Dit document is een samenvatting van alle lesstof van het vak Inspanningsfysiologie A (2114BA127A) uit het eerste jaar Sportkunde op de Hogeschool Inholland Haarlem. De samenvatting bestaat uit 31 pagina's en bevat zeven lessen:
Les 1: Het cardiovasculaire systeem: hart & bloed
Les 2: Het cardiov...
Alle leerdoelen zijn klein rood genummerd in de tekst. Leer niet alleen de leerdoelen, maar ook de
rest van de stof. Deze samenvatting bevat alleen de informatie uit de PowerPoints.
Les 1: Het cardiovasculaire systeem: hart & bloed:
(1) Uitleggen wat de inhoud van Inspanningsfysiologie A is.
(2) De anatomische onderdelen van het hart benoemen.
(3) Beschrijven hoe de verschillende anatomische onderdelen van het hart werken.
(4) Uitleggen hoe het hart wordt aangestuurd.
Les 2: Het cardiovasculaire systeem: bloedsomloop & bloeddruk:
(5) De onderdelen van de samenstelling van het bloed beschrijven
(6) Uitleggen uit welke onderdelen de kleine bloedsomloop bestaat.
(7) Uitleggen uit welke onderdelen de grote bloedsomloop bestaat.
(8) Beschrijven wat bloeddruk is.
(9) De verschillen tussen systolische en diastolische bloeddruk beschrijven.
(10) Benoemen welke mechanismen zorgen voor de veneuze terugstroom.
(11) Een beschrijving geven van de begrippen hartfrequentie, slagvolume en hartminuutvolume.
(12) Beschrijven hoe hartfrequentie, slagvolume en hartminuutvolume tijdens inspanning
veranderen.
(13) De verschillende onderdelen van een ECG benoemen
(14) De verschillende fysiologische processen tijdens de hartcyclus en de ECG beschrijven
Les 3: Het respiratoire systeem:
(15) Benoemen uit welke onderdelen het respiratoir systeem bestaat.
(16) De functie van verschillende onderdelen van het respiratoir systeem beschrijven.
(17) De definitie van het begrip ‘longventilatie’ geven.
(18) Een definitie van interne en externe ventilatie geven.
(19) Aangeven hoe inspiratie en expiratie tot stand komen.
(20) Het begrip diffusie omschrijven.
(21) Het begrip partiële druk omschrijven.
(22) Uitleggen hoe verschillen in partiële druk de uitwisseling van gassen beïnvloeden.
(23) De HbO2 dissociatiecurve toelichten.
(24) De onderlinge relatie van de begrippen hartfrequentie, slagvolume en hartminuutvolume in
eigen woorden omschrijven en kan uitleggen hoe deze waarden veranderen tijdens lichamelijke
inspanning
Les 4: De bouw en werking van spieren:
(25) Benoemen uit welke onderdelen een spier is opgebouwd.
(26) Beschrijven hoe een spier contraheert.
(27) De verschillende onderdelen van een spiervezel benoemen.
(28) Een beschrijving geven van de sliding filament theory.
(29) Onderscheid maken tussen concentrische, excentrische en statische/isometrische contracties.
(30) In eigen woorden uitleggen wat het ‘size principle’ inhoudt.
(31) Uitleggen wat het verschil is tussen type I spiervezels en type 2 spiervezels.
(32) Beschrijven bij welke activiteiten type I vezels de grootste bijdrage leveren en bij welke
activiteiten type 2 spiervezels.
Les 5: De neurale aansturing van spieren:
(33) De belangrijkste onderdelen van het zenuwstelsel benoemen.
(34) De verschillende delen van een neuron benoemen.
(35) Uitleggen hoe de rustmembraampotentiaal in stand wordt gehouden.
(36) Beschrijven wat een actiepotentiaal is.
(37) Uitleggen welke beschermingsmechanismen de spier heeft.
,Les 6: Brandstof voor spieren:
(38) Het verschil tussen aerobe en anaerobe energiesystemen beschrijven.
