Verlichting
Week 1: de lange achttiende eeuw
Wat is Verlichting?
Kant: Als je je verstand gebruikt, zal de duisternis van de onmondigheid verdwijnen en wordt je
verlicht
Sapere aude (‘durf te denken’)
Tegenhanger in Frankrijk: de ‘Philosophes’
Verlichte intellectuelen. Critici die hun verstand gebruiken om de mens te begrijpen
Doel: wereld verbeteren
Middelen: rede en empirie
Verlicht mensbeeld:
o Redelijk wezen
o Autonoom subject: zelfdenkend en zelfbesturend
o Sociaal wezen: religie en staat
Niet alleen deel van Gods schepping, maar ook onderdeel van een constructie met
anderen: niveaus van staat/kerk
o Kritisch t.o.v. autoriteit: religie en staat
Iemand die je vertelt wat je moet geloven is verwerpelijkmoeilijke verhouding met
het katholicisme
Geen blinde navolging van bronnen
o Geloof in vooruitgang en maakbaarheid
Belang van opvoeding is groot (nurture boven nature, tabula rasa etc.)
Ontmoetingsplekken
Genootschappen
o Genootschapswezen was kenmerkend voor de Verlichting: burgers gingen zich organiseren in
organisaties die zich bezig hielden met literatuur/wetenschap/kunsten.
o Hier bevonden zich ook boeken en werden lezingen en concerten gegeven: het was een
ontmoetingsplek en een uitwisselingsplek.
o Emancipatiestreven: iedereen kan een goede plek in de maatschappij bereiken door eigen
inzet.
o Bv. Felix Meritis
o Meestal alleen voor mannen ☹, en je kwam er niet in als je er niet al mensen kende
Koffiehuizen
o Laagdrempeliger dan genootschappen: je hoefde geen lid te zijn
o Vermenging van elite met lagere klasse
o Pamfletten, (periodieke) tijdschriften en kranten aanwezig
De lange achttiende eeuw
tussen 1702 en 1747, in de eerste helft van de eeuw, gebeurt er niet zo veel
, vanaf het laatste kwart van de 18e eeuw gingen de politieke en maatschappelijke ontwikkelingen
in de Republiek elkaar snel opvolgen. De Verlichtingsontwikkelingen beginnen dan pas en de
meeste literatuur komt ook uit deze periode
tweede helft 18e eeuw: Duitse en Engelse cultuur komen opzetten. Tot dan: Franse cultuur
dominant
Pruikentijd
o Negatief beeld
o Associatie met stoffigheid en overdreven uiterlijkheid
o Marie Antoinette
o Grote tegenstelling rijkdom adel aan hof en armoe in stad en plattelandbeëindigd door
Franse revolutie
o Verwaarlozing 18e eeuw in geschiedschrijvingen (uit 19 e eeuw)
‘Jan Saliegeest’ = iemand die niks wil, niks kan en alles laat zoals het is. In de negentiende
eeuw werd de achttiende eeuw zo gezien.
1672: Rampjaar (gebroeders de Witt vermoord), Willem III stadhouder
o Republiek had niet meer de macht die hij eerst had
o Dreiging oorlog
o De Witt: symbool voor wanhoop, achteruitgang. Hadden stadhouders afgeschaft, maar veel
mensen waren het daar niet mee eens.
o Willem III herstelde macht van de Republiek en nam het op tegen Lodewijk 14
1700-1800: Buitenhuizen
1747: Franse invasie; Willem IV stadhouder
‘Republiek der Nederlanden’
1751: Willem V stadhouder, laatste erfstadhouder
1776: Declaration of Independence USA
o Onder invloed van de Verlichting
o Veel invloed op denken in andere landen
o Oriëntatie op Republiek als voorbeeld van democratie
1780-1784: Vierde Engelse ZeeOorlog
, o Oorlogen met Engeland zorgden voor grote staatsschulden
1780-1795: De patriotten
o Of ‘staatsgezinden’
o Participatie, mondigheid
o Tegen oranjegezinden
1781: Aan het volk van Nederland
Pariottitistische oproep om Oranjestadhoudersregering omver te werpen
1781: Planetarium Eise Eisinga
o Voorbeeld van belangstelling voor de wetenschap
1788: gebouw van Felix Meritis (‘gelukkig door verdiensten’) in Amsterdam.
o Genootschap had verschillende afdelingen, bv. departement der tekenkunde
1789: Franse Revolutie
o Begin meritocratie: samenleving waarin mensen worden beoordeeld op grond van hun
verdiensten en de door hun verworven kennis en daden, maar niet op grond van afkomst of
bezit. Typische Verlichtingsgedachte.
