Arbeidsrecht examenmatrijs kennisexamen
Toets term 1.1
De kandidaat motiveert voor een situatie of er sprake is van (een rechtsvermoeden van) een
arbeidsovereenkomst. Open vraag
Loon, gezag en arbeid.
Art. 7:610a BW. Wie kan aantonen/bewijzen dat hij gedurende een aaneengesloten periode van drie
maanden:
- Iedere week, of
- Ten minste twintig uur per maand,
- Arbeid heeft verricht voor hetzelfde bedrijf.
Krijgt het voordeel van de twijfel dat hij een arbeidsovereenkomst heeft. Dan is er een rechtsvermoeden
van het bestaan van een arbeidsovereenkomst. De rechter gaat ervan uit dat er een aovk, tenzij de
werkgever kan aantonen van niet.
Arbeidsovereenkomst is belangrijk dan heb je recht op bepaalde wettelijke regels. Die gelden niet als je
een freelancer bent en opdracht uitvoert of als aannemer bepaald werk verricht.
- Werknemer recht op minimumloon, freelancer niet.
- Werknemer is verplicht verzekerd voor Werkloosheidswet, Ziektewet en Wet Werk inkomen naar
arbeidsvermogen, freelancer moet zich particulier verzekeren.
- Werknemer heeft ontslagbescherming werkgever kan een werknemer niet zomaar ontslaan.
Hiervoor heeft de werkgever toestemming nodig van de kantonrechter of UWV.
Toets term 1.2
De kandidaat motiveert voor een situatie van welk soort arbeidsovereenkomst er sprake is, zoals
bepaalde tijd, onbepaalde tijd, detacheringsovereenkomst, nulurencontract, min-maxcontract,
oproepcontract en uitzendovereenkomst. Open vraag
Contract bepaalde tijd
Twee soorten tijdelijke contracten:
- Van tevoren afgesproken tijdsduur, maand of jaar
- Bepaald werk of voor een bepaalde situatie, project of voor vervanging van een zieke werknemer
Er mag geen proeftijd worden afgesproken in tijdelijke contracten van 6 maanden of minder.
Er mag geen concurrentiebeding afgesproken worden.
Tussentijds opzeggen van een tijdelijk contract is niet mogelijk.
Tijdelijk contract loopt van rechtswege af als de periode verstreken is.
Een werkgever die een tijdelijk contract van 6 maanden of langer niet wil verlengen, moet dit minstens een
maand voor het einde van het contract aan zijn werknemer laten weten. (Art. 7:668 BW.) = aanzegtermijn.
Verlenging van een tijdelijk contract kan door: nieuw tijdelijk contract af te spreken.
Automatisch verlenging
Toets term 1.3
De kandidaat motiveert of de onderdelen van een gegeven arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zijn
(proeftijd, loon, vakantiedagen en bedingen). Open vraag
Beding = extra afspraak in het arbeidscontract.
Proeftijd
Werkgever en werknemer mogen een proeftijd afspreken in het contract. Tenzij het afwijkt van het
dwingend recht art. 7:652 BW.
- De proeftijd met schriftelijk zijn en voor werkgever en werknemer even lang zijn.
- Vast contract voor twee jaar of meer :proeftijd max twee maanden
- Tijdelijk contract voor twee jaar of meer :proeftijd max twee maanden
- Tijdelijke contract korter dan twee jaar mag de :proeftijd max een maand duren
- Contract van een halfjaar of korter :proeftijd verboden
Als de afspraken afwijken is de proeftijd nietig. Er komt wel een aovk tot stand maar zonder proeftijd.
Concurrentiebeding
,= een verbod voor de werknemer om meteen na het einde van zijn dienstverband concurrerende
werkzaamheden te gaan verrichten. Art. 7:653 BW. Het is niet toegestaan een concurrentiebeding aan te
gaan bij een tijdelijk contract.
Loon
Werkgever en werknemer zijn vrij om het loon af te spreken dit wordt beperkt door:
- Het wettelijk minimumloon, de cao en de wetgeving op het terrein van de gelijke behandeling.
-Een werkgever is op grond van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML) verplicht om
zijn werknemers minstens het minimumloon te betalen. Betaalt hij niet het minimumloon dan krijgt hij
een boete van de (SZW= socialezekerheidswet).
-Een cao regelt het loon en de andere arbeidsvoorwaarden in een bepaalde bedrijfstak. De
loononderhandelingen tussen werknemer en werkgever bij het sluiten van het arbeidscontract gaan dan
ook vaak over de ‘inschaling’.
Overwerk wordt niet altijd uitbetaald:
- Wel indien dit bij cao is afgesproken
- Wel als dit vooraf tussen werkgever en werknemer is afgesproken
- Werknemers in de lagere lonen krijgen overwerk uitbetaald
Niet:
- Werkzaamheden die worden verstaan onder goed werknemerschap
- Werknemers in de hogere schalen worden geacht het overwerk erbij te doen.
Loon dient op tijd te worden uitbetaald, na afloop van het tijdvak waarover het loon wordt betaald. Of de
afgesproken termijn. Is hij te laat? Dan is dat de eerste drie dagen geen probleem. Van de 4 e t/m 8e dag
een verhoging van 5%. Daarna iedere dag 1% erbij. Met een maximum van 50%. MAAR als het niet de
schuld is van de werkgever, krijg je als werknemer geen vergoeding.
Loon kan in natura worden uitbetaald (in goederen of in diensten) art. 7:620 lid 3 BW. Bv. Privégebruik
van een dienstauto, maaltijden in kantine.
