Hoofdstuk 1: school of baantje
Belangrijke begrippen:
Gevangenen dilemma: er moet een keuze gemaakt worden waarbij een keuze uit eigen belang
niet zal leiden tot de optimale uitkomst. De dominante strategie (eigen belang) gaat voor de
optimale uitkomst omdat men de ander niet vertrouwt. Alleen wanneer er een bindende afspraak is
zal er samenwerking ontstaan.
Dominante strategie: is de voordeligste strategie die iemand kiest onafhankelijk van wat de
ander kiest.
Meelifter: profiteren van de inspanningen van een ander zonder daar zelf aan bijgedragen te
hebben
Optimale uitkomst: de uitkomst waarbij beide partijen beter af zijn. In totaal de hoogste
uitbetaling
Suboptimale uitkomst: de uitkomst die ontstaat omdat partijen elkaar niet vertrouwen. Deze
uitkomst is niet optimaal.
Hoofdstuk 2: de jeugd
Consumeren: uitgeven van geld voor behoeftebevrediging
Sparen: niet consumeren van een deel van je inkomen. Hierbij verplaats je de besteding naar de
toekomst. Je stelt consumptie uit.
Lenen: je haalt consumptie naar voren. Je koopt eerst en verwacht later inkomen te ontvangen
waarmee je de lening af kunt lossen.
Ruilen over de tijd: uitstellen of vervroegen van consumptie
Voorraad- en stroomgrootheden
Voorraad is het meten van iets op een bepaald moment.
Stroom is het meten van iets over een bepaalde periode
Hoofdstuk 3: werken en belasting betalen
Loonheffing: bestaat uit loonbelasting en premie volksverzekering, deze wordt ingehouden door
de werkgever en afgedragen aan de overheid. De loonheffing is een voorschot op de
inkomensheffing die achteraf per jaar wordt vastgesteld over het totale inkomen in dat jaar.
Begrippen:
Draagkrachtbeginsel: hogere inkomens moeten in verhouding meer belasting afdragen dan
lagere inkomens
Progressief belastingstelsel: hogere inkomens betalen een gemiddeld hoger
belastingpercentage dan lagere inkomens
Proportioneel stelsel: iedereen betaalt het zelfde belastingpercentage
Degressief stelsel: iedereen betaalt hetzelfde belastingpercentage
Nivelleren: de inkomensverschillen worden na heffing relatief kleiner
Denivelleren: de inkomensverschillen waren relatief groter
Hoofdstuk 4: inkomensongelijkheid
Primair inkomen is loon, pacht, huur, rente en winst.
Secundair inkomen = primair inkomen - ingehouden belastingen en sociale premies = uitkeringen
en subsidies
Het secundaire inkomen is het netto besteedbaar inkomen.
Hoofdstuk 5: waarde toevoegen
Afzet = aantal verkochte producten
Omzet = afzet x verkoopprijs
Winst = omzet - alle kosten
Omzet - inkoop grond en hulpstoffen = toegevoegde waarde
BBP is alle toegevoegde waardes van een heel lang bij elkaar opgeteld
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper bram0811. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.