(39) De verschillende eigenschappen per systeem uitleggen (CP systeem, melkzuursysteem,
zuurstofsysteem).
(40) Beschrijven welke energiebronnen worden aangesproken door het lichaam.
(41) De drie energiesystemen die tijdens lichamelijke inspanning worden aangesproken benoemen
(42) De onderliggende processen, van de drie energiesystemen, in eigen woorden beschrijven.
(43) Beschrijven waarom ATP belangrijk is voor het lichaam.
(44) Beschrijven hoe vetten en koolhydraten worden afgebroken om ATP te produceren.
(45) Beschrijven welke rol creatinefosfaat (CP) speelt in de energieproductie.
(46) Beschrijven welke energiesystemen het lichaam een beroep doet tijdens lichamelijke inspanning
(47) In eigen woorden de bijproducten van de energiesystemen beschrijven.
(48) Uitleggen waarom kennis over de werking van de energiesystemen belangrijk is voor het
opstellen van trainingsprogramma’s.
Les 7: Energieverbruik en vermoeidheid:
(49) Uitleggen wat de respiratoire gaswisselingsverhouding is en waarom deze gebruikt wordt.
(50) Beschrijven hoe de VO2max wordt gemeten.
(51) Uitleggen wat de relatie is tussen sportprestatie en VO 2max.
(52) Beschrijven wat de lactaatdrempel is en wat de relatie is met sportprestaties.
(53) De belangrijkste oorzaken van vermoeidheid benoemen.
(54) Beschrijven hoe energieverbruik kan worden gemeten via directe en indirecte calorimetrie.
(55) Het begrip respiratoire gasuitwisselingsverhouding (RER) definiëren.
(56) Beschrijven wat onder ‘basaalmetabolisme’ wordt verstaan.
(57) Uitleggen hoe het metabolisme wordt aangepast tijdens submaximale en maximale inspanning
en wat de relatie is met de zuurstofopname (VO 2).
, Les 1: Het cardiovasculaire systeem: hart & bloed
1.1: Bouw en werking van het hart:
Cardiovasculair systeem:
Cardiovasculair systeem bestaat uit het hart (pomp), bloedvaten en bloed.
Functie cardiovasculaire systeem:
Afgifte van O2
Verwijdering van CO2
Transport van hormonen
Thermoregulatie: temperatuur van het lichaam regelen.
Handhaving zuur-base + H2O
Afweerfunctie: fit &vitaal blijven, afweren van virussen en ziekten.
Hart: (2) (3)
1. Rechter atrium (boezem)
2. Linker atrium (boezem)
3. Vena cava superior (bovenste holle ader)
4. Aorta
5. Pulmonale arteriën (pulmonaal = naar de
longen) (arteriën = slagader)
6. Pulmonale venen (pulmonaal = naar de
longen) (venen = ader)
7. Bicuspidalisklep (mitralis) (Bi = twee
onderdelen)
8. Semilunaire aortaklep (semi = half)
(lunaire = maanvormig)
9. Linker ventrikel (kamer)
10. Rechter ventrikel (kamer)
11. Vena cava inferior (onderste holle ader)
12. Tricuspidalisklep (Tri = drie onderdelen)
13. Pulmonale semilunaire klep (Naar de
longen, halve maanvormige klep)
Pericardium = Membraam bestaande uit twee onderdelen met vloeistof ertussen.
Functie pericardium: Pericardium
Bescherming tegen infecties
Beperkt de beweging
Soepel
Myocard: Pericardium fluid
Myocard = Hartspier als geheel
Linker ventrikel:
Krachtigste van de vier ruimtes in het hart.
Pompt bij contractie (samentrekken) bloed door het hele lichaam.
Spierwand is dikker dan bij andere hartruimte (trainingseffect -> spiergroei = hypertrofie)
1.2: Aansturing van het hart:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper JasperDirkmaat. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.