Levensfasen
Hoofdstuk 2: De geboorte en de eerste zes maanden
Na de geboorte zie je in de loop van een paar maanden een enorme ontwikkeling tot stand
komen, zoals de ontwikkeling van het bewegingsapparaat, de spectaculaire groei in de
lengte en de verdubbeling van het geboortegewicht.
De eerste periode na de geboorte is het kind extra gevoelig voor het proces van hechting.
Een goede hechting is voor het kind belangrijk, omdat hij zich daardoor in veiligheid kan
ontwikkelen tot een zelfstandig persoon.
2.1 De geboorte als een biologische proces
De geboorte neemt gemiddeld tussen de acht en veertien uren in beslag.
➔ De hersenen van de moeder en het kind versnellen het verloop van de baring door
het hormoon oxytocine, af te geven dat de baarmoeder doet samentrekken. Dit komt
door een verlaagde bloedsuikerspiegel bij de baby, omdat de moeder niet meer
voldoende voedingsstoffen kan leveren. Dit punt wordt bij eenlingen eerder bereikt,
daarom worden zij vaker eerder geboren.
Baby’s huilen vaak na de bevalling, dit zorgt voor het starten van de ademhaling, angst, pijn
of honger.
➔ Ontroostbaar en meer overstuur raken na troostpogingen: trauma
Hoe lager het geboortegewicht is, hoe hoger het risico op ontwikkelingsstoornissen.
➔ Vroeggeboorte (prematuriteit)
➔ Roken of drugsgebruik
Verminderen van risico op ontwikkelingsstoornissen:
➔ Goede onderlinge steun van de ouders.
➔ Goede zorg van de pasgeborene
Complicaties tijdens de geboorte kunnen onder andere leiden tot een te grote
beweeglijkheid en een concentratiestoornis.
Swaab legt een verband tussen de tangverlossing, een vacuümextractie en een laag
geboortegewicht.
Eventuele tijdelijke vervormingen aan het hoofdje, door verlostang, de vacuümextractor en
de keizersnede, die zowel bij een natuurlijke al bij een kunstmatige bevalling kunnen
optreden, herstellen zich in de regel gelukkig snel.
Hoe meer het kind leert, dus hoe meer zintuiglijke ervaringen er binnenkomen, hoe meer
nieuwe verbindingen er worden gemaakt, tussen hersencellen en hoe sterker deze
verbindingen worden.
, ➔ Het babybrein is erg plastisch: een hersengebied kan bij beschadigingen gemakkelijk
door een ander hersengebied kan worden geactiveerd om de bedoelde handeling te
compenseren.
2.2 De lichamelijke groei, de rijping en de ontwikkeling van de motoriek
Na de geboorte kan hij in de regel nog alleen in elkaar gedoken, liggend bewegen.
Met een jaar kan hij over het algemeen voorzichtig eerste stappen zetten.
Met twee jaar kan hij overal naar toe lopen.
→ De grotere lichaamsbeheersing is het resultaat van rijping en kan slechts in
beperkte mate worden geleerd.
De volgende reflexen verdwijnen relatief snel na de geboorte:
- De snuffel- of zoekreflex: verschijnsel waarbij de baby ritmisch heen en weer
zoekende bewegingen maakt als hij honger heeft.
- De loopreflex: de voeten worden voor elkaar gezet als iemand de baby onder zijn
oksels vasthoudt en hij zacht een vloer raakt.
- De zwemreflex: het kind maakt in het water zwembewegingen
- De bijtreflex: een ritmische beweging van de onderkaak om melk uit de tepel of de
speen te kunnen drukken.
- De wurg- of kokhalsreflex: een beschermingsreactie tegen het mogelijke verslikken
als er melk in de luchtpijp terechtkomt.
- De Mororeflex: als een baby schrikt, opent hij zijn vingers en de armen en spreidt hij
zijn benen. Vervolgens brengt hij de armen voor de borst alsof hij iemand wil
omhelzen.
- De zuigreflex: deze reflex treedt op als de baby op de wang of mond wordt
aangeraakt. Het hoofd draait dan in de richting van de aanraking. Deze reflex helpt
de tepel/speen vinden is dus noodzakelijk voor het voeden.
- De Babinskyreflex: deze reflex, waarbij de tenen spreiden en de grote teen omhoog
gaat bij het wrijven over de voetzool, verdwijnt in verhouding iets later, maar in elk
geval moet deze worden vervangen door de voetzoolreflex als het kind gaat leren
lopen. Deze reflex werd anders averechts.
Als deze reflexen niet tijdig verdwijnen, kan dat duiden op een hersenbeschadiging en dat
kunnen we het beste zo snel mogelijk weten om het kind adequaat te kunnen begeleiden.
De ontwikkeling van de groei en de motoriek
Twee groeirichtingen onderscheiden waarlangs de ontwikkeling zich voltrekt:
- De cefalo caudale groeirichting: de groeispurt start bij het hoofd en gaat vandaar
naar beneden toe verder.
- De proximodistale groeirichting: van dichtbij het centrum van het lichaam,
proximaal, tot verder naar de buitenkant, distaal→ de romp groeit eerder
dan de ledematen en de armen groeien eerder dan de handen en de
vingers.
Ontwikkeling van de grote bewegingen:
1. Eerste maand: het kind kan nogal gebogen liggen, de embryonale houding.
2. Tweede maand: het kind kan zijn hoofd in balans houden met een beetje steun en
het trappelt stevig met zijn benen en begint zijn armen meer te gebruiken om te
grijpen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper britoudenampsen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,69. Je zit daarna nergens aan vast.