1 TERREINVERKENNING
§1.1 IS RECHT SAAI
☐ Mensen denken vaak aan rechten uit je hoofd leren.
☐ De wet is wel de belangrijkste rechtsbron, maar recht
vormt een centraal onderdeel van het maatschappelijk
leven.
☐ Recht is van belang voor zeer veel handelingen in het
dagelijks leven.
☐ Pas als je je rechten nodig hebt zijn rechten niet saai
meer.
§1.2 WAAROM RECHT?
☐ De vier functies van het recht:
• Normatieve functie: Gedragsregels waarvan het grootste gedeelte van de samenleving
vindt dat deze opgevolgd en nageleefd moeten worden. Deze regels, ook wel normen
genoemd, worden zo belangrijk gevonden dat ze schriftelijk zijn vastgelegd en er staat
een straf op het overtreden van deze regels.
• Geschiloplossende functie: Rechtelijke organisatie (rechtelijke macht), die oordeelt bij
uitsluiting of iemand moet worden gestraft en zo ja, op welke wijze en met behulp van
welke procedure.
• Additionele functie: Biedt een rechtsregel als partijen vergeten zijn op een bepaald
punt afspraken te maken. Hebben zij dit wel gedaan, dan gaat die afspraak voor en is
de wettelijke regeling niet meer van toepassing.
• Instrumentele functie: het gebruiken van het recht als instrument om een probleem op
te lossen. Bijvoorbeeld in het verkeer.
§1.3 WAAR VINDEN WE HET RECHT?
☐ De Nederlandse wet kent verschillende rechtsbronnen:
1. De wet; het maatschappelijk leven wordt gereglementeerd door wetten.
2. Het verdrag
3. De jurisprudentie
4. De gewoonte
De wet 1.3.1
☐ Wetten met betrekking tot het privaatrecht
Personen- en familierecht; regelt zaken als geregistreerd partnerschap, huwelijk,
geboorte, echtscheiding, vermogen tussen echtgenoten en adoptie. (BW 1)
Vermogensrecht; hier vallen alle op geld waardeerbare handelingen tussen burgers
onderling waaraan juridische gevolgen verbonden zijn. (Talloze ongevallen en
ongelukjes) (BW 3,5 en 6 + een aantal losse wetten)
Ondernemingsrecht: regelt alles wat ondernemingen en bedrijven betreft. De
wettelijke bepalingen die op naamloze of besloten vennootschappen, stichtingen,
verenigingen en coöperaties betrekking hebben, worden tot ondernemingsrecht
gerekend. (BW 2 en een aantal losse wetten)
Burgerlijkprocesrecht; naar de rechter stappen om een geschil te laten beslechten,
noemen we procederen. De regels die op het voeren van juridische procedures op
het terrein van het privaatrecht van toepassing zijn, worden tot het
burgelijkprocesrecht gerekend.
☐ Wetten met betrekking tot het publiekrecht
Strafrecht; kenmerkend voor dit deel van het recht is dat de staat door middel van
het OM actief optreedt om sancties te eisen bij het overtreden van deze normen. Het
OM bezit een monopolipositie, alleen het OM kan tot vervolging van strafbare feiten
overgaan. (Wetboek van strafrecht, strafvordering en een aantal losse wetten).
Strafrecht en privaatrecht kunnen op een bepaalde manier met elkaar verbonden
zijn.
, Staatsrecht; regelt de wijze waarop het Nederlandse staatsbestel wordt
vormgegeven en de invloed die burgers daarop kunnen uitoefenen. (1e 2e kamer,
regering, verkiezingen). Een belangrijke wet van dit recht is de grondwet, waarin de
basisregels van ons staatsbestel staan opgesomd. We kennen ook organieke wetten,
wetten die op grond van dergelijke opdrachten tot stand komen.
Bestuursrecht; heeft als kernwet de Awb (algemene wet bestuursrecht), de wet werd
in delen ingevoerd en uitgewerkt. Bestuursrecht heeft betrekking op alle
mogelijkheden die de overheid heeft om regulerend op te treden ten aanzien van de
maatschappij.
☐ Burgerlijke wetboeken
1. Personen- en familierecht
2. Rechtspersonen
3. Vermogensrecht in het algemeen
4. Erfrecht
5. Zakelijke rechten
6. Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
7. Bijzondere overeenkomsten
8. Verkeersmiddelen en vervoer
10. Internationaal privaatrecht (als je een auto-ongeval hebt in het buitenland)
Wie zijn bevoegd wetten uit te vaardigen?
☐ Wetgevers; Het geheel van nationale en decentrale wetgevers + andere instanties.
☐ De Nationale wetgever; Wetgever op centraal niveau, samengesteld uit de Staten-
Generaal en de regering. Regelen de regelgeving van het Binnenhof.
☐ Decentrale wetgevers; Treffen we aan op provinciaal en gemeentelijk niveau. Door hen
uitgevaardigde regels zijn geen wetten, maar verorderingen. Decentrale wetgevers
treden vooral op op het terrein van bestuurs- en strafrecht en dan alleen van hun
provincie of gemeente.
☐ Andere instanties; De SER (de Sociaal-Economische Raad). Kunnen vorderingen tot
stand brengen en product- en bedrijfschappen. Deze vorderingen dragen vaak de naam
keuren.
Rangorde tussen wetgevende organen
Bij het aanbrengen van de rangorde gelden drie regels:
1. Hogere regels gaan boven lagere regels. (Wet gaat boven een provinciale vordering).
2. Bijzondere regels gaan boven algemene regels. (De eerste wettelijke bepaling gaat
boven de tweede, we noemen ze bijzondere overeenkomsten).
3. Jongere regels gaan boven oudere regels. (Als er twee wetten van gelijk niveau zijn,
dan zal de recentste worden toegepast).
Wet in formele zin en materiële zin
☐ Wet in formele zin: een wet die tot stand is gekomen door de regering en Staten-
Generaal gezamenlijk, de nationale wetgever. Ieder product van deze wetgever wordt
met uitsluiting van alle andere daden van wetgeving, een wet in formele zin genoemd.
☐ Wet in materiële zin: is iedere regeling van een wetgever die bestemd is voor een
onbepaald aantal en dus niet bij name genoemde personen te gelden. (Provinciaal of
gemeentelijk niveau. Als zij besluiten nemen voor alle burgers is dit ALTIJD een
materiële wet)
☐ Een wet in formele zin is kortom meestal een wet in materiële zin, maar soms toch niet.
☐ Een groot aantal wetten is en wet in formele zin en wet in materiële zin.
☐ Sommige wetten zijn wel wet in formele zin, maar geen wet in materiële zin, want
wetten van de centrale wetgever richten zich soms op bij name genoemde personen.
☐ Een besluit niet afkomstig van regering of Staten-Generaal en niet gericht op een aantal
mensen is geen materiële of formele wet.