INLEIDING
Een eicel en een zaadcel versmelten tot zygote; de ontwikkelingsgang van een nieuw mens
kan beginnen. Het is gebruikelijk om deze ontwikkeling in 2 fasen te verdelen:
1. De embryonale fase
- 1e tot 8e zwangerschapsweek
- Het embryo nestelt zich in het endometrium, en ontwikkelen zich de placenta, de
navelstreng en alle functiesystemen.
- Deze fase eindigt wanneer alle orgaanstelsel zijn aangelegd
2. Foetale fase
- Kenmerkt zich door groei en verdere ontwikkeling van de orgaanstelsels
PARAGRAAF 1 OVERERVING VAN EIGENSCHAPPEN
Heel veel eigenschappen worden bepaald door de combinaties van de erfelijke codes in de
chromosomen, de voor de helft van de vader en voor de helft van e moeder afkomstig zijn.
Er zijn ook eigenschappen die je niet terugvindt bij de ouders. Dat heeft te maken met het feit
dat alle geslachtscellen als gevolg van crossing-over ook nieuwe -dus unieke-
chromosoomcombinaties bevatten.
Hoewel de genencombinatie in elke zygote uniek is, zijn er door middel van
kansberekeningen en chromosoomonderzoek en op basis van gegevens van de ouders toch
voorspellingen te doen over de erfelijke eigenschappen die de kinderen kunnen hebben. De
tak van wetenschap die de overerving van eigenschappen onderzoekt is de genetica
(erfelijkheidsleer).
Paragraaf 16.1.1 karyogram
Een gen: is een bepaald deel van het DNA-molecuul dat de informatie voor 1 eigenschap
bevat.
Elke set van 23 chromosomen in de haploïde geslachtscel bevat de totale erfelijke code van
een mens en wordt het humane genoom genoemd.
De plaats waar het gen in het chromosoom is te vinden heet de locus.
Chromosoomonderzoek gebeurt onder andere door middel van een karyogram. Hierin zijn
de homologe chromosomenparen naar vorm en grootte gerangschikt. De paren hebben een
vaste nummering. Om een karyogram te kunnen maken, worden chromosomen uit een
delende cel geïsoleerd en gekleurd. Door de kleuring krijgt elk chromosoom een
karakteristiek bandenpatroon dat doet denken aan een streepjescode.
Ook de centromeer zit bij elk chromosoom op een kenmerkende plaats. Vervolgens worden
de chromosomen gefotografeerd en op overeenkomstr, vorm en grootte gerangschikt.
Paar 1 tot en met paar 22 komen bij de vrouw en de man overeen in bandenpatroon, vorm
en grootte. Dat is niet het geval bij het 23e paar. Bij vrouw twee gelijke chromosomen, naar
, de vorm X-chromosomen genoemd. Bij man twee verschillende chromosomen, namelijk
X en Y-chromosoom.
Behalve dat het 23e chromosomenpaar bepaalde genen bevat, bepalen ze het geslacht van
het individu.
Een vrouw: heeft alijd 2 X chromosomen, Een man: heeft altijd een X en Y chromosoom
De chromosomen van het 23e paar worden daarom geslachtschromosomen genoemd.
16.1.2 allelen
De ligging van de genen binnen de chromosomen is bij alle mensen gelijk. Genen kunnen
wel in verschillende variaties voorkomen: allelen. Als iemand 2 dezelfde allelen voor een
eigenschap heeft noem je hem homozygoot. Als de 2 allelen verschillend zijn noem je ze
hetrozygoot. In dit geval heb je een overheersend allel: dominant (aangegeven met
hoofdletter). Het onderdrukte allel (wat niet tot uiting komt) noem je recessief (aangegeven
met een kleine letter).
In de genetica wordt onderscheid gemaakt tussen fenotype en genotype.
Fenotype: verschijningsvorm van het individu, dat wil zeggen het geheel van waarneembare
eigenschappen.
Genotype: geheel van erfelijke eigenschappen op de chormosomen bedoeld.
Fenotype = genotype + omgevingsfactoren
Paragraaf 16.1.3 kansberekening bij overerving
Bij de bloedgroepen:
- Een persoon met bloedgroep AB zowel het allel A als het allel B heeft
- De allelen A en B dominant zijn over het allel 0
Paragraaf 16.1.4 X-chromosomale overerving
Behalve dat de geslachtschromosomen het geslacht van het individu bepalen, beavtten ze
ook een aantal genen. Dit geldt echter vooral voor de X-chromosomen. Bij de vrouwen
komen alle X-chromosomale allelen dus dubbel voor, bij de man enkel. Dit heeft gevolgen
voor de overerving.
PARAGRAAF 2 EMBRYONALE ONTWIKKELING
Alle mensen maken dezelfde ontwikkelingsstadia in de uterus door. Dat begint met:
1. Embryogenese (embryonale ontwikkeling)
- Ontwikkeling van eencellige stadium totdat het ongeveer 9 weken oud is.
- Het embryo nestelt zich in het endometrium.
- Placenta en navelstreng ontwikkelen zich.
- Eindigt wanneer alle orgaanstelsels zijn aangelegd. foetus
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper demi_schoenmakers. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.