2021
bron: hethoutens.nl
De ondersteuning van kinderen met dyslexie
in het regulier basisonderwijs
Student:
Opleiding: SPO schakelprogramma Orthopedagogiek
Vak: Referaat- en bibliotheekpracticum
Docent:
Datum: 15-01-2021
Versie: 1
,Abstract
In the last decade, the reading performance of Dutch pupils has deteriorated significantly.
At the same time, the number of children with dyslexia has increased in the Netherlands.
The existing research shows two potential causes for this phenomenon: (i) too little support
and (ii) quality differences between schools regarding reading and spelling education.
Therefore, this study examines to what extent the practices of schools contain effective factors
in supporting children with dyslexia. A questionnaire analysis tool is used to analyze two
dyslexia protocols and manuals of methods and interventions which are being used by primary
schools. This tool is composed on the basis of the theoretical framework which describes eight
components that have been proven effective in supporting students with dyslexia. The results
provide an overview of the components which do and which do not occur in the school
practices from grade three to eight. The main finding is that schools are inconsistent in their
practices. However this study also finds two positive features, one of them being that schools
take sufficient account of individual differences between weak readers.
Inleiding
Het jeugdjournaal (2020) brengt het volgende onder de aandacht: “Kinderen die extra hulp
nodig hebben op school, krijgen die niet altijd”. Dit blijkt uit het onderzoek van de
Kinderombudsman omtrent kinderen met een extra ondersteuningsbehoefte. Deze kinderen
blijken te weinig tijd en aandacht te krijgen, waardoor zij zich onvoldoende gehoord voelen.
Daarbij speelt de onrust, gebrek aan structuur en de onderlinge relaties in de klas en op school
een belangrijke rol (Wiersma, Hopman & Heuvel, 2020). De leerlingen met een extra
ondersteuningsbehoefte mogen door het passend onderwijs zich aanmelden bij een reguliere
basisschool. De school heeft de zorgplicht om voor deze leerlingen een passende vorm van
onderwijs aan te bieden. Als dat niet mogelijk is, dient de school op zoek te gaan naar een
andere school waar dat wel mogelijk is (Eck, Rietdijk & Linden, 2017; Nederlands
Jeugdinstituut, 2020).
Lees- en spellinginterventies
Eén van de extra ondersteuningsbehoeften kan zijn het inzetten van interventies bij lees- en/of
spellingproblemen in het regulier basisonderwijs. Wanneer er niet tijdig met passende
interventies gereageerd wordt, kan dat gevolgen hebben voor de groei van de woordenschat,
achtergrond kennis en het begrijpend lezen (Elliott, 2020; Comber, Janks & Hruby, 2019).
Tevens kunnen de lees- en/of spellingproblemen een negatief gevolg hebben op het zelfbeeld,
1
, de sociale relaties, het gedrag en het emotionele welzijn van het kind (Livingston, Siegel &
Ribary, 2018; Reid, 2017). Dit komt doordat een kind met lees- en/of spellingproblemen zich
minder slim voelt ten opzichte van leeftijdsgenoten en onbegrepen door de omgeving (Gibby-
Leversuch, Hartwell & Wright, 2019).
Om de bovenstaande genoemde gevolgen in te dammen is vroegtijdige erkenning en
passende aanpak van lees- en/of spellingproblemen van groot belang, doordat de prognose dan
het beste is (Verschueren & Koomen, 2016; Livingston, Siegel & Ribary, 2018). Wanneer een
blijvende achterstand zich voordoet in het lezen en/of spellen die niet te wijten is aan een ander
probleem, dan spreekt men van dyslexie (Stichting Dyslexie Nederland, 2016).
Lees- en spellingonderwijs
Internationaal is bekend dat de leesprestaties van leerlingen in Nederland statistisch significant
verslechteren over de jaren (European Commision, 2019). Daarnaast blijkt uit de gegevens van
het Centraal Bureau voor de Statistiek (2016) een toename van twee procent in het aantal
kinderen met dyslexie. Door deze stijging heeft de Inspectie van Onderwijs (2019) onderzoek
op scholen verricht omtrent dyslexie. De belangrijkste bevinding is het kwaliteitsverschil die
tussen scholen bestaan in het lees- en spellingonderwijs en de ondersteuning van zwakke lezers
en spellers. Dit verschil is ook door Bosman en Schraven (2017) vastgesteld. Uit het onderzoek
van Inspectie van Onderwijs (2019) blijkt dat zwakke lezers en spellers te weinig worden
ondersteund op tien procent van de onderzochte scholen. Echter, door het Inspectie van
Onderwijs (2019) is er geen relatie gevonden tussen de kwaliteit van het lees- en
spellingonderwijs en het percentage zwakke lezers en spellers. Daarentegen tonen eerdere
onderzoeken aan dat de kwaliteit van het lees- en spellingonderwijs wel invloed heeft op de
lees- en spellingprestaties van leerlingen (Braams & Bosman, 2000; Bosman & Schraven,
2017). Het onderscheid wordt gemaakt in het al dan niet gebruik maken van een interventie. De
lees- en spellingprestaties zijn namelijk hoger bij leerlingen bij wie een interventie wordt
toegepast in tegenstelling tot leerlingen bij wie geen interventie wordt toegepast.
Huidig onderzoek
Naar aanleiding van het bovenstaande is het van belang dat er aandacht wordt besteed aan het
welzijn van kinderen met dyslexie en dat zij tijdig passende ondersteuning op school krijgen.
In het huidige onderzoek ligt de focus op de werkwijzen die scholen gebruiken bij het
ondersteunen van kinderen met dyslexie, omdat uit de literatuur blijkt dat de werkwijzen van
scholen verschillen in de manier waarop zij lees- en spellingonderwijs geven en hoe zij
2