College 1
Deel 1: Wat zijn psychische ziekten?
Doel Intakegesprek:
- Exploratie & observatie → Vaststellen diagnose (=mini beschrijving aard, oorzaak gevolg
stoornis/symptomen) en DSM classificatie (=het toekennen van descriptief label)
Psychische stoornissen:
Cluster symptomen van verstoring in psychische functies + lijden (distress) en disfunctioneren (disability)
Psychische functies:
- Cognitieve functies (aandacht, waarneming, bewustzijn, geheugen, redeneren)
- Affectieve functies (emotie & stemming, regulatie van affect)
- Conatieve functies (psychomotoriek/gedrag)
Wat is volgens DSM-5 een psychische stoornis?:
Een syndroom, gekenmerkt door klinisch significante symptomen op het gebied vd cognitieve functies, de
emotieregulatie of het gedrag van een persoon, dat een uiting is van een disfunctie in de psychologische,
biologische, of ontwikkelingsprocessen die ten grondslag liggen aan het psychische functioneren.
Psychische stoornissen = met significante lijdensdruk en/of beperkingen in het functioneren op sociaal of
beroepsmatig gebied of bij andere belangrijke bezigheden.
Sociaal deviant gedrag (politiek, religieus of seksueel bijv) en conflicten die zich vooral afspelen tussen een
individu en de maatschappij zijn geen psychische stoornissen
Lijden, disfunctioneren?
- Subjectieve beleving is kritiek bij afbakening normaal vs stoornis
• Lijden; hoeveel last vd verstoringen in psychische functies
• Disfunctioneren; in welke mate wordt functioneren gehinderd door verstoringen?
Wat is normaal:
Afhankelijk cultuur, opvoeding, etc
DSM is wel universeel dus hier moet je rekening mee houden
Einde deel 1:
Deel 2: diagnose vs classificatie
, Doelen intake:
- Vaststellen aard psychische symptomen (aard, beloop over tijd)
- Vaststellen ernst en gevolgen symptomen (lijden en disfunctioneren
- Vaststellen mogelijke etiologische (oorzakelijke) factoren
Grondslag voor:
- Diagnose (aard, ernst, oorzaken en gevolgen van stoornis)
- DSM classificatie (labeling van actuele problematiek)
- Behandeling
Aan de hand van:
- Psychiatrisch interview (aard, ernst, oorzaken en gevolgen van stoornis
- De SCID-5-S (labeling van actuele problematiek) / toekennen DSM classificatie)
- De MINI (neuropsychiatrisch interview)
Diagnostische / empirische cyclus
Onderzoekend
Hypothesetoetsend
Analyserend
Doel 1: Beschrijving aard van symptomen
1. Hoofdklacht met speciële anamnese:
• Huidig probleem?
• Beloop over tijd?
2. Uitsluiten/vaststellen andere klachten met algemene psychiatrische anamnese
Vragen over o.a.:
- Cognitieve stoornissen
o Voelde u zich suf/moeite dingen te onthouden/hoorde u stemmen
- Affectieve stoornissen
o Voelde u zich somber, angstig, boos?
- Conatieve stoornissen
o Gebruikte u (teveel) alcohol/ te veel eten/ moeite impulsen te
beheersen?
Doel 2: beschrijving ernst en gevolgen van symptomen
Middel= uitvragen van actueel functioneren met sociale anamnese
- Hoeveel last?
- Functioneren
o Privé
o Werk
o Relatie
o Sociaal
- Last omgeving?
Doel 3: vaststellen van (van mogelijke) etiologische (oorzaak) factoren
Middel = levensgeschiedenis met biografische anamnese
- Per levensfase:
o Life events
o Relationeel functioneren
, o Seksuele ontwikkeling
o Ontwikkeling werk/school
o Eigen ‘coping’ gedrag
Doel = hypotheses over etiologie. Bv
- Life events in jeugd
o Misbruik, verwaarlozing, verlies
- Factoren in persoonlijkheid
o Negatief zelfbeeld/ wantrouwen/ neuroticisme
- Actuele stressoren
o Conflicten in werk of relatie
Beschrijvende diagnose:
Uitgebreide uitspraak over:
- Symptomen (→ er is sprake van een ernstige depressie)
- Kwetsbaarheidsfactoren (→ bij een lichamelijk gezonde vrouw met voorgeschiedenis van
verwaarlozing en trekken van een borderline persoonlijkheidsstoornis)
- Luxerende factoren (=waardoor is het huidige beeld ontstaan) (→ dit beeld is reactief ontstaan na
een relatieconflict en..)
- Gevolgen (→ en heeft geleid tot overmatig alcoholgebruik en problemen in het werk)
- (hypothese hoe klachten te behandelen zijn)
Wat is het verschil tussen diagnostiek en classificatie?
V-codes toevoegen aan classificatie: wat niet onder classificatie valt maar wat wel voor problemen kan
zorgen tijdens behandeling (bijv werkproblemen etc)
Einde intake:
- Beschrijvende diagnose (dmv hypothese toetsend)
- Classificatie
Behandelrichtlijnen GGZ
- Per stoornis
- Gebaseerd op evidentie is niet gelijk aan behandelprotocollen (behandelrichtlijnen niet gelijk
behandelprotocollen?)
Einde deel 2:
, *(luxerende factoren = uitlokkend, wat was de druppel. Predisponerende factoren = langer bestaande
factoren die iemand kwetsbaar maken)
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Deel 3: classificatiesystemen
DSM-5 = Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders
ICD 11 = Inernational Classification of Diseases
Hokjesdenken?
Classificatie
Labelling van problemen adhv afsprakensysteem (bijv DSM)
DSM:
- Startpunt voor bestudering en behandeling
- Classificatiesysteem
- Taal vd psychopathologie
(Negatief:)
- Categoriaal systeem
o Stoornissen afzonderlijke eenheden
- A-theoretisch en descriptief
o Geen uitspraken over etiologie
- Invloedrijk
o In NL
▪ Structuur GGZ gekoppeld aan DSM
▪ Vergoedingssysteem gekoppeld aan DSM
Voordelen:
- Betrouwbaarheid
- Predictieve validiteit
o Etiologie, instandhouding, beloop, behandeling
- Onderzoek
o Vergelijkbaarheid onderzoeksresultaten
- Heeft empirische basis