Samenvatting
Sociologie
Hoofdstuk 1 wat is sociologie
Sociologie kunnen we omschrijven als het systematisch onderzoek van de menselijke samenleving. De
kern van deze discipline bestaat uit een geheel eigen gezichtspunt dat we de sociologische visie of het
sociologisch perspectief noemen. Het helpt ons om in het gedrag van bepaalde mensen algemene
patronen te ontdekken.
Er bestaan twee verschijnselen die erbij kunnen helpen om de wereld vanuit een sociologisch perspectief
te leren zien:
1. Een bestaan in de marges van de samenleving
Hoe groter de marginaliteit van een individu, hoe beter hij of zij vaak in staat is om het
sociologisch perspectief te hanteren.
2. Het doormaken van een sociale crisis
De perioden waarin de samenleving veel verandering ondergaat of in een crisis verkeert, kunnen
ons uit ons evenwicht brengen en ons tot het aannemen van de sociologische visie bewegen.
Mondiaal / globaal perspectief is het bestuderen van de wereld in zijn geheel en de plaats die onze
samenleving daarin inneemt. Dit heeft als betekenis voor de sociologie dat het een logisch verlengstuk is
van het sociologisch perspectief. De sociologie laat ons zien dat onze positie in de samenleving zeer veel
invloed heeft op de ervaringen die we in ons leven opdoen. Onze positie in de samenleving heeft zeer
veel invloed op de ervaringen die we in ons leven opdoen, het is vaak verhelderend om over grenzen te
kijken.
Aan de hand van het niveau van hun economische ontwikkeling kunnen we landen in drie brede
categorieën verdelen:
1. Hoge-inkomenslanden zijn landen met de hoogste algemene levensstandaard
2. Middeninkomenslanden Landen met een levenstandaard die we gemiddeld kunnen noemen
3. Lage-inkomenslanden Landen met een lage levensstandaard, waarvan de meeste inwoners arm
zijn.
We vergelijken de situatie in de rijke westerse landen met die in andere landen. We doen dit om vier
redenen:
1. Het leven dat we leiden wordt gevormd door het land waarin we leven.
2. De contacten tussen samenlevingen zijn zeer sterk toegenomen
3. Veel sociale problemen waarmee de westerse wereld geconfronteerd wordt, zijn elders veel
ernstiger.
4. Globaal denken helpt ons om meer inzicht in onszelf te krijgen.
Het hanteren van het sociologisch perspectief maakt ons actiever en bewuster, en zorgt ervoor dat we
kritischer gaan denken. Het heeft vier positieve effecten:
1. Aan de hand van het sociologisch perspectief kunnen we nagaan wat er wel en niet klopt aan het
‘alledaags denken’.
2. Het sociologisch perspectief geeft ons een beter inzicht in de mogelijkheden en de hindernissen
die we in ons dagelijks leven tegenkomen.
3. Het sociologisch perspectief geeft ons de mogelijkheid een actieve rol te spelen in de
samenleving waarvan we deel uitmaken.
4. De sociologie helpt ons om in een wereld te leven die zich kenmerkt door diversiteit.
,De ingrijpende veranderingen die zich in de achttiende en negentiende eeuw in Europa voltrokken
maakten dat mensen meer na gingen denken over de samenleving en hun eigen positie daarin. We
kunnen drie belangrijke veranderingen noemen die een transformatie van de samenleving
teweegbrachten:
1. De industrialisering Tijdens de middeleeuwen bewerkten de meeste inwoners van Europa een
stuk land in de buurt. Tegen de eind van de achttiende eeuw introduceerde uitvinders nieuwe
energiebronnen waarmee zij grote machines aan het werk konden zetten. Dit had als gevolg dat
mensen werden opgenomen in een groot en anoniem leger van arbeidskrachten dat
gecontroleerd werd door hun onbekende mensen. Veel mensen moesten hun vertrouwde
omgeving verlaten en er ontstond een scheiding tussen werk en privé.
2. De groei van steden Veel mensen verhuisden van het platteland naar de stad waardoor er
nieuwe sociale problemen ontstonden.
3. Politieke veranderingen De economische ontwikkelingen en stedengroei leidden ertoe dat
mensen anders gingen denken.
Auguste Comte (1798-1857) introduceerde in 1838 de term sociologie, hij stelde dat er drie
ontwikkelingsfasen aan het ontstaan van de sociologie vooraf waren gegaan. Als eerste de theologische
fase (vanaf begin van de geschiedenis van de mens tot het einde van de Europese middeleeuwen (1350)
gingen mensen ervan uit dat de samenleving Gods wil tot uitdrukking bracht). De renaissance (15e eeuw)
leidde de metafysische fase in ( de samenleving werd als een natuurlijk en niet als een bovennatuurlijk
verschijnsel beschouwd). Als derde fase was de wetenschappelijke fase (Comte zorgde ervoor dat de
wetenschappelijke benadering, die aanvankelijk voor het analyseren van de fysieke wereld werd gevolgd,
nu ook voor de het bestuderen van de samenleving gebruikt zou worden.
Positivisme: inzicht verwerven op basis van wetenschappelijke onderzoek.
Sociologie is een wetenschap die ontstaat tijdens de belangrijke en ingrijpende sociale veranderingen in
de achttiende en negentiende eeuw. Deze periode van grote sociale veranderingen wordt vaak
aangeduid als de overgang van een traditionele naar een moderne samenleving. Moderniteit : sociale
patronen die het resultaat zijn van industrialisering, is een centraal begrip in het onderzoek van sociale
verandering. Modernisering is het sociale veranderingsproces dat in gang is gezet door de
industrialisering. Peter Berger (1977) onderscheidde vier belangrijke kenmerken van modernisering:
1. Het verdwijnen van kleine, traditionele gemeenschappen.
2. De uitbreiding van persoonlijke keuzemogelijkheden. Het leven van mensen in traditionele, pre-
industriële samenlevingen wordt bepaald door krachten die hun controle te boven gaan (god,
geesten of het lot). Het verdwijnen van tradities heeft tot gevolg dat mensen hun eigen leven als
een oneindige reeks van keuzes kunnen gaan zien (individualisering).
