Leerdoelen vitale functiekunde
Bijeenkomst 1
1. Het belang van klinisch redeneren volgens de ABCDE-methode beschrijven;
Met deze methode kan de toestand snel, systematisch en met de juiste prioriteiten worden
beoordeeld, zodat binnen de kortst mogelijke termijn de relevantste levensreddende
handelingen gestart worden.
De letters ABCDE staan voor: Airway, Breathing, Circulation, Disability en
Exposure/Enviroment. Tijdens de ABCDE-opvang worden afwijkende vitale parameters
herkend en direct behandeld. Het menselijk lichaam kent veel systemen die alle een eigen,
essentiëntele functie hebben. Een aantal van deze functies is van direct levensbelang. Deze
functies noem je de vitale functies.
De vitale functies bestaan uit:
- Ademhaling
- Circulatie
- Bewustzijn
Een patiënt met disfunctie van één of meer vitale functies verkeert in direct gevaar.
Normale parameters:
- Ademhalingsfrequentie 12-20/min
- Saturatie > 95%
- Hartslag 60-100/min
- Bloeddruk 120/80. 120= systolisch – 80= diastolisch
- Systolische bloeddruk 115-130 mmHg
- Lichaamstemperatuur 36,6-37,5 C
2. De eerste stappen (A en B) van de ABCDE-methode reproduceren;
A – Airway
= Het controleren van de luchtweg en ervoor zorgen dat de luchtweg vrij is. Luisteren of er
afwijkende ademhalingsgeluiden zijn: Stridor, heesheid, rochelen, snurken. Observeer het
aangezicht en bekijk de mond. Bij een traumapatiënt wordt tegelijkertijd gezorgd voor
bescherming van de cervicale wervelkolom.
B – Breathing
= Het controleren van en zorgen voor een goede ventilatie (luchtverversing in de longen) en
oxygenatie (opname van zuurstof vanuit de longen in het bloed). Beoordeel de frequentie en
de saturatie. Bekijk op de ademhaling adequaat is: Diepte, symmetrisch, gebruik
hulpademhalingsspieren. Beoordeel de kleur van de mond/ lippen/ tong; blauw?
, 3. Toelichten hoe de redeneerhulpen NEWS en EMV-score bijdragen aan het inschatten
van de ernst van een situatie;
Gevaarlijke afwijkingen bij de EWS (Early Warning Score):
- Ademhalingsfrequentie <9/min of > 30/min
- Saturatie < 90% (ondanks 02 toediening)
- Polsfrequentie < 40/min of > 130/min
- Systolische bloeddruk < 90 mmHg of > 200 mmHg
- Veranderde bewustzijn in afname
EWS/NEWS/MEWS
Early Warning Score, de EWS omvat bepaalde vitale parameters die een indicatie geven of
de patiënt bedreigd is. Wanneer je concludeert dat de vitale parameters in een bepaalde
mate afwijken, dient specialistische zorg, bijvoorbeeld het Spoed Interventie Team (SIT) te
worden ingeschakeld. SIT-teams: IC- SEH- CCU-verpleegkundigen en een arts.
= Redeneer hulp ernst situatie in te schatten (komt erbij op toets)
Red flag ISO 3
- Laag risico = score 0-4 actie VPK
- Medium risico = score 5-6/ ISO 3 Actie arts
- Hoog risico = score 7/7+ actie SIT
EMV
Voor het meten van bewustzijn wordt de Glasgow Coma Scale (GCS) gebruikt. Het aantal
punten dat wordt behaald op deze schaal wordt vermeld via de EMV-score. Hierbij staat de E
voor Eye opening, de M voor Motor response en de V voor Verbal response. De patiënt kan
maximaal 15 punten scoren en minimaal 3. Het resultaat wordt per letter met bijbehorend
cijfer opgeschreven, bijvoorbeeld E2M2V1 = 5 (komt ook op toets)
4. Uitleggen hoe de SBAR-methode een goede communicatie tussen artsen en/ of
verpleegkundigen bevordert;
De SBAR-methode is een concrete methode waarmee je structuur in elke vorm van
communicatie kunt brengen. Vooral bij kritische situaties, waarbij onmiddellijke aandacht en
actie noodzakelijk is, biedt de methode een handvat voor eenduidige communicatie.
= Systematische overdracht en wordt door alle artsen en verpleegkundige over de hele
wereld gebruikt.
SBAR
Situation
- Geef aan wie je bent
- Geef aan om welke afdeling het gaat
- Geef aan om welke patiënt het gaat
- Geef aan wat het probleem is
Background
- Meest recente diagnose en hoe recent deze is.
- Korte weergaven voorgeschiedenis.
- Kort overzicht van medische behandelingen tot nu toe.
