Hoofdstuk 2
2.1 Onderzoeks ontwerp
Vaststellen hoe je wilt gaan onderzoeken(3 vragen)
- Welke onderzoeksvorm?
- Populatie of steekproef?(eenheid)
- Hoe meet je de kenmerken?
Welke onderzoeksvorm?
(Kwantitatief) Experiment
Onderzoeken wat de invloed is van iets op iets anders.
Survey
Verzamelen van informatie over de onderzoekseenheden
Kwantitatieve Survey
Resultaat van het onderzoek is in cijfers(Enquête)
Kwalitatieve Survey
Diepte interviews die je inzicht moeten verschaffen. Want de verslagen van het interview
vormen je onderzoeksmateriaal.
Hoe meet je de kenmerken?
Operationalisering
Het vertalen van een abstract begrip naar meetbare vragen en items.
,2.2 Welke vorm van kwantitatief onderzoek is geschikt?
2.2.1. Survey
Onderzoeksmethode waarbij het doel is om gegevens over kenmerken van eenheden te
verzamelen om vervolgens die kenmerken te beschrijven en verbanden tussen die
kenmerken te ontdekken.
Eenmalige Survey
Eenmalig waarnemen door de kijken, vragen en luisteren.
Longitudinale survey
Onderzoekseenheden zo als bedrijven en respondenten worde een aantal jaar gevolgd en
tijdens die jaren vinden er een aantal metingen plaats. Hierdoor kan je ontwikkelingen
vaststellen in het fenomeen dat je onderzoekt.
Twee onderzoekstechnieken.
Panelonderzoek
Een vaste groep wordt gevolgd en er vinden metingen plaats op bepaalde tijdstippen.
Trendonderzoek
Er worden verschillende metingen gedaan met wisselende onderzoeksgroepen.
Begrippen:
Tijdreeksonderzoek: Ontwikkelingen op een tijdlijn van de nametingen op een groot
aantal tijdstippen.
Oorzakelijke verbanden: Verbanden waarbij er invloed plaatsvind van het ene kenmerk
op het andere kenmerk.
Uitkijken voor causaliteit en schijnverbanden/verschillen.
Causaliteit: Als dit en dit gebeurt dan zal dit zeker gebeuren
Schijnverbanden of schijnverschillen: Intelligente kinderen kijken minder tv dus zijn
minder agressief
Drie soorten beïnvloedende kenmerken.
Confounder
Mediator
Moderator
Confounder
Verklaart een deel van het verband tussen het ene en het anderen(intelligentie en agressie).
Heeft invloed op zowel A als C.
, Mediator
Als een deel van de relatie tussen twee kenmerken loopt via een derde kenmerk(mediërend
kenmerk).
Moderator
Kenmerken die van invloed zijn op een relatie tussen twee kenmerken. Maar niet op de
mediator manier
2.2.2 Experiment
Een onderzoeksmethode waarmee je een causale relatie kunt vaststellen. Er is meestal
spraken van een gemanipuleerde experimentele onafhankelijke variabele en een
afhankelijke testvariabele.
- Onafhankelijke variabele oefent invloed uit op de afhankelijke variabele.
Interventie: Therapie of reclame die invloed hebben op de afhankelijke variabele.
Effect- of evaluatieonderzoek:
Experimentele groep: Groep waar het experiment op wordt uitgevoerd en die krijgen ook de
interventie.(Medicijn, training)
Controle groep: Krijgt dit niet en er is geen sprake van een gebeurtenis met een grote
impact. Wordt vergeleken met de experimentele groep.
Placebo: Nepmedicijn om te kijken of het effect niet op suggestie optreed maar gewoon de
medicijn stoffen(vooral tijdens het testen van medicijnen)
Dubbel-blind-onderzoek: Zowel de patiënt als de onderzoek medewerker weet niet wie het
echte medicijn toegediend heeft gekregen en wie de placebo.
Zuiver experiment
Experiment waarbij de proefpersonen random(op basis van toeval) aan de experimentele
controlegroep toegewezen.
Quasi experiment
Een experiment met bestaande groepen(afdelingen van een bedrijf) en geen randomisatie.
Selectie-effect: Verschillen tussen controle groep en experimentele groep is niet veroorzaakt
door interventie maar door een verschil die er al was vanaf het begin.
Matching: Kijken naar op welke punten mensen vergelijkbaar zijn buiten het
onderzoeksonderwerp. (vormen van vergelijkbare paren (jongetje van 11) )
Pre-experiment
Er is geen controle of vergelijkingsgroep.
Gevaren:
- Tussentijds voorval, er gaat iemand dood.
- Geen zicht op mogelijke invloeden van groei effecten.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Waterkan55. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.