Samenvatting Oude Geschiedenis
‘An Introduction To The Ancient World’
Een samenvatting per paragraaf
,Begrippenlijst
Cuneiform Spijkerschrift
Mycene Griekse vasteland
Minoïsch Kreta
Vazalsteden Steden onder de macht van iemand anders, met de eigen koning op de
troon.
Ostracisme Schervengerecht: een stemprocedure in Athene, opgericht door
Cleisthenes, om te sterk geworden aristocraten te verbannen.
Peloponnesische Oorlog Oorlog tussen Athene en Sparta 431-404 BC
Diadochi De opvolgers en familie van Alexander de Grote die vochten om
controle over zijn rijk na zijn dood.
Gymnasia Scholen voor sport en militaire training. Later voor literatuur, filosofie
Grieks.
Aediles Romeinse politiek ambt. Ze zorgden voor onderhoud van gebouwen
en organisatie van grote feesten
Imperium Iemand had imperium als hij bevoegdheid had om een leger aan te
voeren.
Auctoritas Informele macht en invloed
Paganisme Onder heidendom of paganisme worden in het algemeen alle religies
begrepen die noch monotheïstisch zijn, noch op de Bijbel zijn gebaseerd. In West-Europa gaat het om
voorchristelijke, niet-abrahamitische religies van voornamelijk Keltische, Germaanse en Slavische
oorsprong. Het woord paganisme is afgeleid van het Latijnse paganus, wat bewoner van het
(platte)land betekent.
,Part I: The ancient Near East
Chapter I: The origins of the civilisations of Egypt and Mesopotamia
Aan de oevers van de Eufraat en de Tigris in Mesopotamië (nu ongeveer Irak) en bij de Nijl in Egypte
ontstonden beschavingen die veel invloed hebben gehad in de geschiedenis van het Midden-Oosten
(3000 BC). Aan het einde van de steentijd begon men te settelen (Neolithische Revolutie) en ontstond
er een agricultuur.
Iran, Noord-Irak, Noord-Syrië, kustgebieden Mediterraan: regenval agricultuur
Egypte en Zuid-Mesopotamië: irrigatie agricultuur.
Irrigatie was veel productiever dan regenval agricultuur, daarnaast hadden de mensen in Mesopotamië
een zaaiploeg. De ontwikkeling van agricultuur was erg belangrijk in de verdere menselijke
geschiedenis, men kon langer op 1 plek blijven en zich ook concentreren op andere dingen dan alleen
voedsel verzamelen. Zo ontstonden nieuwe ambachten en verschillende sociale rollen (priesters). Bij
de grote rivieren in Egypte en Mesopotamië waren de grootste steden, waar het meeste voedsel werd
geproduceerd en dus ook de meeste mensen konden wonen.
Een Mesopotaanse stad had een tempel: de verblijfplaats voor de staatsgod. Deze tempels waren
machtig en daar gebeurde alles. Hier was de economie gaande en dit vergde goede administratie
ontstaan van het schrift (3400-3200 BC). Het Mesopotaanse schrift is welbekend als het
‘spijkerschrift’ (cuneiform). De Egyptische hiërogliefen ontstonden rond dezelfde tijd. Beide schriften
waren pictografisch, elk woord was een afbeelding, en ideografisch, elk woord een symbool. Erg
complexe schriften en alleen voor de professionals in Egypte en Mesopotamië.
Seizoensmigratie: transhumance. Nomaden (herders) die in de winter en zomer van plek veranderden.
Sedentaire mensen en nomaden waren in relatie met elkaar: sedentaire mensen waren bang om
geplunderd te worden door de (semi)nomaden en nomaden waren afhankelijk van de sedentaire
mensen i.v.m. voedsel. Dit was een mooie inspiratie voor (Bijbelse) literatuur.
Mesopotamië en Egypte waren beide afhankelijk van het rivierwater, alleen was het water van de Nijl
conditioneel beter dan die van de Eufraat en Tigris (zout). Daarnaast overstroomde de Nijl in juli-
november, vlak voor het zaai-seizoen. En de Eufraat en Tigris overstroomden pas maart-mei, juist in
het oogstseizoen (minder handig..). Egypte was door de woestijnen minder goed bereikbaar dan
Mesopotamië, en daarom erg geïsoleerd. Mesopotamië heeft door de geschiedenis heen veel te
kampen gehad met invasies van buitenlanders, Egyptes geschiedenis is vrijwel stabiel.
