Complete Pathofysiologie Samenvatting met informatie uit de colleges, practica en de boeken "Functionele Histologie - Junqueira" en "Rubin's Pathology". Geschikt voor o.a. de studie Technische Geneeskunde op de Universiteit Twente (UT) in Enschede. Onderwerpen als wondgenezing, tumorgroei, artheros...
,Introductie Pathofysiologie
Rudolf Virchow is de grondlegger van de pathologie. Schade aan cellen is
de basis van een ziekte wat doorwerkt naar een ander niveau.
Door de vorm van cellen te vergelijken met de “normale” situatie zijn
afwijkingen te herkennen.
Cel- en weefselonderzoek
Cel- en weefselonderzoek wordt gebruikt in de volgende gevallen:
- Diagnostiek: Diagnose stellen bij patiënt met symptomen.
- Screening: Onderzoek, bijvoorbeeld bevolkingsonderzoek.
- Therapie monitoring: Controleren in hoeverre therapie werkt.
- Post-mortem onderzoek: Onderzoek naar bijvoorbeeld doodsoorzaak na overlijden.
- Research
Cellen en weefsels kunnen worden gebruikt voor 2 typen onderzoek:
Cytologisch onderzoek maakt gebruikt van lichaamsvloeistoffen of losse cellen uit het lichaam.
Lichaamsvloeistoffen kan de patiënt zelf afnemen, losse cellen worden los gestreken of geprikt met
een dunne naald door de arts.
- Voordeel: Kan snel worden verzameld.
- Nadeel: Niet het weefsel wordt bekeken, maar losse cellen.
Histologisch onderzoek maakt gebruik van stukjes weefsel. Gebeurt vaak met een holle naald.
Organen moeten goed bereikbaar zijn. Wordt o.a. post-mortem gebruikt.
- Voordeel: Weefselstructuur zichtbaar
- Nadeel: Niet altijd mogelijk
Ponsbiopt: Klein stukje huid wordt gebruikt om onderzoek naar te doen.
Poliepectomie: Met een camera vanuit het rectum wordt gezocht naar poliepjes/tumor in de
darmen. Met het apparaat is het mogelijk om daarnaast kleine biopten af te nemen en later te
onderzoeken.
Resectiepreparaat: Gedeelte van een verwijderde tumor die kan worden onderzocht.
Verwerking weefselmateriaal
Enzymen in het weefsel breken het weefsel direct na uitname af. Het weefsel moet daarom worden
verwerkt. Om het weefsel te bewaren zijn er 2 mogelijkheden:
- Vriescoupe: Snel invriezen van weefsel → in bevroren toestand snijden → drogen en kleuren
o Voordeel: Minder bewerkelijk, geschikt om tijdens ingreep als controle in te zetten.
- Paraffine coupe: Fixeren (stoppen enzymatische afbraak) → ontwateren → inbedden in
paraffine → snijden → paraffineren → kleuren
o Voordeel: Weefsel kan erg lang bewaard worden.
Dunne coupes zijn nodig om voldoende licht door de coupe te laten vallen voor de microscoop.
,Microtoom: Apparaat waarmee coupes worden gesneden.
Let op: Een coupe is een 2D weergave van een 3D weefselstructuur. Afhankelijk van de doorsnede
kan een voorwerp er anders uitziet.
Hoofdgroepen kleuringen
Histochemische kleuring: Chemicaliën die specifieke celcomponenten aankleuren. Histochemische
kleuringen kunnen algemene componenten aankleurenm zoals nucleïnezuren, eiwitten, lipiden of
suikergroepen.
- Voorbeeld: Hematoxyline en eosine (H&E) kleuring.
o Basofiele componenten hebben een netto-negatieve lading en gaan daarom
eenvoudiger een binding aan met basische kleurstoffen. Hematoxyline is blauw van
kleur en basisch.
o Acidofiele componenten hebben een netto-positieve lading en gaan daarom
eenvoudiger een binding aan met zure kleurstoffen. Eosine is rood van kleur en zuur.
Histochemische kleuring Kleurt
Giemsa Bloed, micro-organismen
Sirius Red Collageen
Perls IJzer
Congo Red Amyloïde (eiwit dat neerslaat)
Periodic Acid-Schiff (PAS) Koolhydraat macromoleculen in bindweefsel,
Slijm van o.a. slijmbekercellen in darm
Immuuunhistochemisch: Gelabeld antilichaam hecht met hoge specificiteit aan een molecuul of
celcomponent.
