Toets gezondheidsrecht
Patiëntenrechten en -plichten
Hoofdstuk 1
Onbekwaam maakt onbevoegd = niemand die werkzaam is in de individuele
patiëntenzorg zich op een bevoegdheid kan beroepen ter rechtvaardiging van
zijn handelen, tenzij hij aannemelijk kan maken dat hij bij het uitoefenen van die
bevoegdheid ook beschikte over de daarbij benodigde bekwaamheid.
WGBO= dwingend recht, dus mag er niet ten nadele van een van de partij
worden afgeweken.
Strafrecht= niets is strafbaar, tenzij op voorgeschreven wijze het tegendeel is
bepaald= legaliteitsbeginsel.
Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz):
heeft tot doelstelling verbetering te brengen in de rechtsbescherming van de
psychiatrisch patiënt die onvrijwillig wordt of is opgenomen:
Externe rechtspositie: onder welke voorwaarden kan een burger met dwang
worden opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis? meestal gekeken naar
bestwil criterium/ gevaar criterium = is het voldoende dat de opneming
in het belang van de betrokkene wordt geacht / of moet de betrokkene een
zodanig risico opleveren voor zichzelf, voor anderen of voor de openbare
veiligheid, dat hij niet in de samenleving kan worden gehandhaafd?
Interne rechtspositie: de rechten en verplichtingen van de patiënt nadat hij
onvrijwillig is opgenomen.
Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG):
In beginsel staat het iedereen vrij de geneeskunst te beoefenen, zij het dat
daarbij met het oog op de kwaliteit van de zorg en ter bescherming van de
patiënt tegen ondeskundige beroepsbeoefenaren wel enkele
voorzorgsmaatregelen worden genomen:
1. Er is voorzien in een systeem van titelbescherming met daarbij een
afbakening van het deskundigheidsgebied van de verschillende
beroepsbeoefenaren. 2 varianten:
Zware variant: voor acht beroepsgroepen die aan het publiekrechtelijke
tuchtrecht zijn onderworpen en vallen onder een systeem van constitutieve
registratie.
Minder zware variant= paramedische beroepen.
2. Het uitgangspunt dat het in beginsel iedereen vrijstaat de geneeskunst te
beoefenen, wordt ingeperkt door in art. 36 Wet BIG veertien typen van
handelingen hiervan uit te zonderen: de voorbehouden handelingen. alleen
artsen.
3. Art. 96 Wet BIG stelt strafbaar het door medisch handelen veroorzaken van
schade of een aanmerkelijke kans op schade aan de gezondheid van een
ander, voor zover degene die de handelingen verricht niet is ingeschreven en
in een register of – indien wel ingeschreven in een register- de grenzen van
zijn deskundigheidsgebied overschrijdt.
,Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO):
Staat wel bekend als de wet van informatie en toestemming, van inzagerecht, de
verbindendheid van schriftelijke wilsverklaringen en bescherming van de
persoonlijke levenssfeer
De hulpverlener is gehouden tot goed hulpverlenerschap, waarbij hij is
gebonden aan zijn professionele standaard.
De patiënt kan aanspraak maken op hetgeen waartoe de hulpverlener
krachtens de wet jegens hem is verplicht, waarvan de kern is dat in het
kader van de behandelingsovereenkomst geen verrichtingen mogen
worden uitgevoerd waarvoor de patiënt geen toestemming heeft gegeven.
Spannender wordt het als het de positie betreft van de patiënten die niet in staat
zijn in samenspraak met de hulpverlener te overwegen wat zij wel en niet
wenselijk en aanvaardbaar vinden. aangewezen is die hen vertegenwoordigen
Regeling hierover voor minderjarige en meerderjarige wilsonbekwamen, bijv.:
Wie is vertegenwoordiger
Wat de vertegenwoordiger in het belang van de patiënt in het overleg met
de hulpverlener moet of mag inbrengen
Hoofdstuk 2
WGBO: enerzijds – kwaliteit van de professionele zorgverlening – wordt
aangeduid als ‘goed hulpverlenerschap’ en het andere – dat van de patiënt-
vooral tot uitdrukking komt in het recht op informatie en inzage in het eigen
dossier, het recht niet zonder toestemming te worden behandeld en het recht om
behandeling te weigeren.
Behandelingsovereenkomst
De ene partij is de hulpverlener, die zowel een natuurlijk persoon als een
rechtspersoon kan zijn. loondienst: bij rechtspersoon is de hulpverlener niet
zelf een contractpartij, maar de instelling.
Niet in loondienst: vrij gevestigd specialist die een praktijk heeft is zelf een partij,
natuurlijk persoon.
De andere partij bij de overeenkomst is vaak de patiënt zelf, maar regelmatig ook
iemand die met het oog op de behandeling van de patiënt de overeenkomst
aangaat:
Minderjarige;
Meerderjarige wilsonbekwaam.
Weigeren: Weigeren op gronden die discriminatie opleveren, zijn ongeoorloofd.
Mag alleen weigeren als de praktijk vol zit of omdat de patiënt onevenredig ver
woont. alleen op grond van objectieve, toetsbare criteria mogen patiënten
worden geweigerd, waarbij een beroep op gebrek aan deskundigheid geen
aanvaardbare reden is als van de hulpverlener in redelijkheid mag worden
verwacht dat hij capabel is om de gevraagde hulp te verschaffen.