Chapter II: The third millennium
The Early Bronze Age
Egypt, the old kingdom (c. 2600-2150)
De geschiedenis van het oude Egypte wordt in gedeeld op twee verschillende manieren:
- Dynastieën (op basis van oude literatuur)
- Koninkrijken (moderne manier) Oud, midden en nieuw
- Late period
De koninkrijken hebben tussenpozen die ‘intermediate’ periodes (tussenperiodes) worden genoemd. In
zo’n periode had Egypte geen koning, maar een aantal lokale bestuurders.
, Egypte werd opgedeeld in Lower Egypt en Upper Egypt. De koning (farao) droeg daarom ook een
dubbele kroon, want hij was ‘Lord of the double land’. Sommige administratieve taken werden
onderverdeeld in Lower en Upper.
De koningen van The Old Kingdom waren bekend om de bouw van de pyramides. Werkers vanuit het
hele land rukten uit om deze bouw te realiseren, dit zegt ons veel over de rol van de koning. The Old
Kingdom duurde vijfhonderd jaar. Aan het einde van The Old Kingdom waren de bestuurders zo
machtig, dat de farao niet echt heel machtig meer was. Ook bewaterde de Nijl steeds een kleiner
gebied, waardoor er hongersnood optrad.
Mesopotamië, Sumer, Akkad
De Sumeriërs en Akkadiërs maakten Mesopotamië groot. Ze schreven veel voor administratie in de
tempels, maar ook religieus en literatuur. Daarnaast deden ze veel aan architectuur, religieuze
afbeeldingen en filosofie. Ze hadden ook al wetenschappen zoals astronomie, plantkunde en
geneeskunde (zo hadden zij een uur al ingedeeld in 60 secondes en een cirkel in 360 graden).
De Sumeriërs leefden in stadstaten in Zuid-Irak en hun leven draaide om de tempel. Er was een
priester en later een tweede leider, vaak een militaire leider. Hier begon het koningschap en naast de
tempel, ontstond een paleis, met zijn eigen bureaucratie.
De Akkardiërs zijn vernoemd naar de stad Akkad, ontstaan door Koning Sargon (c. 2300 BC). Dit rijk
omhelsde heel Mesopotamië en een deel van Klein-Azië. Ze woonden er al een tijdje, maar pas toen ze
eigen schrift ontwikkelden, werden ze een bijzondere samenleving om te bestuderen. Ze namen veel
over van de Sumeriërs, zoals hun schrift, literaire stijlen, kunst en wetenschap. Maar ze hadden een
eigen religie met eigen goden en een eigen taal. Ze hadden een groot rijk en opvolgers van Sargon
noemden zichzelf zelfs de koning van de wereld, maar ze konden helaas niet op tegen veel invasies en
lokale opstanden val van het rijk.
Na de val van het Akkadische rijk, was er een soort wedergeboorte van een aantal Sumerische steden
(Sumerische Renaissance) c. 2100-2000. De koningen van Ur waren ook groots (Third Dynastie of
Ur). We weten door de vondsten van tablets en paleis’ administraties. Het rijk van Ur was ook
verslagen door invasies en plunderingen door de Elamieten vanuit Zuid-West Iran en door Amorieten
die aangetrokken waren door het vruchtbare landschap van Mesopotamië.
Daarnaast kan de klimaatverandering (net als Egypte) ook in Mesopotamië gezorgd hebben voor
drogere gebieden, en dat nomaden sneller naar de rivieren kwamen.
Epiloog
Er is een enorme basis gelegd door de Egyptenaren, Akkadiërs en Sumeriërs. Sumerische taal is
uitgestorven, maar wel gebruikt als geschreven taal. Akkadisch werd de gesproken taal in
Mesopotamië, ook geschreven. Daarnaast heeft de Sumerisch-Akkadische cultuur de verdere
geschiedenis erg beïnvloedt.