Samenvatting Psychologie
In deze module behandelen wij schizofrenie, diverse angststoornissen en persoonlijkheidsstoornissen.
In de samenvattingen wordt het ziektebeeld uitgelegd, bijbehorende symptomen en behandelingen
besproken.
Schizofrenie
➔ een chronische, psychotische, veelal invaliderende stoornis die in elk facet van het leven van
een patiënt kan ingrijpen. Verstoringen in het gedrag, het denken, de emoties en de
waarnemingen. Acute episodes laten een breuk met realiteit zien, die gekenmerkt wordt
door symptomen als wanen, hallucinaties, onlogisch denken, onsamenhangende spraak en
bizar gedrag.
Ontstaan en beloop:
• Ontstaat meestal na het 20e / 25e levensjaar. M = 25 – 30 / V = 30 jaar
1. Relatie van prefrontale cortex
2. Vaak na heftige gebeurtenis
• Premorbide fase: niet ziek, maar mogelijk al wel bepaalde trekken / biologische markers.
• Prodromale fase: bij schizofrenie is dit de periode van afname van het functioneren die de
eerste acute psychotische episode voorafgaat. Geleidelijke veranderingen in gedrag,
vermindering van interesse. Negatieve symptomen treden op.
• Acute fase: hallucinaties, wanen, vreemder gedrag. Patiënt is manifest psychotisch.
• Restperiode: gekenmerkt door het terugkeer naar het niveau van functioneren van de
prodromale fase. Psychotisch gedrag is afwezig, maar wordt nog wel belemmerd door
belangrijke cognitieve, sociale en emotionele gebreken.
➔ Tussen acute episoden kunnen mensen restverschijnselen hebben: moeite met helder
nadenken of juiste emoties te verbinden aan gezichtsuitdrukkingen.
➔ Vaak na de eerste psychose gaat het nog wel, echter na de 3e aanval wordt het functioneren
erg verslechterd.
➢ Schatting 5-10% van mensen met schizofrenie pleegt suïcide. Mannen hebben ene hoger
risico dan vrouwen en reageren slechter op medicatie. Vrouwen hebben meestal een
minder erg ziektebeloop. In niet – westerse culturen vaak meer visuele hallucinaties.
Psychose is als normale informatie bijzonder wordt. Een psychose is altijd deel van het ziektebeeld
schizofrenie.
- Informatieverwerking verstoord
- Verlies realiteitszin
▪ Onder andere bij: manische depressie, drugs-medicijngebruik en zonder
psychische stoornis.
, Diathese:
hoe ga je
met
dingen
om?
Diagnostische kenmerken Schizofrenie DSM - 5
A) Twee of meer van de volgende symptomen zijn aanwezig gedurende een aanzienlijk dele
van de maand.
1. Wanen
2. Hallucinaties
3. Ongestructureerde spraak
4. Strek ongeorganiseerd of katatonisch gedrag
5. Negatieve symptomen
B) Gedurende een aanzienlijke tijd sinds het begin van de stoornis is het niveau van
functioneren op een of meer belangrijke terreinen, zoals werk, interpersoonlijke relaties
of persoonlijke verzorging, veel lager dan het ervoor was of niet bereikt.
C) Er zijn aanhoudende tekenen van de stoornis gedurende ten minste een half jaar.
Minstens een maand in de actieve fase van A volhouden. In prodromale fase of restfase
alleen negatieve symptomen.
D) Schizo affectieve stoornis of depressieve of bipolaire stoornis met psychotische aspecten
zijn uitgesloten. 1) Recent geen manische of sombere periodes. 2) als er geen
stemmingsepisodes zijn opgetreden gedurende de actieve fase.
E) De stoornis is niet toe te schrijven aan de fysiologische effecten van een middel of
somatische aandoening.
F) Als er ene geschiedenis is van autisme of een communicatiestoornis die in de jeugd
begonnen is; wordt de schizofrenie alleen vastgesteld als er duidelijke hallucinaties of
wanen zijn gedurende minstens een maand.
Positieve symptomen: (ervaren symptomen die VOOR de psychose NIET aanwezig waren) hebben
betrekking op een breuk met de werkelijkheid, zoals de ze tot uiting komt in hallucinaties en
waanideeën. Symptomen waren voor het ziektebeeld niet aanwezig, dus nieuwe symptomen.
Denkstoornis: een verstoring van het denken die wordt gekenmerkt door de afbraak van de
logische verbanden tussen gedachten.
1. Formele denkstoornis: de vorm en structuur van gedachteprocessen zijn verstoord. Het
dagdromen of het zoeken in gedachten. De vorm van denken en gedachtegang is voor
anderen lastig of moeilijk te volgen zijn. Er is sprake van een verminderde organisatie,
verwerking en beheersing van gedachten. Bij schizofrenie gaat dat anders en op een
meer chaotische / onlogische wijze.