1795: De Nederlandse Revolutie
o Eerste grondwet
1804-1813: Geleidelijke inlijving bij het Franse Rijk
o Koningkrijk Nederland: eerst broer Napoleon en toen Nappie zelf
1815-1830: Koninkrijk der Verenigde Nederlanden
o NL+België
o Eerste koning: Willem I, zoon van Willem V
1830: België onafhankelijk
De Nederlandse Republiek en de Verlichting
Ging goed samen omdat:
Geen soeverein/absoluut heerser (zoals in Frankrijk bv. wel)
Gewestelijke en lokale autonomie
Hoge mate van verstedelijking, dus veel burgers in de stad
Religieus pluriform. Je mocht alles geloven, maar niet alles openlijk praktiseren, alleen de
gereformeerde godsdienst. Toch was dit al meer vrijheid dan in andere landen
‘omgangsoecumene’: mensen van verschillende gezindten gingen wel met elkaar om
Toevluchtsoord voor vrijdenkers
Voldoende fondsen voor kunst en wetenschap, want NL was relatief rijk
Florerend boekbedrijf, publicaties voor Europese markt
Fysicotheologie: religieuze kijk op de mens en rationele kijk op de mens verzoenen (bestaan van
God bewijzen door naar de natuur te kijken).
W&D 35-55 het beeld van de achttiende eeuw
Vroeger: indeling in eeuwen meer gebaseerd op gebeurtenissen, cirkelgang
o lineair tijdsdenken
Cultuurpessimisme: verval van de Republiek
o Moreel verval: zeden
o Niet genoeg aandacht voor eigen cultuur, te veel buitenlandse (Franse) invloed
o Spectatoriale tijdschriften: moreel offensief tegen verfransing en zucht naar weelde, vóór
vaderlandse deugd
, o Moreel appel wordt voornaamste literatuuruiting
Modern Verlichtingsgenootschap: mentaliteitsverandering, vooruitgangsstreven
Later: Republiek blijft achteruitgaan, mentaliteitsverandering is niet genoeg dus er moet ook iets
in de politiek gebeuren
o Oranjegezinden vs patriotten. 1780-1790: burgeroorlog
o 1800: Nederland als ‘kolonie’ van Frankrijk
Wenden tot God i.p.v. maatschappelijk activisme
Ontstaan vaderlandse literatuurgeschiedenis
o 1766 maatschappij der Nederlandse letterkunde
o Verval der natie bestrijden door aandacht eigen cultuur, in dit geval literatuur
Bloemlezingen en verzamelde werken
o V.a. 1900 run op universiteiten: groei neerlandistiek
Frans-classicisme
o Negatief bekeken in 19e eeuw: 18e eeuw was een periode van verval en domme navolging
o Nog geen ‘kunst om de kunst’, gebrek aan zuivere literairiteit
Na 1900 preciezer onderzoek en ander beeld op 18 e eeuw: ‘andere’ achttiende eeuw
o Verlichting = veelkleurig fenomeen dat er in ieder land anders uitziet
o ‘lange achttiende eeuw’ = positief
Hanou: bewegende beelden
Intreerede als hoogleraar
Pygmalion-mythe: populair tijdens de Verlichting
o Galathea: beeldmens (generatio spontanea)
o Vraagstukken Verlichting over mens-zijn
o Oorspronkelijk: Galathea is een product van Pygmalion en houdt meteen van hem
o Verlichting: minder nadruk op liefde, meer nadruk op gedachten Galathea.
Pygmalion-mythe als metafoor voor de Verlichting
o Galathea/Verlichte mens: ‘slaaf’nadenkend subject
o Nature-nurture debat
o Gemaakte mens: maakbaarheid van de mens
o Zelfbewustzijn en individualiteit
Bevrijding van (Franse Revolutie) vs bevrijden tot (Nederlandse Revolutie):
Van=bevrijding van de macht (kerk)
Tot= niet van dingen af, maar naar dingen toe, bv. verzoening geloof en rede: men wilde niet van
het geloof af, maar verzoende het met nieuwe wetenschappelijke inzichten
Verlichting werd gezien als
1. Iets primair Frans, een periode waarin alles werd overgenomen van Frankrijk
2. Een periode van verval, kommer en kwel
Roept op voor positieve aandacht voor de eigen letterkunde
o De echte Verlichting moet in kaart gebracht worden, zonder vooroordelen
o Parallellen trekken met het heden, aantrekkelijk maken
Panorama: Nederland 1650-1815
=historisch overzicht
Overwegend negatief beeld