100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Complete samenvatting anatomie, fysiologie en pathologie van de mens €3,99   In winkelwagen

Samenvatting

Complete samenvatting anatomie, fysiologie en pathologie van de mens

 83 keer bekeken  9 keer verkocht

Complete samenvatting voor het vak Gezondheid & bewegen. De boeken Anatomie en fysiologie & Klinische pathologie gebruikt. Tentamen met een voldoende gehaald.

Laatste update van het document: 3 jaar geleden

Voorbeeld 4 van de 35  pagina's

  • Nee
  • H1-h2-h3-h5-h6-h9-h11-h12-h13-h14
  • 8 februari 2021
  • 10 februari 2021
  • 35
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (3)
avatar-seller
demitassche
Samenvatting anatomie, fysiologie en pathologie. (gezondheid en
bewegen)

Terreinverkenning:
Onderzoeksmethoden:
Extern:
 Inspectie  observeren
 Palpatie  voelen
 Percussie  aan de buitenkant van het lichaam kloppen om
uit de hoogte van de toon een indruk te krijgen van de toestand.
 Auscultatie  met een stethoscoop luisteren naar geluiden.
 Toucheren 
Intern:
 Röntgenopnamen  opname van botten
 CT-scan  computertomografie  röntgen waarbij je
ook zachtere weefsels kunt zien
 MRI-scan  magnetic resonance imaging  patiënt wordt
in een tunnel geschoven. De waterstofatoomkernen in het lichaam
worden gemagnetiseerd.
 Echografie/echoscopie  beeldvormend
onderzoek met behulp van ultrageluidstrillingen.
 Dopplersonografie  stroomrichting en
stroomsnelheid van het bloed in de bloedbaan worden geregistreerd.
 Endoscopie  verzamelnaam
voor alle onderzoeken waarbij gebruik gemaakt van optische sonde
(staaf + camera)
 EEG (hersenactiviteit)/EMG (spieractiviteit)/ECG (hartactiviteit) 
elektrische signalen opmeten

Term Betekenis Term Betekenis
Distaal Verder weg Proximaal Dichterbij
Mediaal Aan de Lateraal Aan de
binnenkant buitenkant
Dorsaal Achterzijde Ventraal Voorzijde
Craniaal Richting Caudaal Richting
bovenzijde onderzijde
Centraal In het binnenste Perifeer Verder weg
Posterior Achterzijde Anterior Voorzijde
Superior Bovenste Inferior Onderste
Internus Binnenin Externus Buitenkant
Dextra Rechts Sinistra Links

Cel = basisbouwsteen  vertoont kenmerk van leven
Stofwisseling = metabolisme  alle biochemische reacties die in de cellen
kunnen plaatsvinden. 2 typen biochemische reacties:
1. Anabolisme = opbouw
 Kost energie
 Assimilatie (opbouwstofwisseling)
 Kleine moleculen worden samengevoegd tot grotere

, 2. Katabolisme = afbraak
 Komt energie vrij
 Dissimilatie (afbraakstofwisseling)
 Grotere moleculen worden afgebroken tot kleinere

Alle biochemische reacties in de cellen vinden plaats met behulp van
enzymen (eiwitten)  reactieversnellers.
Katalysator  versnelt reactie, zonder daarbij zelf verbruikt te worden.
Eiwitten worden gemaakt in cellen. De synthese vind plaats in organellen.
Bij eiwitsynthese spelen endoplasmatisch reticulum, ribosomen en golgi-
apparaat een rol. In de ribosomen worden de eiwitten gemaakt.
Ribosomen  hierin wordt het eiwit gemaakt
Aantal stappen:
1. DNA in de kern dient als matrijs voor de opbouw van mRNA
2. mRNA gaat vanuit de kern naar het cytoplasma
3. codon
4. mRNA vastgehecht aan een ribosoom
5. tRNA met een aminozuur
6. anticodon
7. tRNA hecht zich op het ribosoom even aan mRNA
8. het ribosoom loopt het mRNA af, waarbij nieuwe aminozuren aan de
polypeptidenketen worden gehecht
9. tRNA gaat weer terug om een nieuw aminozuur aan zich te hechten
10. losse aminozuren in het cytoplasma
11. nieuwe gevormd eiwit

Schooltv: De eiwitsynthese - Hoe worden verschillende typen eiwitten gevormd?