,Geen behandelingsovereenkomst aangaan:
Professionele verantwoordelijkheid (valt niet onder jouw specialiteit);
Onvoldoende vertrouwensbasis
Hulpverlener heeft aanmerkelijk belang
Zorgvuldigheidseisen
Overleg en motivatie
Bij nood: hulpverlenen
Gegevens verstrekken.
Beëindiging:
Afsluiting van de behandeling;
De patiënt een andere hulpverlener zoekt;
Overlijden van de patiënt;
Zwaarwichtige redenen voor de hulpverlener:
- Onheuse bejegening, agressief gedrag, grensoverschrijdend gedrag
- Patiënt weigert medewerking, opzettelijk achterhouden van informatie
(7:452 BW)
- Frequente weigering rekening te betalen (7:461 BW)
- Aanmerkelijk belang (verliefd)
Zorgvuldigheidseisen:
- Herhaaldelijk aandringen en waarschuwen;
- Redelijke termijn voor beëindiging;
- Voortzetten medisch noodzakelijke hulp;
- Gegevens verstrekken;
- Zorgvuldig dossierbeheer.
Uitspraak Regionaal Tuchtcollege Zwolle 21 oktober 2016
Bij vertrouwensbreuk mag je inderdaad eenzijdig beëindigen als arts, maar moet
er rekening worden gehouden met zorgvuldigheidsregels. Zo dient de arts
alvorens de beëindiging overleg te ebben over de gerezen problemen, te
onderzoeken of deze zijn te verhelpen en de patiënt waarschuwen dat opzegging
dreigt.
Recht op informatie
De hulpverlener moet de patiënt de informatie verschaffen die de patiënt nodig
heeft om al dan niet in te stemmen met een voorgestelde verrichting of
behandeling of een te volgen beleid.
Inhoud?
Art. 448 WGBO:
- De aard en het doel van het onderzoek, de behandeling of de verrichtingen;
- De daarvan te verwachten gevolgen en daaraan verbonden risico’s;
- Andere methoden van onderzoek en behandeling die in aanmerking komen;
- De gezondheidstoestand van de patiënt en zijn vooruitzichten.
Wie?
Informatie wordt verstrekt aan de patiënt zelf. Indien dit niet mogelijk is, zal de
informatie worden verstrekt aan de vertegenwoordiger van de patiënt voor zover
dat niet verenigbaar zou zijn met de eisen van goed hulpverlenerschap. er
, geldt voor kinderen en wilsonbekwamen wel dat zij zoveel mogelijk betrokken
moeten worden in de informatie (art. 465 WGBO).
Uitzondering: Therapeutische exceptie: art. 7:448 lid 4 BW
= de uitzondering op de informatieplicht ten voordele van degene aan wie de
informatie wordt onthouden: Informatie voor de patiënt te verzwijgen omdat
hij, de hulpverlener, vermoedt dat de informatie voor de patiënt belastend en
schadelijk is.
Voorwaarden:
- Het moet een ernstig nadeel opleveren voor de patiënt (suïcidegevaar)
- Vooraf zijn voornemen ter toetsing heeft voorgelegd aan een collega
hulpverlener. hoeft niet in te stemmen, maar wordt dan wel problematisch.
- Directe naasten moeten wel worden ingelicht, indien dit in het voordeel van
patiënt is.
- Achtergehouden informatie alsnog aan de patiënt worden meegedeeld zodra
kennelijk ernstig nadeel niet langer behoeft te worden gevreesd.
Welke?
Uitgangspunt is dat de hulpverlener zich bij het informeren van de patiënt laat
leiden door hetgeen deze redelijkerwijs dient te weten. voldoende is om tot
een weloverwogen beslissing te komen.
De vraag of bepaalde informatie aan een patiënt moet worden verstrekt, hangt
samen met de aard van de behandeling of verrichting waarover het in concreto
gaat:
- Regelmatig voorkomende bijwerkingen, complicaties en negatieve
uitkomsten. zelden voorkomende gebeurtenissen niet. (CTG 18
september 2012 / RT DH 20 dec 2016)
- Voorbijgaande en blijvende negatieve uitkomsten
- Hoe urgent de behandeling of verrichting is, die aan de orde is.
Hoe?
Mondeling, maar als de patiënt erom vraagt mag het ook schriftelijk. Art. 448
WGBO: ‘Op duidelijke wijze’. Bij buitenlanders mag een familielid tolken, maar
moet patiënt wel instemmen, anders wordt het beroepsgeheim door de arts
geschonden.
Recht om geen informatie te ontvangen
Art. 449 WGBO: geen informatie wordt gegeven aan de patiënt die aangeeft deze
niet te willen ontvangen geldt niet indien het belang dat de patiënt heeft bij
het niet-ontvangen van informatie niet opweegt tegen het nadeel dat daaruit zou
voortvloeien voor hem of voor anderen.
Toestemmingsvereiste
Art. 450 lid 1 WGBO (art. 11 GW): Voor verrichtingen ter uitvoering van een
behandelingsovereenkomst is de toestemming van de patiënt vereist.
meestal door de uitvoering ervan: plaatsnemen in een onderzoeksruimte,
uitstrekken onderarm, ophalen van een recept, etc.