Hierbij bied ik mijn samenvatting aan van het vak criminologische vaardigheden. Hierin komen de hoorcolleges en werkgroepen naar voren aangezien hierin de belangrijkste punten zijn om het onderzoek te schrijven.
H2
Probleemstelling:
1. Vraagstelling: wat wil je als onderzoeker te weten komen? de deelvragen specificeren de
onderdelen vd vraagstelling. Verschillende vraagstellingen:
Beschrijvend: wie/wat voor/welke/wanner/hoe
Trendvraagstelling: minimaal twee tijdstippen vergelijken
Comparatieve: minstens twee locaties vergelijken
Verklarend(causaal): waarom/waardoor/hoe komt/ wat is reden voor.
Voorspellend (causaal): dingen die je verwacht tegen te komen. wat gebeurt er als
gevolg van…
Voorwaarden causaliteit:
Oorzaak duidelijk vooraf aan gevolg
Samenhang tussen twee
Samenhang kan niet worden weg verklaard door een derde verschijnsel
2. Doelstelling: waarom?
Fundamenteel: kennisprobleem. Kennis en inzicht. Wetenschappelijke relevantie
Toegepast: praktijkprobleem. Maatschappelijke relevantie
Explorerend onderzoek (nieuwe kennis) en toetsend (klopt het?).
H3
de empirische cyclus: uitgebreide versie (fundamentele onderzoek)
- Kennisprobleem: wat wil hij onderzoeken. Probleem vaststellen
- Inductie van hypothesen: relevante verschijnselen benoemen. Mogelijke regelmatigheden en
samenhangen tussen verschijnselen benoemen. Gok van de onderzoeker. Dmv aantal
observaties kom je tot een algemene uitspraak inductie.
- Theorie: samenhangend stelsel van uitspraken waarmee empirische regelmatigheden
beschreven, verklaard en voorspeld kunnen worden.
- Deductie van hypothesen: hypothesen worden geformuleerd die zijn afgeleid uit theorie en
die kunnen worden getoetst op hun juistheid. Redeneren van algemeen naar bijzonder.
Voorspelling wat er zal gebeuren in onderzoek.
- Toetsing: analyse van empirische gegevens verzamelen en naast hypothesen te leggen. Als
uitkomst van analyse niet strijdig is (niet falsificeert) maar juist ondersteunt (verifieert) word
hypothese bevestigt. Wel falsificatie? Vaak de hypothese beetje aanpassen.
- Evaluatie: heb je het kennisprobleem opgelost? Aangeven welke gedeeltes niet voldoende in
beeld zijn gebracht. Empirische cyclus nooit af, kan altijd weer een detail verder
onderzoeken.
De twee wet. Benaderingen in de empirische cyclus:
- Empirisch analytisch: nadruk op deductie fase van toetsend onderzoek om zo theorieën en
hypothesen te weerleggen.
- Empirisch interpretatief: nadruk op inductie fase met oog op verdere ontwikkeling van een
theorie
Ook de mondelinge motivering van de straftoemetingsbeslissing laat te wensen over
Inleiding
Bij straftoemetingsbeslissing word niet altijd de reden in vonnis benoemd waarom de rechter een
sanctie kiest.
Strafmotivering moet beter
De slechte strafmotivering word onwenselijk bevonden. Hierom project PROMIS waarin
strafmotivering word aangespoord. Kerngedachte is motivering op maat (Motiveer uitgebreid als
nodig is en sober als dit mogelijk is). hierdoor soms motivering nog steeds slecht. Rechter kan via
, schriftelijk vonnis en ook via mondelinge uitspraak zich motiveren. Soms is uitgebreide mondelinge
motivering genoeg en dan standaardmotivatie in vonnis.
Onderzoek naar mondelinge strafmotivering
Welke factoren neemt een rechter mee in zijn beslissing? Ernst van feit, de persoon van dader en
omstandigheden alleen deze worden niet verder gespecificeerd.