- In situ hybridisatie is het aankleuren van een specifieke DNA of RNA sequence. Met een
gelabelde complementaire DNA of RNA streng, de probe, wordt een sequentie opgezocht.
Wanneer er fluorescent wordt aangekleurd, wordt dit FISH genoemd. Zonder fluorescente
kleuring wordt dit CISH genoemd.
Digitale pathologie
Pathologen kijken steeds meer naar digitale coupes. Algoritmes vereenvoudigen het werk, omdat
afwijkingen makkelijker en sneller kunnen worden gevonden.
Moleculaire pathologie
Verwijdert tumorweefsel kan worden onderzocht op mutaties. Op basis van deze uitkomsten kunnen
patiëntgerichte medicijnen worden toegediend.
,Samenvatting Hoofdstuk 4 Epitheel
Epitheelweefsel bedekt het lichaamsoppervlak en de inwendige organen. Epitheelweefsel heeft twee
belangrijke functies:
1. Bescherming van weefsels
2. Opname/afgifte van stoffen
Epitheelweefsel bestaat uit epitheelcellen die met intracellulaire verbindingen aan elkaar verbonden
zijn. Aan de onderkant zitten ze bevestigd aan een basaal membraan. In epitheel zijn klieren
aanwezig die enzymen en hormonen kunnen uitscheiden.
- Exocriene klieren: Scheiden secreet af in richting van de buitenwereld.
- Endocriene klieren: Scheiden secreet af aan de bloedbaan.
Epitheelweefsel komt op veel verschillende plekken voor en kan afkomstig zijn van het ectoderm,
mesoderm en het entoderm.
- Het ectoderm is de buitenste kiemlaag van een embryo die later o.a. huidepitheel en
slijmvlies van mondholte, neus en anus vormt.
- Het entoderm (ander woord voor endoderm) is de binnenste kiemlaag die later o.a. de
slijmvliezen van ademhalingsorganen, spijsverteringskanaal, lever en pancreas vormt.
- Het mesoderm bekleedt o.a. de bloedvaten met endotheel en bekleding van lichaamsholten
met mesotheel.
Epitheelcellen
Epitheel bestaat uit een laag van epitheelcellen met daaromheen vrijwel géén intercellulaire of
extracellulaire matrix. Stoffen die door het epitheel worden opgenomen passeren het apicale
membraan en het basolaterale membraan (apicale zijde -> basale zijde).
Epitheelcellen kunnen producten als verteringsenzymen aanmaken en uitscheiden. Hiervoor is een
specialisatie aan de apicale zijde nodig. Het epitheel is daarom niet aan beide kanten identiek qua
samenstelling en functie en is daarom gepolariseerd.
Basaal membraan
Het basaal membraan is een dunne grenslaag van ECM aan de
basale zijde en bestaat uit de lamina basalis en de lamina
reticularis met collageen vezels.
De connectie tussen basale lamina en het onderliggende
bindweefsel bestaat uit collageen type VII.
Epitheelcellen zitten via speciale structuren, hemidesmosomen, vast aan de basale lamina. Een
hemidesmosoom zit vast aan actinefilamenten van het cytoskelet en collageenfibers in de lamina
reticularis.
De lamina basalis bestaat uit de lamina densa en lamina lucida.
- Lamina densa: Onderste laag van lamina basalis. Bestaat uit collageen type IV en
proteoglycanen.
- Lamina lucida: Bovenste laag van lamina basalis, tegen epitheelcellen aan. Bestaat
voornamelijk uit glycoproteïne laminine.
,De lamina basalis heeft drie belangrijke functies:
1. Hechtende functie.
2. Filterfunctie voor de uitwisseling van macromoleculen tussen epitheel en bindweefsel.
3. Celdelingsactiviteit en differentiatie van epitheelcellen door binding van groeifactoren.
Intercellulaire verbindingen
Epitheelcellen kunnen een complex vormen met andere cellen. Hiervoor zijn intercellulaire
verbindingen tussen cellen nodig. Deze verbindingen hebben als doel:
1. Occludensverbinding. Afsluiten van intercellulaire ruimtes.
2. Adhearensverbinding. Aanhechting aan andere cellen.
3. Nexusverbinding. Communicatie tussen cellen.
Verbindingen kunnen (onafhankelijk van de functie) een vorm hebben:
De meest apicaal (naar boven) gelegen verbinding tussen epitheelcellen is de tight junction.
Vanwege de vorm en soort verbinding wordt dit wel de zonula occludens (bandvormig, afsluiten van
intercellulaire ruimtes) genoemd. Een tight junction is aanwezig rond de apex (top) van de cel.
