Complete samenvatting voor het vak Gezondheid & bewegen.
De boeken Anatomie en fysiologie & Klinische pathologie gebruikt.
Tentamen met een voldoende gehaald.
Samenvatting anatomie, fysiologie en pathologie. (gezondheid en
bewegen)
Terreinverkenning:
Onderzoeksmethoden:
Extern:
Inspectie observeren
Palpatie voelen
Percussie aan de buitenkant van het lichaam kloppen om
uit de hoogte van de toon een indruk te krijgen van de toestand.
Auscultatie met een stethoscoop luisteren naar geluiden.
Toucheren
Intern:
Röntgenopnamen opname van botten
CT-scan computertomografie röntgen waarbij je
ook zachtere weefsels kunt zien
MRI-scan magnetic resonance imaging patiënt wordt
in een tunnel geschoven. De waterstofatoomkernen in het lichaam
worden gemagnetiseerd.
Echografie/echoscopie beeldvormend
onderzoek met behulp van ultrageluidstrillingen.
Dopplersonografie stroomrichting en
stroomsnelheid van het bloed in de bloedbaan worden geregistreerd.
Endoscopie verzamelnaam
voor alle onderzoeken waarbij gebruik gemaakt van optische sonde
(staaf + camera)
EEG (hersenactiviteit)/EMG (spieractiviteit)/ECG (hartactiviteit)
elektrische signalen opmeten
Term Betekenis Term Betekenis
Distaal Verder weg Proximaal Dichterbij
Mediaal Aan de Lateraal Aan de
binnenkant buitenkant
Dorsaal Achterzijde Ventraal Voorzijde
Craniaal Richting Caudaal Richting
bovenzijde onderzijde
Centraal In het binnenste Perifeer Verder weg
Posterior Achterzijde Anterior Voorzijde
Superior Bovenste Inferior Onderste
Internus Binnenin Externus Buitenkant
Dextra Rechts Sinistra Links
Cel = basisbouwsteen vertoont kenmerk van leven
Stofwisseling = metabolisme alle biochemische reacties die in de cellen
kunnen plaatsvinden. 2 typen biochemische reacties:
1. Anabolisme = opbouw
Kost energie
Assimilatie (opbouwstofwisseling)
Kleine moleculen worden samengevoegd tot grotere
, 2. Katabolisme = afbraak
Komt energie vrij
Dissimilatie (afbraakstofwisseling)
Grotere moleculen worden afgebroken tot kleinere
Alle biochemische reacties in de cellen vinden plaats met behulp van
enzymen (eiwitten) reactieversnellers.
Katalysator versnelt reactie, zonder daarbij zelf verbruikt te worden.
Eiwitten worden gemaakt in cellen. De synthese vind plaats in organellen.
Bij eiwitsynthese spelen endoplasmatisch reticulum, ribosomen en golgi-
apparaat een rol. In de ribosomen worden de eiwitten gemaakt.
Ribosomen hierin wordt het eiwit gemaakt
Aantal stappen:
1. DNA in de kern dient als matrijs voor de opbouw van mRNA
2. mRNA gaat vanuit de kern naar het cytoplasma
3. codon
4. mRNA vastgehecht aan een ribosoom
5. tRNA met een aminozuur
6. anticodon
7. tRNA hecht zich op het ribosoom even aan mRNA
8. het ribosoom loopt het mRNA af, waarbij nieuwe aminozuren aan de
polypeptidenketen worden gehecht
9. tRNA gaat weer terug om een nieuw aminozuur aan zich te hechten
10. losse aminozuren in het cytoplasma
11. nieuwe gevormd eiwit
Schooltv: De eiwitsynthese - Hoe worden verschillende typen eiwitten gevormd?
Organellen:
- nucleus (celkern)
Stuurt alle stofwisselingsactiviteiten aan. Bestaat uit nucleoplasma
(kernplasma) en is omgeven door de kernmembraan. In het
nucleoplasma bevinden zich een of meerdere nucleoli
(kernlichaampjes), waarin een ander type nucleïnezuur gemaakt
wordt: het ribonucleïnezuur RNA
- celkern
bevat genetisch materiaal
- ribosoom
hierin bevindt de eiwitsynthese plaats. Bestaat uit eiwit en een eigen
RNA (rRNA).
