering, autoverzekering, transportverzekering, CAR-verzekering,
rechtsbijstandsverzekering

Indemniteitsbeginsel, artikel 7:944 jo 7:960 BW (dwingend recht)  kenmerk
schadeverzekering
= dat een schadeverzekering er voor moet zorgen dat de aantasting van het vermogen wordt
weggenomen en dat de verzekeringnemer schadeloos moet worden gesteld. Zijn schade moet
worden vergoed en hij/zij mag niet in een voordeligere positie komen (werkelijke schade moet
vergoed worden, niet meer of minder).
- Soms lijken verzekeringsvoorwaarden in strijd met het indemniteitsbeginsel, bijv. bij
afbranden gebouw krijg je bij herbouwwaarde wel een nieuwer pand, maar daar kunnen wel
dezelfde activiteiten worden uitgeoefend, waardoor de functie en betekenis hetzelfde blijven
en dat levert geen strijd op.

2) Sommenverzekering, artikel 7:964 BW
 Niet van belang is of er wel schade wordt vergoed, kan veel meer dan de werkelijke schade
zijn of veel minder  ‘onverschillig is of en in hoeverre met de uitkering schade wordt
vergoed’ (financieel nadeel is niet vereist)
 Een sommenverzekering keert een vooraf afgesproken bedrag uit bij een gebeurtenis.
 Een sommenverzekering wordt afgesloten op het leven of de gezondheid van een persoon
(persoonsverzekering), artikel 7:925 lid 2 BW.
 Bijvoorbeeld: levensverzekering, arbeidsongeschiktheidsverzekering (hangt van de
omstandigheden af of dit als sommen- of schadeverzekering wordt aangemerkt),
ongevallenverzekering
 Hierbij geldt het indemniteitsbeginsel niet.

Levensverzekering (een type sommenverzekering)
Uitkering bij overlijden of juist in leven zijn van verzekerde op een bepaalde datum: 2 soorten:
- Kapitaalverzekering bij overlijden:
1. Tijdelijk bij overlijden  eenmalige uitkering als verzekerde overlijd vóór
afgesproken tijdstip.
2. Levenslang bij overlijden  altijd als iemand overlijd dan wordt uitkering verricht
door verzekeraar (bijv. uitvaartverzekering).
3. Risicokapitaalverzekering op vaste termijn  als iemand vóór termijn overlijd, en op
afgesproken termijn wordt pas uitgekeerd.
- Kapitaalverzekering bij leven
 juist als je blijft leven krijg je uitkering (om bijv. je hypotheek af te lossen) en als je voor
de afgesproken datum overlijd krijg je geen uitkering.
De ongevallenverzekering wordt niet als levensverzekering beschouwd (artikel 7:975 BW).

Betrokkenen bij verzekering
 Verzekeraar (verbintenis tot uitkering)
- Direct writer: verzekeraar sluit direct de verzekeringsovereenkomst met verzekeringnemer
- Intermediairmaatschappij: tussenpersoon via wie de verzekeringnemer het contract sluit
 Verzekeringnemer = degene die de overeenkomst met de verzekeraar aangaat
- Mededelingsplicht, artikel 7:928 BW  bij begin van overeenkomst moet de
verzekeringnemer vragen beantwoorden.
- Premie betalen (kan op verschillende wijzen – kan ook een achteraf vast te stellen premie
zijn)
- Enige partij die kan opzeggen
- In beginsel is alleen het belang van de verzekeringnemer verzekerd

