Samenvatting tentamen Psychologie
H1 – Wat is psychologie?
Basisbegrippen
Psychologisch probleem: gedrag dat verklaard moet worden
Psychologie bedrijven: bezighouden met psychologische problemen
Gedrag: dingen die mensen doen en juist niet doen
Gedrag verklaren: wijzen op mogelijke oorzaken
Gedragsdeterminanten: oorzaken voor bepaald gedrag
Toetsen: het onderzoeken of een verklaring juist is
Meervoud gedetermineerd: er zijn verschillende oorzaken voor hetzelfde gedrag aan te
wijzen
Mentale functies: denken, leren, onthouden
Lichamelijke gevoelens: bijvoorbeeld vermoeidheid en pijn
Gevoelens van psychische aard: bijvoorbeeld liefde, vrees en angst
Cognitie: kennis, idee, overtuiging in de geest van een persoon
Psychologie houdt zich bezig met datgene wat alle mensen gemeenschappelijk hebben,
maar kijkt ook naar hoe we ons onderscheiden van elkaar, in onze overtuigingen, onze
persoonlijkheid en onze vaardigheden.
Het gaat niet alleen om het begrijpen van een persoon als individu, maar het gaat ook om
hoe we ons gedragen binnen een groep, inclusief hoe we elkaar onderling behandelen en
hoe we over elkaar denken.
De psychologie kan je helpen betere antwoorden te vinden door systematisch vragen te
stellen en op zoek te gaan naar antwoorden. En vervolgens kritisch na te gaan of deze
antwoorden juist of onjuist zijn (toetsen).
- Grieks: ‘De studie van de geest’ Psychologie gaat niet alleen over geestelijke
processen, maar ook over gedragingen.
Kernbegrippen
* Psychologisch probleem: gedrag dat verklaard moet worden
* Wat is gedrag?
- Het is niet alleen wat mensen doen, maar ook wat ze niet doen
- Het gedrag moet waarneembaar zijn
* Verklaren en voorspellen van gedrag: kijken naar mogelijke oorzaken van bepaald gedrag
(gedragsdeterminanten). Vervolgens ga je kijken of je gedragsdeterminanten juist zijn en
dan vorm je een theorie. Deze theorie ga je toetsen en op basis van de theorie kun je het
gedrag gaan voorspellen. Door deze cyclus van verklaren, toetsen en voorspellen wordt de
theorie over bepaald gedrag steeds specifieker en correcter, dit bedoelden we met
systematisch zoeken naar juist verklaringen.
Deelgebieden psychologie
, - Klinische psychologie: houdt zich bezig met diagnosticeren en behandelen van
mensen met mentale en gedragsproblemen
- Ontwikkelingspsychologie: houdt zich bezig met bestuderen van de lichamelijke en
geestelijke ontwikkeling van mensen vanaf de geboorte tot ouderdom
- Arbeids- en organisatiepsychologie: houdt zich bezig met het gedrag van mensen in
organisaties en hoe dit gedrag beïnvloed wordt door kenmerken van het werk en de
werksituatie je hebt hier ook te maken met psychische aandoeningen,
persoonlijkheidsstoornissen en leeftijden en daarbij behorende kansen en
beperkingen
Geschiedenis: voordat de psychologie een zelfstandige wetenschap werd, hielden met name
de filosofie en de fysiologie zich bezig met psychologische vraagstukken
- Filosofie: hielden zich bezig met vraagstukken als denken, rede en ethiek
- Fysiologie: hield zicht bezig met de werking van de hersenen en zintuigen
19e eeuw psychologie zelfstandige wetenschap
Psychologische stromingen
Wundt (1879) – Richtte het eerste psychologisch laboratorium op, hij probeerde
psychologische problemen te verklaren met behulp van experimenten en introspectie
(analyseren van denkprocessen).
Freud (1892) – Vader van de psychologie, met zijn psychoanalyse probeerde hij de oorzaken
te vinden voor (gestoord) gedrag.