- Endoplasmatisch reticulum (ER)
Netwerk in het plasma. Een membranensysteem van platte holten,
blaasjes en verbindingsbuisjes. 2 typen: ruw en glad.
Ruw aan het buitenoppervlak zitten er veel ribosomen vast.
Glad rol bj de cholesterol- en lipidenaanmaak voor celmembranen
en is betrokken bij bepaalde biochemische processen in het cytosol.
- Dictyosoom
Werkplaats afgifte naar ander organel
- Golgicomplex
, Bestaat uit stapel holle schijven die met elkaar in verbinding staan.
Het houdt verband met de werking van het ER. Drukke werkplaats.
- Lysosomen
Door het golgicomplex gevormde kleine blaasjes, die veel
verschillende enzymen kunnen bevatten. Dient voor afbraak van
diverse structuren
- Mitochondriën
De energieleveranciers van de cel. Langwerpig van vorm en hebben
een gladde buitenmembraan en sterk geplooide binnen membraan.
Ze maken energie beschikbaar.
- Centrosoom (spoellichaampje)
Bestaat uit twee identieke cilindervormige structuurtjes. Wordt actief
op het moment dat de cel zich gaat delen. Tijdens het delingsproces
geven ze de richting aan waarin de celdeling plaatsvindt.
Cytologie vs histologie
Cytologie Wat er gebeurt binnen een cel (losse cellen) vb:
lichaamsvocht.
Histologie onderzoek naar weefsel (klomp cellen) die samenwerken.
Materiaal wordt algemeen verzameld door een biopt (stukje weefsel).
Transport:
Passief (het gebeurd gewoon) kost geen energie
2 vormen:
- Diffusie = hoog naar laag
Doel: het gelijk krijgen van de concentratie deeltjes
- Osmose =
COW = colloïd-osmotische waarde
KOW = kristalloïd-osmotische waarde (zouten)
Doel: zelfde als diffusie, MAAR; niet alle deeltjes kunnen verspreidt
worden doordat er een half doorlopend membraan is.
Actief kost wel energie
De deeltjes moeten van een ruimte met een lage concentratie
opgeloste stoffen naar een ruimte met een hoge concentratie
opgeloste stoffen gebracht worden.
2 vormen:
- Enzymatische pomp = de stoffen worden getransporteerd door
middel van enzymen door de celmembraan gesluisd.
- Blaasjestransport = de celmembraan stulpt om de te transporteren
stof heen en vormt een blaasje.
, Epitheelweefsel functie:
- Bescherming
- Transport
- Afscheiding
2 soorten:
Eenlagig epitheel
Bestaat uit 1 rij epitheel cellen
4 typen:
1; plaveisel epitheel longblaasjes
2; kubisch epitheel nierbuisjes
3; cilindrisch epitheel microvilli in darmen
4; trilhaarepitheel in eileiders
Meerlagig epitheel
Bestaat uit enkele tot vele lagen epitheelcellen
3 typen:
1; verhoornend plaveiselepitheel opperhuid
2; niet-verhoornend slijmvlies
3; overgangsepitheel blaas
! klierepitheel
- Exocriene klieren: zweetklier hebben wel afvoerbuis
- Endocriene klieren: hormonen hebben geen afvoerbuis
Steunweefsel: verbindende, steunende of verzorgende weefsels
- Geeft steun
- Beschermt organen
- Bepaalt vorm en beweeglijkheid
Bestaat uit gespecialiseerde cellen die omgeven zijn door een
kenmerkende tussencelstof: de matrix (bloed of bod)
De steunweefsels zijn:
- Bindweefsel
Bestaat uit losliggende cellen, omgeven door de bindweefselmatrix.
Belangrijke celtypen in het bindweefsel zijn:
Fibroblasten (bindweefselcellen) verantwoordelijk voor het
onderhoud en de aanmaak van matrix en eiwitvezels
Macrofagen grote cellen die door middel van fagocytose allerlei
ongerechtigheden als bacteriën en dode weefselcellen opruimen.
Vetcellen (adipocyten) die vetdruppels kunnen opslaan
Mestcellen (mastocyten) kleine cellen gevuld met blaasjes vol
chemische stoffen (histamine).
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper demitassche. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.