Bij iedere betaling van het loon hoort een loonstrookje art. 7:626 BW. Zo ziet hij hoe het loon is
opgebouwd (basisloon, provisie, overwerk en voor welke premies en belastingen er op het brutoloon zijn
ingehouden.
Brutoloon is het loon dat de werkgever met zijn werknemer afspreekt. Nettoloon is het bedrag dat
overblijft na aftrek van loonbelasting en premies voor sociale verzekeringen en pensioen.
Art. 7: 627 BW zegt dat de werkgever het loon niet hoeft door te betalen als de werknemer niet werkt.
De werkgever moet het loon doorbetalen als de werknemer niet werkt bij:
- Vakantie (+ vakantietoeslag): iedere werknemer heeft recht op een minimumaantal van 20
weken werkdagen vakantie bij een fulltime dienstverband (38 of 40 uur). Deze vakantie dagen
worden doorbetaald art. 7:639 BW. Vakantietoeslag 8% (per maand) van het brutoloon moet in
juni uiterlijk worden uitbetaald. (Dus 5 werkdagen x 4 = 20 vakantiedagen, 3 werkdagen x 4 = 12
vakantiedagen).
- Ziekte: is de werkgever verplicht minstens 70% van het loon door te betalen art. 7:629 BW. De
doorbetalingsplicht loopt 2 jaar door. Je kunt her verkorten naar 1 jaar als het een klein of
middelgroot bedrijf is waar je werkt.
- Sommige vormen van verlof (ouderschap, zwangerschap, adoptie): bij kortdurend verlof.
- Geen aanbod van werk (op extreme omstandigheden na): als de werkgever tijdelijk geen werk
heeft voor de werknemer, moet hij zijn loon gewoon doorbetalen volgens art. 7:628 lid 1 BW: te
weinig opdrachten, storing elektriciteit. MAAR als er een natuurramp heeft plaatsgevonden heeft
de werknemer geen recht op doorbetaling van zijn loon.
- Niet doorbetalen omdat er geen werk is, kan opgenomen worden in een arbeidsovereenkomst
voor de eerste 6 maanden of moet bij cao geregeld zijn
, Toets term 1.4
De kandidaat motiveert voor een situatie met opeenvolgende arbeidsovereenkomsten of de Wet werk
en zekerheid correct is toegepast. Open vraag
Wet werk en zekerheid, ketenregeling voor opeenvolgende contracten. Dat een tijdelijk contract nog
steeds tweemaal kan worden verlengd, maar de totale duur van de keten wordt beperkt tot 2 jaar.
Bovendien ontstaat pas een nieuwe keten bij een onderbreking van 6 maanden.
Omzetting van een tijdelijk contract in een vast contract
- 2 bovengrenzen waar een werkgever aan moet voldoen
- Ketenconstructie WWZ is al toegepast in dit boek
1. Is een werknemer over een periode van meer dan 2 jaar voortdurend van dezelfde werkgever tijdelijke
arbeidscontracten heeft gehad, wordt het omgezet in een vast contract.
- Wanneer een ‘breuk’ in de keten? Als er tussenperiode is van 6 maanden of langer
2. Meer dan 3 tijdelijke contracten bij dezelfde werkgever
- Afwijkingen bij cao kan alleen als de aard van de bedrijfsvoering hierom vraagt, dan is de regel
maximaal 6 tijdelijke contracten binnen een periode van 4 jaar.
- Draaideurconstructies straft de wet af
Toets term 2.1
De kandidaat motiveert voor een situatie wat de wettelijke rechten en plichten zijn van een werkgever
en werknemer met betrekking tot de arbeidsovereenkomst (bepaalde tijd, onbepaalde tijd,
uitzendovereenkomst en detacheringsovereenkomst). Open vraag
Toets term 2.2
De kandidaat motiveert voor een situatie wat de wettelijke rechten en plichten zijn van een werkgever
en werknemer met betrekking tot schade vergoeden, gelijke behandeling, getuigschrift en aanpassen
arbeidsduur. Open vraag
Plichten werkgever:
- Loon tijdig betalen art. 7:616 BW
- Goed werkgever zijn art. 7:611 BW
- Zorgen voor een gezonde en veilige werkplek art. 7:658 BW
- Schade vergoeden art. 7:658 lid 2 BW
- Gelijke behandeling van de werknemer art. 7:646, 648, 649 BW
- Getuigschrift geven art. 7:656 BW
- Aanpassen van de arbeidsduur WAA kan niet vinden in wetboek
Schade vergoeden: loopt de werknemer schade op tijdens zijn werk, bv letsel aan zijn hoofd, dan is de
werkgever in principe verplicht deze schade te vergoeden. Ook schade die hij/zij een ander toebrengt.
Maar het moet wel gebeuren tijdens een werksituatie, dit wordt breder geïnterpreteerd dan je misschien
denkt.
Werkgever kan hieronder uit komen:
- Voldoende veiligheidsmaatregelen
- Opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer
- Schade bij verkeersongevallen
Gelijke behandeling:
- Gelijke behandeling mannen en vrouwen 646:
- Gelijke behandeling fulltimers en parttimers 648
- Gelijke behandeling tijdelijke en vaste krachten 649
Daarnaast zijn er de Algemene wet gelijke behandeling, op grond van chronisch ziekte of handicap en van
leeftijd. Ook zijn er andere verboden: godsdienst, politieke gezindheid, ras, leeftijd bij de arbeid en
nationaliteit.
Het college voor de rechten van de mens is bevoegd om alle discriminatieverboden te toetsen, je hoeft
dus niet meteen naar de rechter te stappen.