Moleculair Biologische Processen
Samenvatting
1
, Celbiologie 8HC
Glazuur; (enamel) 96% mineraal, dood, heel hard en slijtvast maar broos
Dentine; (dentin) 70% mineraal, verder vooral collageen type I, dikker en exibeler dan
glazuur, om dauwkracht op te vangen, leeft
Pulpa; (pulp) bevat zenuw, bloedvaten en stamellen, o.a. voor odontoblasten die
(secundair en tertiair) dertien vormen, leeft
Paradontaal ligament; (periodontal ligament) collageen II en III, verankering tand, verdeling
dauwkrachten, voorkomt resorptie, verdediging tegen microben, proteoglycanen,
broblasten
Vezels van Sharpey; lopen helemaal van het cement tot in het alveolair bot. Daardoor is
extraheren van een element bv zo lastig. In bot zit alleen collageen type I, maar bij een
vezel van Sharpey kan je ook type III tegen komen.
Fibroblasten; collageen vormende cellen (in bot; osteocyt, in cement; cementocyt)
Alveolair bot; 70% mineraal, collageen type I. Twee soorten; corticaal (geel) en spongieus
bot (spons), hoge turnover
Bot aanmaak en afbraak;
Osteoclast (clasten;afbraak) -> macrofagen -> osteoblasten (blasten;bouwers) -> bot
Zonder osteoclasten ga je vroeg dood maar komen bijvoorbeeld ook je tanden niet door.
————————————————————————————————————————
2
fi fl
, Cellulaire basis van de tandmorfogenese (tand vorm vorming)
Groeifactoren (comminucatie) eiwitten;
- worden plaatselijk in kleine hoeveelheden gemaakt
- Werken op korte afstand
- Binden de receptor van doelcel en activeren celdeling/di erentiatie
Moleculen die de kern in gaan zijn transcriptie
factoren. Dit is een intracellulair eiwit wat
hecht aan de promotor van speci eke genen
en die gaan RNA en eiwit maken.
Er zijn veel soorten groeifactoren. De
belangrijkste families;
- Fibroblast groei factor (FGF)
- Bone morphogenetic proteins (BMP)
- Wat’s
Gebitsaanleg; als het aantal is verstoord, vorm
en grootte is verstoord en plaats van elementen komt dit door morfogenese;
groeihormonen en transcriptiefactoren
Tand agnesie; missen van elementen
- hypodontia; 1-6 blijvende elementen ontbreken
- Oligodontia; 6 of meer elementen ontbreken
- Anodontia; alle elementen ontbreken
Mesenchymaal; bindweefsel, heeft veel extracellulaire matrix
Epitheel; cellen strak tegen elkaar en basale Lamia
Bij tandontwikkeling moet epitheel (glazuur) nauw samenwerken met mesenchym (bot/
ligament/dentine). Communicatie tussen die twee soorten is dus essentieel, zoals
uitwisseling van groeifactoren.
Groei tand;
- 1; placode stadium. Cellen gaan delen in speci eke richting en zo ontstaat een knopje
in het mesenchyn. De grootte van het element word nu al door grootte van het knopje
bepaald
- 2; kap stadium. Er wordt een kap gevormd. Allemaal epitheel cellen. Later word dit
glazuur. Onder het kapje heb je dental papilla, later word dit dentine en pulpa. Ook
vormt samenklontering er omheen wat PDL en een beetje bot gaat worden.
- 3; klok stadium. Cellen ontwikkelen verder en blijven delen en di erentiëren.
- 4; late klok stadium. Dentine vorming, glazuurvorming
Inductie en ontstaan van vorm is genetisch bepaald en komt tot stand via interactie van
signalen (groeifactor-receptor-transductie).
Glazuur ontwikkelingsstoornis
Erfelijk; verschillende type amelogenese imperfecta.
Niet erfelijk;
- medicijnen, antibiotica
- Tekort vit A of D, eiwit, calcium
- Teveel vit A of D, uoride
3
fl fi fi ff ff