Pagina | 3

,Overige mogelijke betrokkenen:
 Verzekerde = degene die ingeval van geleden schade krachtens de verzekering recht heeft op
vergoeding (in afdeling 1 aangeduid als ‘degene die recht heeft op uitkering’)
- bijv. moedervennootschap en andere verzekerden zijn dochtervennootschappen, die zijn
dan ook verzekerden, maar niet verzekeringnemer dus.
- bijv. vader is contractspartij (verzekeringnemer) maar moeder en dochter zijn ook
verzekerd.
 Uitkeringsgerechtigde (algemene term uit afdeling 1: geldt dus voor alle verzekeringen)
 Begunstigde (bij levensverzekering de kinderen)  degene die recht heeft op uitkering, dit
kan de verzekeringnemer zelf zijn maar ook een andere aangewezen persoon.
 Tussenpersoon (tussen verzekeraar en verzekeringnemer)
o Adviseert over of een partij zich nou wel of niet zou moeten verzekeren en zo ja
onder welke voorwaarden en bij wie.
o Bemiddelt over de premie/voorwaarden
o Nazorg: als schade optreedt, dan assisteert de tussenpersoon bij het afwikkelen van
de verzekeringsclaim
2 soorten tussenpersonen:
1) Gebonden: aan een verzekeraar. Fouten van de tussenpersoon worden toegerekend
aan de verzekeraar. Want deze tussenpersoon heeft een overeenkomst met de
verzekeraar.
2) Zelfstandig: treed op voor de verzekeringnemer. Als er dan iets fout gaat kan je daar
als verzekeringnemer niks mee, want de tussenpersoon zit in het kamp van de
verzekeringnemer en fouten van de tussenpersoon komen dan voor risico van de
verzekeringnemer.
 Makelaar: zelfstandig tussenpersoon die gerechtigd is om op de assurantiebeurs te werken
(treed op voor verzekeringnemer, zelfstandige tussenpersoon, maar kan als énige naar de
assurantiebeurs).
o Assurantiebeurs: makelaar gaat namens bedrijf daarheen en zegt dat die zich wilt
verzekeren en vraag wie van de verzekeraars dat voor zijn risico wil nemen –
meerdere verzekeraars die nemen een deel voor hun rekening.
o Bemiddeling: kunnen eigen voorwaarden hanteren (kan van belang zijn als deze
onduidelijk zijn).
 Gevolmachtigde (vaak assurantiekantoor)  als gevolmachtigde iets zegt tegen de
verzekeringnemer dan is dat geldig. De verzekeraar wordt dan gebonden.

Verschil gebonden tussenpersoon en gevolmachtigde
Gebonden tussenpersoon: Staat tussen verzekeraar en de verzekeringnemer. Staat er echt
tussen en dat weten beiden partijen. Je gaat echt voor advies en de tussenpersoon geeft opties en
geeft een voorkeur. Hij kan ook iets voor je afsluiten.
Gevolmachtigde: Die komt in de plaats van de verzekeraar. Verzekeringnemer ziet alleen de
gevolmachtigde. En die heeft de volmacht om voor rekening/risico van de verzekeraar iets af te
sluiten. Tussenpersoon doet dat ook maar aparte entiteit. Gevolmachtigde is geen
tussenpersoon, maar moet je zien in de plaats van de verzekeraar.

Herverzekering
(Een deel van) dit risico kan de verzekeraar zelf ook weer verzekeren. Er is dan sprake van
herverzekering.

Verzekering ter beurze (makelaar)



Pagina | 4

,Als meer dan één verzekeraar op dezelfde polis het te verzekeren risico voor een bepaald
gedeelte en de aansprakelijkheid van elk der betrokken verzekeraars niet verdergaat dan ‘elk
voor het aandeel hieronder getekend’.

Geschillenbeslechting
Privaatrechtelijk:
 Burgerlijke rechter is bevoegd, want overeenkomst  inhoudelijk geschil over
overeenkomst.
 Klachteninstituut Financiële dienstverlening (Kifid)  verzekeringnemer kan inhoudelijk
geschil voorleggen. Het Kifid behandelt inhoudelijke klachten tegen verzekeraars en banken.
De geschillencommissie gaat zich inhoudelijk over het geschil buigen en als partijen het er
niet mee eens zijn kunnen ze in hoger beroep bij de Commissie van Beroep (alleen bij
bindend advies + belang hoger dan 25.000 euro).
Voor de verzekeraar is het altijd een bindend advies, maar de verzekeringnemer kan zeggen
dat het niet bindend is.
Voordeel ten opzichte van rechter: makkelijker, goedkoper, laagdrempelig.
De geschillencommissie kan een zaak doorsturen naar de Tuchtraad (kan verzekeringnemer zelf
niet).
 Tuchtraad Financiële Dienstverlening  de tuchtraad behandeld alleen tuchtklachten tegen
verzekeraars. Geen inhoudelijke geschillen, maar hoe de verzekeraar zich heeft opgesteld en
of dat tuchtrechtelijk door de beugel kan.
Belangrijke lijnen uit uitspraken van de tuchtraad:
1. Verantwoordelijkheid verzekeraar voor gedragingen gevolmachtigde  als de
gevolmachtigde tuchtrechtelijk iets verwijtbaars doet, dan wordt dat toegerekend
aan de verzekeraar.
2. Geen verantwoordelijkheid verzekeraar voor handelingen beursmakelaar  dat
beursmakelaar niet netjes handelt, kan je niet toerekenen aan verzekeraar, want
beursmakelaar treed op voor verzekeringnemer en niet voor verzekeraar.
3. Beoordeling (omvang) verplichting schadevergoeding verzekeraar

Bestuursrechtelijk:
 AFM en DNB  houden in de gaten of de verzekeraar zich wel aan bestuursrechtelijke
wetgeving houdt (voorwaarden vergunning/financiële eisen/WFT). Deze partijen kunnen
een sanctie opleggen, in de privaatrechtelijke verhouding kan zo een sanctie uiteindelijk wel
doorwerken.