Organellen:
- nucleus (celkern)
Stuurt alle stofwisselingsactiviteiten aan. Bestaat uit nucleoplasma
(kernplasma) en is omgeven door de kernmembraan. In het
nucleoplasma bevinden zich een of meerdere nucleoli
(kernlichaampjes), waarin een ander type nucleïnezuur gemaakt
wordt: het ribonucleïnezuur  RNA
- celkern
bevat genetisch materiaal
- ribosoom
hierin bevindt de eiwitsynthese plaats. Bestaat uit eiwit en een eigen
RNA (rRNA).
- Endoplasmatisch reticulum (ER)
Netwerk in het plasma. Een membranensysteem van platte holten,
blaasjes en verbindingsbuisjes. 2 typen: ruw en glad.
Ruw  aan het buitenoppervlak zitten er veel ribosomen vast.
Glad  rol bj de cholesterol- en lipidenaanmaak voor celmembranen
en is betrokken bij bepaalde biochemische processen in het cytosol.
- Dictyosoom
Werkplaats  afgifte naar ander organel
- Golgicomplex

, Bestaat uit stapel holle schijven die met elkaar in verbinding staan.
Het houdt verband met de werking van het ER. Drukke werkplaats.
- Lysosomen
Door het golgicomplex gevormde kleine blaasjes, die veel
verschillende enzymen kunnen bevatten. Dient voor afbraak van
diverse structuren
- Mitochondriën
De energieleveranciers van de cel. Langwerpig van vorm en hebben
een gladde buitenmembraan en sterk geplooide binnen membraan.
Ze maken energie beschikbaar.
- Centrosoom (spoellichaampje)
Bestaat uit twee identieke cilindervormige structuurtjes. Wordt actief
op het moment dat de cel zich gaat delen. Tijdens het delingsproces
geven ze de richting aan waarin de celdeling plaatsvindt.

Cytologie vs histologie
Cytologie  Wat er gebeurt binnen een cel (losse cellen) vb:
lichaamsvocht.
Histologie  onderzoek naar weefsel (klomp cellen) die samenwerken.
Materiaal wordt algemeen verzameld door een biopt (stukje weefsel).

Transport:
 Passief (het gebeurd gewoon)  kost geen energie
2 vormen:
- Diffusie = hoog naar laag
Doel: het gelijk krijgen van de concentratie deeltjes
- Osmose =
COW = colloïd-osmotische waarde
KOW = kristalloïd-osmotische waarde (zouten)
Doel: zelfde als diffusie, MAAR; niet alle deeltjes kunnen verspreidt
worden doordat er een half doorlopend membraan is.
 Actief  kost wel energie
De deeltjes moeten van een ruimte met een lage concentratie
opgeloste stoffen naar een ruimte met een hoge concentratie
opgeloste stoffen gebracht worden.
2 vormen:
- Enzymatische pomp = de stoffen worden getransporteerd door
middel van enzymen door de celmembraan gesluisd.
- Blaasjestransport = de celmembraan stulpt om de te transporteren
stof heen en vormt een blaasje.




Soorten weefsels:
1. Epitheelweefsel
2. Steunweefsel
3. Spierweefsel
4. Zenuwweefsel

, Epitheelweefsel functie:
- Bescherming
- Transport
- Afscheiding
2 soorten:
 Eenlagig epitheel
Bestaat uit 1 rij epitheel cellen
4 typen:
1; plaveisel epitheel  longblaasjes
2; kubisch epitheel  nierbuisjes
3; cilindrisch epitheel  microvilli in darmen
4; trilhaarepitheel  in eileiders
 Meerlagig epitheel
Bestaat uit enkele tot vele lagen epitheelcellen
3 typen:
1; verhoornend plaveiselepitheel  opperhuid
2; niet-verhoornend  slijmvlies
3; overgangsepitheel  blaas
! klierepitheel
- Exocriene klieren: zweetklier  hebben wel afvoerbuis
- Endocriene klieren: hormonen  hebben geen afvoerbuis

Steunweefsel: verbindende, steunende of verzorgende weefsels
- Geeft steun
- Beschermt organen
- Bepaalt vorm en beweeglijkheid
Bestaat uit gespecialiseerde cellen die omgeven zijn door een
kenmerkende tussencelstof: de matrix (bloed of bod)
De steunweefsels zijn:
- Bindweefsel
Bestaat uit losliggende cellen, omgeven door de bindweefselmatrix.
Belangrijke celtypen in het bindweefsel zijn:
 Fibroblasten (bindweefselcellen)  verantwoordelijk voor het
onderhoud en de aanmaak van matrix en eiwitvezels
 Macrofagen  grote cellen die door middel van fagocytose allerlei
ongerechtigheden als bacteriën en dode weefselcellen opruimen.
 Vetcellen (adipocyten)  die vetdruppels kunnen opslaan
 Mestcellen (mastocyten)  kleine cellen gevuld met blaasjes vol
chemische stoffen (histamine).


Bovenstaande worden in 3 typen verdeeld:
 Collagene vezels
 Elastische vezels
 Reticulaire vezels
5 soorten bindweefsel:
 Straf bindweefsel
 Elastisch bindweefsel
 Losmazig bindweefsel

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper demitassche. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 59325 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,99  9x  verkocht
  • (0)
  Kopen