Straftoemetingstheorieën:
- Focal concerns theory of sentencing: mate van verwijtbaarheid vd dader, gevaarlijkheid vd
dader/bescherming vd maatschappij en praktische gevolgen vd beslissing voor organisaties
en individuen. de wijze waarop de rechter omgaat met dit gebrek aan informatie
voortbordurend op
Bounded rationality-uncertainty avoidance-theorie: niet alle relevante info is beschikbaar
dan ontwikkelt men patterned responses op basis van de ernst vh delict en criminele
verleden aangevuld met stereotiepe beelden.
expectation states approach: eigenschappen aan dader toekennen dmv demografische
kenmerken als ras, etniciteit, geslacht, leeftijd, sociale klasse en aantrekkelijkheid v dader.
Eerder straftoemetingsonderzoek:
Amerikaans onderzoek toont aan dat de ernst van het delict en het strafrechtelijk verleden van de
verdachte als de twee belangrijkste strafvoorspellers kunnen worden beschouwd. daarnaast jonge,
zwarte mannen blijken het zwaarst te worden bestraft.
In NL is geconcludeerd dat zowel de beslissing om een vrijheidsbenemende straf op te leggen als de
beslissing over de duur van de vrijheidsbenemende straf afhangt van het strafrechtelijk verleden van
de verdachte, de toegebrachte schade, de aanwezigheid van gerechtelijk vooronderzoek en van of de
verdachte werk heeft. straftoemeting bij diefstal dat recidivisten, mensen uit lagere milieus en
werklozen (gegeven eenzelfde soort delict) verhoudingsgewijs zwaarder bestraft worden. sprake v
scholieren-effect (daders uit de hogere klasse lagere straffen kregen omdat zij grotendeels scholier
waren). De aard van het delict en het strafrechtelijk verleden van de verdachte bleken een grote rol
te spelen bij de straftoemetingsbeslissing van de rechter. Daarnaast werklozen krijgen vaker een
onvoorwaardelijke vrijheidsstraf dan werkenden. Bij moord en doodslag isgeslachte en herkomst
belangrijke rol.
Onderzochte factoren:
Opmerkingen
- soms wel verwacht wordt dat bepaalde factoren een rol spelen bij de straftoemeting, maar
dat niet verwacht wordt dat de rechter dit laat terugkomen in zijn strafmotivering.
- Sommige factoren indirect effect
- Elke rechter vrijheid om zelf te bepalen zijn straftoemetingsbeslissing en individualisering van
straffen. Hierom niet kijken naar verschillen maar naar verantwoording.
resultaten: mondelinge motivering verduidelijkt weinig
werk: in 17 vd 86 zaken kwam de rechter er maar op terug op zijn arbeidssituatie in mondelinge
motivering. Wegens slechte combi werken en gevangenis werd vaak gekozen voor geldboete.
Recidivekans: komt amper terug in mondeling.
Houding vd verdachte: overige factoren geldt voornamelijk dat, zelfs al leken deze tijdens de zitting
een belangrijke rol te spelen – soms benoemd –, dan nog niet terug in mondelinge motivering. Uit de
observaties bleek dat de verbale houding van de verdachte overduidelijk een rol speelt tijdens de
zitting en de beslissing, maar dat dit niet naar voren komt in de strafmotivering zelf. idem non-
verbale houding.
Conclusie
Factoren waarvan werd verwacht dat zij invloed hebben op de strafmaat, zoals geslacht, leeftijd,
werksituatie, strafrechtelijk verleden en recidiverisico van de verdachte, bleken vaak wel besproken
te worden bij de behandeling van de zaak. ze komen niet terug in de mondelinge motivering van de
rechter. Factoren die wel terugkwamen in de strafmotivering, zoals werksituatie en recidivekans,
bleken veel minder vaak in de strafmotivering genoemd te worden dan verwacht. wat de rechter nu
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maximebanastasia. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,19. Je zit daarna nergens aan vast.