Pagina | 5

, Week 2

Achtergrond mededelingsplicht
De verzekeraar moet voor het inschatten van het risico ten minste over dezelfde kennis
beschikken als de verzekeringnemer en dat kan alleen met de medewerking van de
verzekeringnemer.

Wetgeving mededelingsplicht bij aangaan overeenkomst
Toepasselijk recht (algemeen) – artikel 7:928-931 BW.
Artikel 7:943 BW – semi-dwingend recht: voor consumentverzekerde van dwingend recht, maar
voor zakelijk verzekerden niet.
Artikel 7:931 BW – exclusieve regeling (hierbij kan je niet terugvallen op boek 3/6 voor de
regelingen van bedrog en dwaling). De verzekeraar kan zich er niet op beroepen en de
verzekeringnemer die dwaalt of bedrogen is wel.

Omvang mededelingsplicht
Hoofdregel: verzekeringnemer dient mede te delen wat van belang is voor de verzekeraar
(spontaan).
Tenzij: aanvraagformulier gebruikt (dan gelden alleen die vragen en geen spontane
mededelingsplicht), artikel 7:928 lid 6 BW. Dan hoeft alleen geantwoord te worden op vragen.
Dit is anders bij voorlopige dekking, zeker in geval van tussenpersoon  alvast voorlopige
dekking en later uitgebreider er op in aan. Dan nog geen formulier, maar wel spontane
mededelingsplicht.

 Artikel 7:928 lid 2 BW – mededelingsplicht geldt ook t.a.v. de meeverzekerde derde. (HR
RVS/Van Scharenburg) – ook de feiten die de derde kent of behoort te kennen moeten
worden medegedeeld. De verzekeringnemer moet mededeling doen van feiten die van
belang zijn voor de beoordeling van het risico van de derde-verzekerde. De
mededelingsplicht van de verzekeringnemer omvat ook hetgeen een hem bekende wiens
belang bij het sluiten van de verzekering gedekt is, had moeten mededelen indien hij zelf
verzekeringnemer was geweest.
De mededelingsplicht van de verzekernemer wordt uitgebreid in die zin dat, ongeacht zijn
eigen wetenschap, de geobjectiveerde wetenschap van de derde aan hem wordt
toegerekend.
De verzekeringnemer kan de verzekeraar niet inlichten omtrent feiten die een derde
betreffen, welke bij het aangaan van de verzekering nog niet bekend zijn.

Wanneer mededelingsplicht?
4 materiële vereisten:
1) Kennisvereiste (‘kent of behoort te kennen’)  je hoeft alleen maar feiten te delen die je
kent of behoorde te kennen.
Artikel 7:928 lid 1 BW. Wordt soms geobjectiveerd: je kan iets niet weten, maar als je het wel
kon weten, had je beter moeten weten en kan je niet je kop in het zand steken.
HR Maarnse broodbezorger: in het kader arbeidsongeschiktheidsverzekering. Vlak na
aangaan bleek dat verzekeringnemer een ernstige aandoening had. Maar voor aangaan
verzekering had hij die aandoening wel al, maar geen klachten. Dat zijn geen feiten die hij
kende, maar dat wordt niet geobjectiveerd: hoorde hij ook niet te kennen, want geen
aanleiding om er van uit te gaan dat hij op dat moment een aandoening had.

2) Relevantievereiste  je hoeft alleen feiten te delen die relevant zijn voor de verzekeraar.
Artikel 7:928 lid 4 BW. Indien opgenomen in vragenlijst is het duidelijk voor de
verzekeringnemer dat het relevant is voor de verzekeraar. Maar er is meer nodig,
uiteindelijk is het de inhoud van het antwoord op de vraag wat relevant moet zijn.


Pagina | 6

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper uvtannm. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 66579 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,99  36x  verkocht
  • (6)
  Kopen