De meeste stoffen die het epitheel passeren gaan door de cellen heen. Dit wordt transcellulair of
transcytotisch transport genoemd. De doorlaatbaarheid van het epitheel voor water en opgeloste
ionen bepaald de hoeveelheid richels en groeven van de tight junctions.
Adhearensverbindingen
De zonula adhearens (bandvormig, aanhechting aan andere cellen) wordt verstevigd door cadherins.
Cadherins zijn transmembrane adhesiemoleculen die aan elkaar vastzitten. Aan de cytosolische zijde
zitten CAM moleculen vast aan de cadherins. CAM moleculen zijn om goed te functioneren
afhankelijk van Ca2+. Dwarslopende actinefilamenten vormen samen een terminal web en zitten via
de CAM moleculen vast aan de cadherins.
Het terminal web van actinefilamenten speelt ook een belangrijke rol in het veranderen van
microvilli die het contactoppervlak van de cel vergroten.
Kitlijst: Klassieke benaming van lichtmicroscopie voor zonula occludens en zonula adhearens.
De macula adhearens (puntachtig, aanhechting aan andere cellen) staat wel bekend als een
desmosoom. Een desmosoom bestaat uit cadherins, voornamelijk desmogleïnen. Aan de
cytosolische kant zijn de cadherins verbonden met een aanhechtingsplaat en van daaruit met
cytokeratine filamenten. De cytokeratine filamenten zijn weer verbonden met andere desmosomen
via de aanhechtingsplaat.
In epitheelcellen is het basale membraan verbonden met het lamina basalis met een
hemidesmosoom. Een hemidesmosoom (hemi = half) lijkt op een halve desmosoom.
, Nexusverbindingen
Nexusverbindingen worden wel gap junctions genoemd. Gap junctions zijn de communicatiekanalen
tussen epitheelcellen. Een connexon is een eiwitcomplex die rondom een holte gerangschikt is. De
connexons van de beide epitheelcellen sluiten op elkaar aan en vormen zo een gap junction. Door de
kanaaltjes die ontstaan kunnen ionen, watermoleculen, aminozuren en suikers diffunderen. Het
transport van hormonen, cyclisch AMP/GMP zorgt ervoor dat een groep cellen kan reageren op
signalen.
Nexusverbindingen kunnen snel worden aangemaakt en snel worden afgebroken.
Celoppervlakspecialisatie
Epitheelweefsel kent verschillende celoppervlakspecialisaties:
- Microvilli: Vingervormige uitsteeksels die het contactoppervlak van de cel vergroten.
Hierdoor neemt de uitwisselingssnelheid van stoffen toe. De wand van microvilli is bedekt
met een celcoating van glycolyx. Een functie hiervan is dat de celcoating herkent kan worden
en adhesie mogelijk is. In de microscoop is microvilli zichtbaar als een soort borstelzoom. In
de microvilli zijn actinefilamenten aanwezig die verbonden zijn met het terminal web van de
cel.
o Voorbeeld: In de dunne darm zorgen enkele honderden microvilli ervoor dat de
apicale zijde ongeveer 15-20 keer toeneemt in oppervlakte.
- Stereociliën: Variant van de microvilli die wat langer en meer vertakt is. Komen voor in
organen met zintuigfuncties.
o Voorbeeld: Het geluids- en evenwichtszintuig kennen stereociliën.
- Ciliën (trilharen): Langgerekte uitsteeksels die langer en breder zijn dan microvilli. Ciliën
bestaat uit 2 centrale microtubuli met daaromheen 9 paren microtubuli. Deze structuur
wordt de 9x2+2-configuratie genoemd. Ciliën zitten vast op een bassaal lichaam. Het bassale
lichaam heeft de vorm van een cilindrische organel en zit vast in het terminal web.
o Voorbeeld: Vervoer van slijm en deeltjes in de longen wordt veroorzaakt door ciliën.
- Flagellen: Zelfde structuur als ciliën, maar zijn langer en hebben een andere
bewegingspatroon. Komen alléén voor in spermatozoa omdat ze volledige cellen
verplaatsen.
o Voorbeeld: Verplaatsing van spermatozoa.
Classificatie van epithelia
Epitheelweefsel wordt globaal ingedeeld in bedekkend epitheel en klierepitheel.
Bedekkend epitheel bestaat uit aaneengesloten cellen die het lichaamsoppervlak of organen
bekleden. Afhankelijk van de vorm en het aantal lagen worden ze ingedeeld in verschillende
categorieën:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper exsamenvattingtg. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €12,99. Je zit daarna nergens aan vast.