Wertheimer (1910) – Gestaltspsychologie: hield zich bezig met de waarneming. Hoe is onze
waarneming georganiseerd? Zij menen dat de mensen de wereld waarnemen in gehelen en
patronen (Gestalt = “georganiseerde” of “gehele” vorm of “figuur”). De gestaltprincipes
beschrijven hoe je hersenen omgaan met visuele informatie. In een aantal principes leggen
zij uit hoe je hersenen, snel automatisch en bewust dingen waarnemen.
Watson (1914) – Watson (grondlegger behaviorisme) publiceerde een boek waar hij zicht
afzette tegen de vorige stromingen waarin met name de introspectie (naar binnen kijken)
belangrijk werd gevonden. Hij wilde meer gaan kijken naar waarneembaar en observeerbaar
gedrag. De behavioristen zijn met name belangrijk geweest op het gebied van leven. De
omgeving speelt volgens hen de hoofdrol bij leerprocessen (baby is onbeschreven blad).
Maslow (1950) – Verwerpt het streven naar wetmatigheden in gedrag zoals dat alles te leren
is via conditioneren zoals de behavioristen. Hij gaat er daarentegen uit van het bewustzijn en
de vrije wil van de mens. Mensen zijn in staat eigen keuzen te maken. Hierdoor wordt
gefocust op de gehele unieke mens. De psychologie moet volgens hem mensen helpen
zichzelf te ontplooien en zichzelf te verwezenlijken.
Heider (1958) – Cognitieve psychologie
Humanistische psychologie: elk mens is uniek en streeft naar zelfverwezenlijking zetten
zich af tegen de behavioristen
, Cognitieve psychologie: hoe verwerken mensen informatie? Of terwijl, het geheugen,
waarnemen, leren en denken. Zij kijken naar hoe mensen tot inzichten komen.
H2 – Waarnemen
Waarnemen: een actief proces en we construeren de werkelijkheid
Waarnemen doen we om de wereld overzichtelijk te houden, we neigen naar waarnemingen
die stabiel en eenvoudig zijn. Hiermee houden we de wereld hanteerbaar en voorspelbaar.
Hoe komt zo’n constructie tot stand?
Onze waarneming wordt vertekend en is voorgeprogrammeerd door onze ervaringen,
verwachtingen, normen, waarden en andere zaken die we geleerd hebben onze
waarneming is dus subjectief en betekenisvol. (Denk aan voorbeeld VEVA-studenten)
Waarnemen en interpreteren kun je niet scheiden, maar je kan er wel rekening mee houden.
Hoe nemen we waar?
Met onze zintuigen: licht, geluid, geur, smaak, gevoel
Waar is onze waarneming afhankelijk aan?
De waarnemingsdrempel en de waarnemingseffecten. Dit zijn effecten die we geleerd
hebben in de loop van tijd. (Denk aan: baby ziet een persoon in de verte als “klein” persoon)
Waarnemingseffecten
- Drogwaarnemingen: het waarnemen van dingen die er niet zijn
- Illusies: stilstaande beelden, die wij zien als beweging
- Contrast: verschillen tussen prikkels worden versterkt
- Adaptie: het verschijnsel dat de gevoeligheid van de zintuigen zich instelt op de
sterkte van de prikkel, des te ongevoeliger je zintuig wordt
- Waarnemingsconstanties: deze constanties houden in dat wij aan objecten een
constante grootte, vorm, kleur, helderheid en snelheid toekennen. Ze zijn niet
aangeboren, maar aangeleerd en zijn visueel.
Soorten waarnemingsconstanties
- Grootteconstantie: berust op een automatisch verlopende correctie van de
beeldgrootte voor de afstand tot het waargenomen object
- Vormconstantie: we construeren een complete ruimtelijke vorm van het object, die
er feitelijk niet is
- Kleurconstantie: we blijven objecten dezelfde kleur toekennen, ookal verandert die
feitelijk doordat er ander licht opvalt.
Gestaltspsychologie: een stroming die zich bezighoudt met zaken als waarnemen,
onthouden en denken (gestalt = figuur, construct)
Gestaltprincipes:
- We nemen zinvolle gehelen waar (denk aan kubus)
- Het geheel is meer dan de som der delen (denk aan fietsonderdelen/fiets)
- Het geheel bepaalt de betekenis van het deel (denk aan smiley)