,Assessment
- Meest recente metingen van vitale functies (incl. glucose)
- Welke veranderingen je zorgelijk vindt
- Geef aan waar je aan denkt!
Recommandation
- Geef aan wat je ziet.
- Geef aan wat er moet gebeuren en/ of er nog onderzoeken nodig zijn.
- Vraag hoe vaak de patiënt gecontroleerd moet worden.
- Vraag bij welke veranderingen er gewaarschuwd moet worden.
- Stel voor om bijvoorbeeld vast een infuus in te brengen.
5. Toelichten welke interventies verpleegkundigen kunnen uitvoeren bij een respiratoir
bedreigde patiënt;
Respiratoire insufficiëntie = Onvoldoende en niet effectief ademhalen Ernstige
kortademigheid. Verstoring diffusie, perfusie en ventilatie of een combinatie hiervan.
- Recht opzetten in een halfzittende houding
- Vernevelen/ zuurstof toedienen
- Mobiliseren
Acute respiratoire insufficiëntie
- Pulmonaal probleem
- Probleem in de ademhalingsspieren
- Probleem in de aansturing van de ademhalingsspieren
Oorzaken en indelingen ziektebeelden:
1. Degeneratief: Afname/ vermindering van een orgaan of functie Kapot of door
ouderdom.
2. Neoplastisch: Vorming van een tumor of gezwel Goedaardig of Kwaadaardig.
3. Aangeboren afwijkingen.
4. Ontsteking.
6. De oorzaken, symptomen, gevolgen en behandeling van COPD beschrijven;
COPD= Chronisch obstructief longlijden. Er is een chronische prikkeling van de luchtwegen
wat zorgt voor een ontstekingsreactie:
- Verkramping glad spierweefsel
- Toename slijmproductie
Luchtwegen zijn blijvend vernauwd en werken steeds minder goed, hierdoor krijg je
steeds minder zuurstof.
COPD is een verzamelnaam voor = Chronische bronchitis en longemfyseem
Oorzaak/ Risicofactor = ROKEN
- Roken leidt tot ontstekingen in de kleinere luchtwegen, het slijmvlies wordt dikker,
het aantal slijmbekercellen neemt toe en daarmee ook de slijmproductie.
, Degeneratief, eerst vaak een ontsteking waardoor vervolgens een verdikking van de
spierwand van de alveolus ontstaat. Er treedt veel slijm op, maar doordat de elastiekjes van
de spiertjes aan de spierwand kapot zijn gegaan, kan deze niet meer goed in- en uitrekken
en kan slijm niet goed worden opgehoest. Mensen met COPD zijn vatbaarder voor
luchtweginfecties = Pneumonie (longontsteking). De pneumonie kan een exacerbatie
(verergering) van de COPD-klachten geven.
Chronische bronchitis
Ontsteking van de luchtwegen door een micro-organisme.
Verschijnselen van chronische bronchitis bestaan uit het langdurig optreden van hoesten,
opgeven van sputum (grijsgrauwig slijm) en kortademigheid.
De klachten zijn vooral ’s morgens aanwezig bij het opstaan en verergeren gedurende de
wintermaanden.
Sputum infect: Klachten nemen sterk toe en het sputum is geelgroenig van kleur.
Acute bronchitis
= De klachten nemen in ernst toe, er is sprake van sputum infect, er ontstaat koorts en een
piepende ademhaling. Op dit moment is bronchusobstructie waarneembaar.
Dyspnoe = kortademigheid
Dyspnoe d’effort = Kortademigheid bij inspanning
Dyspnoe d’repos = Kortademigheid bij rust
Orthopnoe = Kortademigheid bij platliggen
Longemfyseem
Bij een chronische ontsteking van de kleine luchtwegen gaat het longweefsel kapot en
ontstaat longemfyseem. De elasticiteit van de longblaasjes neemt af en er is een
vermindering van de bloedvaten in de longen.
Obstructie van de luchtwegen wordt dus veroorzaakt door:
1. Verkramping van gladspierweefsel
2. Toename slijmproductie
3. Afname elasticiteit longblaasjes + verminderde bloedvaten in de longen
Door verminderde uitstroom van lucht en ophoping van lucht in de longblaasjes ontstaat een
verminderde gaswisseling. Hierdoor ontstaan de klachten van COPD.
- Hoesten
- Slijm opgeven (sputum)
- Benauwdheid/ snel kortademigheid
- Vermoeidheid
Bij longemfyseem is door de langdurige prikkeling een disbalans opgetreden tussen stoffen.
Door een grote hoeveelheid protease (bevorderen de afbraak van eiwitstructuren) en
oxidanten (vrije radialen, beschadigden lichaamscellen) ontstaat er afbraak van het
longweefsel.