Inspanningsfysiologie
Fysiologie en anatomie
Hoofdstuk 8
Paragraaf 11
~Het autonome zenuwstelsel
Onze bewuste activiteiten hebben weinig te maken met ons overleven op korte of lange termijn
De aanpassingen die het autonome zenuwstelsel (AZS) maakt, zijn veel belangrijkere
Zonder het AZS zou een nacht slapen al levensbedreigend kunnen zijn
Het AZS en het somatische zenuwstelsel (SZS) geleiden motorische impulsen naar perifere
effectoren.
- Beide maken deel uit van het efferente gedeelte van het perifeer zenuwstelsel (PZS)
~SZS:
Skeletspieren worden direct door lagere motorische neuronen aangestuurd
~AZS:
In het AZS is het CZS is altijd door een tweede motorische neuron van de perifere effector
gescheiden
De motorische neuronen van het AZS in het CZS, de zogenoemde preganglionaire neuronen, sturen
hun axonen, de preganglionaire vezels, naar autonome ganglia buiten het CZS
De axonen van deze neuronen (postganglionaire vezels) verlaten de ganglia en innerveren de
hartspier, de gladde spieren, klieren en vetcellen (adipocyten)
Het AZS bestaat uit twee gedeelten:
- Het sympathische zenuwstelsel:
o Preganglionaire vezels van de thoracale en lumbale ruggenmergsegmenten, vormen
synapsen in ganglia nabij het ruggenmerg.
o De preganglionaire vezels zijn kort en de postganglionaire lang.
- Het parasympatische zenuwstelsel:
o Het wordt het ‘fight-or-flight’-systeem genoemd, omdat het de stofwisseling in de
weefsels stimuleert, de waakzaamheid verhoogt en het lichaam op noodsituaties
voorbereidt.
o De preganglionaire vezels ontspringen aan de hersenen en de sacrale segmenten van
het ruggenmerg. Ze vormen synapsen met neuronen in de terminale ganglia vlak bij de
doelorganen, de zogenaamde intramurale (murus = wand) ganglia.
o De preganglionaire vezels zijn lang en de postganglionaire kort.
o Het wordt vaak gezien als het ‘rustsysteem’ of ‘rust- en spijsverteringssysteem’, omdat
het energie spaart en activiteiten stimuleert die in rust worden uitgevoerd, zoals de
spijsvertering.
Het sympathische en parasympatische zenuwstelsel beïnvloeden doelorganen door gereguleerde
afgifte van specifieke neurotransmitters bij de postganglionaire vezels
Of het resultaat een stimulering of een remming van de activiteit is, hangt af van de reactie van de
membraanreceptor op de aanwezigheid van de neurotransmitter
, Enkele algemenen patronen verdienen de aandacht:
- Alle preganglionaire autonome vezels zijn cholinerg: bij hun synaptische eindknop geven ze
acetylcholine (Ach) af. De effecten zijn altijd stimulerend
- Postganglionaire parasympatische vezels zijn eveneens cholinerg, maar het effect is stimulerend
of remmend, afhankelijk van de aard van de receptor op de doelcel
- De meeste postganglionaire sympatische vezels geven noradrenaline af. Neuronen die NA
afgeven worden adrenerg genoemd. De effecten van NA zijn meestal stimulerend
~ACh (paragraaf 8.4)
Een voorbeeld van een neurotransmitter is acetylcholine of ACh. Het wordt
vrijgemaakt bij cholinerge synapsen
De 4 stappen bij een cholinerge synaps nadat een actiepotentiaal bij het
presynaptische neuron is aangekomen:
1. Een aankomende actiepotentiaal depolariseert het axonuiteinde en de
presynaptische membraan
2. Calciumionen komen het cytoplasma van het axonuiteinde binnen / Er vindt
afgifte van ACh plaats via exocytose van blaasjes met neurotransmitters
3. ACh diffundeert door de synapsspleet en bindt zich aan receptoren op de
postsynaptische membraan / Natriumkanalen op de postsynaptische membraan
worden geactiveerd, waardoor een plaatselijke depolarisatie ontstaat / Afgifte van
ACh stopt, doordat calciumionen uit het cytoplasma van het axonuiteinde worden
verwijderd
4. De depolarisatie eindigt wanneer ACh door AChE wordt afgebroken tot acetaat en
choline / het axonuiteinde reabsorbeert choline uit de synapsspleet en gebruikt
dit om opnieuw ACh te vormen
~NA (paragraaf 8.4)
=norepinefrine
Het is belangrijk in de hersenen en in de gedeelten van het autonome
zenuwstelsel
De stof wordt ook wel noradrenaline genoemd en synapsen waar NS wordt
afgegeven, worden adrenerg genoemd
De neurotransmitters dopamine, gamma-amonoboterzuur (GABA) en
serotonine werken in het CZS
- De effecten van deze neurotransmitters zijn meestal remmend, doordat de postsynaptische
neuronen worden gehyperpolariseerd.