3. Grotere sociale diversiteit
4. Oriëntatie op de toekomst en een groeiend tijdsbewustzijn. De premoderne mens richt zich op
het verleden, de leden van moderne samenlevingen zijn meer met de toekomst bezig en zijn
optimistisch.
- De Duitse socioloog Ferdinand Tönnies (1855-1937) beschreef de modernisering als de overgang
van gemeinschaft naar gesellschaft, die gekenmerkt wordt door het verdwijnen van traditionele
gemeenschappen en de opkomst van het individualisme. De industriële revolutie wordt
gekenmerkt door een zakelijke benadering die gebaseerd is op feiten, efficiëntie en geld,
waarmee de sociale wereld van familie en traditie wordt uitgehold. (hier is veel kritiek op)
- Emile Durkheim(1858-1917) verklaarde de modernisering in termen van de zich uitbreidende
arbeidsverdeling in een samenleving. Mechanische solidariteit, gebaseerd op
gemeenschappelijke activiteiten en opvattingen, wordt langzamerhand vervangen door
organische solidariteit die gekenmerkt wordt door het feit dat mensen door specialisatie van
elkaar afhankelijk worden. Voor Durkheim werd de modernisering gekenmerkt door een
, toenemende arbeidsverdeling oftewel een gespecialiseerde economische activiteit. Dit komt
veel over met de theorie van Tönnies maar Tönnies zag gesellschaft als het einde van de sociale
solidariteit omdat mensen de organische betrekkingen van een kleine gemeenschap moeten
missen en overgeleverd worden aan de mechanische betrekkingen van een stand. Durkheim
bestempelde de moderne samenleving juist als organisch en stelde dat de moderne samenleving
even natuurlijk is als in elke andere maatschappij, en noemde de traditionele samenleving juist
mechanisch omdat deze goed geordend was. Durkheim zag het optimistischer in.
- Max weber (1864-1920) beschouwde modernisering in termen van het naar de achtergrond
verdwijnen van een traditioneel wereldbeeld en het op de voorgrond treden van een
rationaliteit. Weber vreesde de dehumaniserende effecten van rationele organisaties. In
navolging van Tönnies en Durkheims bewering dat de industrialisering tradities uitholt, stelde
Weber dat de moderne samenleving onttoverd is. Hij wist dat de wetenschap technologische en
organisatorische wonderen zou kunnen voortbrengen, maar hij vreesde tegelijkertijd de
mogelijkheid dat de wetenschap de afstand tot enkele fundamentele levensvragen zou
vergroten.
- Karl Marx (1818-1863) beschouwde de modernisering als de triomf van het kapitalisme over het
feodalisme. Het kapitalisme creëert sociale conflicten die een revolutionaire verandering teweeg
zullen brengen die tot een socialistische samenleving zonder sociale ongelijkheid zal leiden. Marx
was het eens met de stelling dat de moderniteit de rol van kleine gemeenschappen verkleinde
(Tönnies). En was het eens met de stellingen dat de moderniteit de arbeidsverdelingen
(Durkheim) en een rationeel wereldbeeld (weber) in hand werkte. Maar hij beschouwde deze
aspecten als condities die het mogelijk maakten dat het kapitalisme volledig tot ontwikkeling zou
komen.
Drie hoofdvragen van de sociologie:
1. Hoe is sociale (on)gelijkheid mogelijk?
2. Hoe is sociale (wan)orde mogelijk?
3. Hoe werkt het proces van rationalisering (modernisering) van de wereld?
Eind negentiende en begin twintigste eeuw ontstond in Nederland toenemende interesse in sociale
vraagstukken. In de loop van de negentiende eeuw begonnen de eerste wetenschappers aandacht te
besteden aan het in kaart brengen van sociale toestanden. De overgang naar de moderne tijd raakte
iedereen en ook bij de gegoede burgerij ontstond interesse in maatschappelijke vraagstukken. Vanuit
socialistische en liberale hoek kwamen ideeën over het verheffen van het volk via onderwijs. De
sociologie in Nederland werd in de eerste instantie bedreven door juristen, economen en geografen. Na
de Eerste Wereldoorlog kwam er steeds meer academische aandacht voor de sociologie. Vanaf de
Tweede Wereldoorlog wordt de sociologie een steeds meer gevestigde wetenschap. De overheersende
gedachte na de oorlog was dat de samenleving via onderzoek een beleid maakbaar was. Ook het
ontstaan en de uitbouw van de Nederlandse verzorgingsstaat zorgde voor veel vraag naar de kennis en
kunde van sociologen.
Hoofdstuk 2 sociologische theorieën en
methoden
Sociologen die zich met theorievorming bezighouden worden met twee fundamentele vragen
geconfronteerd: wat moeten we onderzoeken? En hoe moeten de gegevens die een onderzoek oplevert
aan elkaar gerelateerd worden? Sociologen volgen bij het beantwoorden van deze vragen verschillende
benaderingen. We kunnen een theoretische benadering of theoretisch perspectief opvatten als een
fundamenteel beeld van de samenleving dat als richtsnoer dient voor theorie en onderzoek. We kunnen
vier sociologische benaderingen onderscheiden:
Macroniveau (totaalbeeld van sociale structuren die de samenleving als geheel gestalte geven)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper denisescheepmaker. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.