~Het sympathische zenuwstelsel:
Het sympathische gedeelte van het AZS bestaat uit de volgende onderdelen:
- Preganglionaire neuronen die tussen de segmenten T1 en L2 van het ruggenmerg
binnenkomen→ Ze liggen in de laterale grijze hoorns en hun korte axonen komen de ventrale
wortels ter hoogte van deze segmenten binnen
- Neuronen in de ganglia nabij de wervelkolom → gepaarde ganglia van de grensstrengen en
ongepaarde prevertebrale ganglia
- Het bijniermerg →De neuronen hebben zeer korte axonen
,~Organisatie van het sympathische zenuwstelsel:
De grensstreng:
- Vanuit de ventrale wortel van elk van de ruggenmerg zenuwen lopen de vezels samen de
ruggenmergzenuw uit en gaan de ganglia van de grensstreng binnen
- Voor motorische impulsen naar de lichaamswand bevindt zich een synaps bij de ganglia van de
grensstrengen en daarna keren de postganglionaire vezels terug naar de ruggenmerg zenuw
waarna ze zich vertakken
- Voor de borstholte bevindt zich een synaps bij de ganglia van de grensstreng, maar de
postganglionaire vezels vormen vervolgens zenuwen die direct naar de doelorganen lopen
De prevertebrale ganglia:
- De weefsels en organen in buik- en bekkenholte staan in verbinding met synaptische zenuwen
via preganglionaire vezels
- De vezels zijn via synapsen met drie ongepaarde prevertebrale ganglia verbonden
- De zenuw die naar de vertebrale ganglia loopt, wordt de n.splanchnicus genoemd.
- De postganglionaire vezels die de prevertebrale ganglia verlaten, innerveren organen in de
gehele buik en bekkenholte
Het bijniermerg (medulla adrenalis):
- Preganglionaire vezels die de beide bijnieren binnenkomen, lopen door naar het centrale
gedeelte van deze organen (de medulla adrenalis)
- Daar zijn ze via een synaps verbonden met gemodificeerde neuronen die endocriene functies
vervullen
- Als deze cellen worden gestimuleerd worden de neurotransmitters noradrenaline en adrenaline
afgegeven, die door de haarvaten naar het hele lichaam worden vervoerd
~Algemene functies van het sympathische zenuwstelsel:
Tijdens een crisis reageert het gehele sympathische zenuwstelsel, waardoor de waakzaamheid wordt
verhoogd, iemand een gevoel van energie en euforie krijgt
De activiteit van het hart, bloedvaten en ademhalingsorganen neemt toe en de spiertonus wordt
verhoogd
Door de afgifte van noradrenaline en adrenaline vanuit de medulla van beide bijnieren wordt het
effect van de sympathische activering uitgebreid tot cellen die niet met sympathische
postganglionaire vezels in verbinding staan en deze effecten duren ook veel langer dan de directe
beïnvloeding door sympathische zenuwen
~Het parasympathische zenuwstelsel (PZS):
Het parasympathische deel van het AZS omvat de volgende structuren:
- Preganglionaire neuronen in de hersenstam en in de centrale segmenten van het ruggenmerg.
o De middenhersenen, de pons en de medulla oblongata bevatten autonome kernen die
verbonden zijn met de hersenzenuwen III, VII, IX en X
o Andere autonome kernen liggen in de laterale grijze hoorns van de
ruggenmergsegmenten S2 t/m S4
- Ganglionaire neuronen in perifere ganglia in of nabij doelorganen
o Preganglionaire vezels van het PZS hebben minder vertakkingen dan die van het SZS,
daarom zijn de effecten van parasympathische prikkeling plaatselijker en specifieker dan
die van het SZS
, ~Organisatie van het PSZ:
Preganglionaire vezels die de hersenen verlaten, reizen binnen de hersensenuwen III(oculomotrius),
VII(facialis), IX(glossopharyngeus) en X(vagus)
De n.vagus zorgt voor preganglionaire parasympatische innervatie van ganglia in organen van borst-,
buik- en bekkenholte en innerveert ongeveer 75% van alle parasympatische impulsen
Preganglionaire vezels in de sacrale segmenten van het ruggenmerg geleiden de sacrale
parasympatische uitvoer
Ze zijn niet met de ruggenmergzenuwen verbonden, maar vormen daarentegen bekkenzenuwen, die
verbonden zijn et intramurale ganglia in de nieren en urineblaas, de laatste segmenten van de dikke
darm en de geslachtsorganen.
~Algemene functies van het PSZ:
De effecten die het PSZ teweegbrengt, zijn gericht op rust, voedselverwerking en energie opslag
Ze zijn meestal kort van duur en tot specifieke plaatsen beperkt
~Relaties SZS en PZS:
Het SPS heeft uitgebreide effecten, en vertakt zich naar viscerale en somatische structuren in het
gehele lichaam
Het parasympatische zenuwstelsel innerveert alle ingewanden die met hersenzenuwen zijn
verbonden of die in de buik- en bekkenholte liggen
Organen met een dubbele innervatie worden door beide gedeelten van het AZS aangestuurd
Hoofdstuk 10
Paragraaf 1:
In het algemeen voert het zenuwstelsel kortdurend ‘crisisbeheer’ uit, terwijl het endocriene stelsel
langduriger, aanhoudende stofwisselingsprocessen reguleert
Endocriene cellen geven hormonen af, chemische stoffen die de stofwisselingsactiviteit van veel
verschillende weefsels en organen wijzigen
Vergelijking zenuw- en endocriene stelsel:
- De werking van beide systemen berust op de afgifte van chemische stoffen die zich binden aan
specifieke receptoren op doelcellen
- Beide stelsels hebben verschillende chemische signaalstoffen gemeenschappelijk:
o Noradrenaline en adrenaline worden bijvoorbeeld hormonen genoemd als ze aan het
bloed worden afgegeven, en neurotransmitters als ze bij een synaps worden afgegeven
- Beide stelsels worden voornamelijk via negatieve terugkoppeling gereguleerd
- Beide stelsels coördineren en reguleren de activiteit van andere cellen, weefsels, organen en
stelsels en handhaven de homeostase
Paragraaf 2:
~Cellen en hormonen:
Endocriene cellen: de cellen die klierproducten aan de extracellulaire vloeistof afgeven
Exocriene cellen: de cellen die het klierproduct op een epitheeloppervlak afgeven
Hormonen: chemische signaalstoffen die in het ene weefsel worden afgegeven en door de
bloedstroom naar doelcellen in andere weefsels worden vervoerd