Burgerlijk recht
1 Basis
De opbouw van het BW:
1 Personen- en familierecht
2 Rechtspersonen
3 Vermogensrecht in het algemeen
4 Erfrecht
5 Zakelijke rechten
6 Algemeen deel van het verbintenissenrecht.
7 Bijzondere overeenkomsten
7a Bijzondere overeenkomsten; vervolg
8 Verkeersmiddelen en vervoer
10 Internationaal privaatrecht
De opbouw van het RV:
1 De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven, en de Hoge Raad
2 Van de gerechtelijke tenuitvoerlegging van vonnissen, beschikkingen en authentieke akten
3 Van rechtspleging van onderscheiden aard
4 Arbitrage
Materieel recht beschrijft rechten en plichten (BW), formeel recht beschrijft procedurevoorschriften
(Rv).
,Deel 1 Personen- en familierecht
2 Geboorte, overlijden en naam
Aangifte van geboorte
Binnen 3 dagen moet er aangifte worden gedaan bij de burgerlijke stand van de gemeente waar de
bevalling heeft plaatsgevonden. De vader is verplicht tot aangifte, de moeder niet verplicht, wel
bevoegd. (art. 1:19e BW) De ambtenaar stelt de identiteit vast, en kan vragen naar een verklaring
van de verloskundige, waarin staat dat het kind is geboren uit de als moeder opgegeven persoon.
(art.1:19e lid 7 en 8 BW)
Aangifte van overlijden
Aangifte van overlijden gebeurd in de gemeente waar het overlijden heeft plaatsgevonden. (art.
1:19f BW) Iedereen die van het overlijden weet is bevoegd. Er moet een verklaring van overlijden
worden overhandigd aan de ambtenaar. In deze verklaring moet een arts bevestigen dat de dood een
natuurlijke oorzaak had. Alleen dan geeft de ambtenaar verlof voor het begraven of cremeren.
Wet op de lijkbezorging: Procedure wanneer de dood geen natuurlijke oorzaak heeft.
Art. 1:409 BW: bewindvoerder voor een vermist persoon.
Art. 1:413 BW: rechtsvermoeden van overlijden, bij langdurige vermissing.
Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA)
de GBA bevat o.a.:
Naam, geboorteplaats en geboortedatum
Administratienummer
Burgerservicenummer
Adres en datum van inschrijving
Burgerlijke staat
Burgerlijke stand
Alle gemeenten hebben de wettelijke plicht de registers van de burgerlijke stand bij te houden.
Hierin zitten de volgende akten:
Geboorte
Erkenning en ontkenning vaderschap
Huwelijksaangifte en aangifte van registratie van partnerschap
Huwelijk en registratie van partnerschap
Inschrijving van rechterlijke uitspraak waarin huwelijk of geregistreerd partnerschap is
ontbonden, inschrijving van beëindiging geregistreerd partnerschap met wederzijds
goedvinden
Overlijden
Art. 1:16 BW: iedere gemeente heeft minstens 2 ambtenaren van de burgerlijke stand.
Achternaam
Art. 1:5 BW: welke achternaam krijgt een kind bij zijn geboorte:
Binnen een huwelijk: Vader en moeder mogen kiezen, voor of bij aangifte van geboorte keus
maken. Geen keus, dan achternaam van de vader.
, Buiten een huwelijk, voor of bij geboorte erkend door een man: Vader en moeder mogen
kiezen, voor of bij aangifte van geboorte keus maken. Geen keus, dan achternaam van de
vader.
Buiten een huwelijk, niet erkend door een man: Juridisch alleen een moeder, dus
achternaam moeder. Bij latere erkenning door een man, achternaam van moeder, tenzij
vader en moeder samen aangeven bij de erkenning dat het de achternaam van de vader
wordt.
Wijziging achternaam
Verzoek tot naamswijziging aan de koning, op het adres van het ministerie van justitie.
De 4 regels zijn:
De naam is bespottelijk of wekt lachlust op.
De naam heeft onvoldoende onderscheidend vermogen.
De naam is niet-Nederlands.
De naam van de minderjarige is niet dezelfde als de naam van de feitelijke opvoeder, of
de minderjarige heeft een naam die afwijkt van andere gezinsleden.
Art 1:4 BW: Ieder draagt de voornamen die in de geboorteakte zijn gegeven. De ambtenaar mag
ongepaste namen weigeren. Ook moet er voldoende zwaarwichtig belang zijn.
3 Handelingsbekwaamheid
Art. 1:234 BW: Minderjarigen zijn handelingsonbekwaam, zij kunnen niet zelfstandig
rechtshandelingen verrichten.
Gevolgen van handelingsonbekwaamheid
Ouders kunnen de rechtshandelingen van hun minderjarige kinderen vernietigen, maar hebben wel
de plicht meteen actie te ondernemen als ze er achter komen.
Opklimmende handelingsbekwaamheid
Art. 1:234 lid 3 BW: voor rechtshandelingen waarvan het in het maatschappelijk verkeer normaal is
dat minderjarigen dit doen, geldt dat ze wel handelingsbekwaam zijn.
Art. 1:235 BW: mogelijkheid van handlichting. Op verzoek van de minderjarige maakt de
kantonrechter de minderjarige voor bepaalde rechtshandelingen alvast handelingsbekwaam.
Handelingsbekwaamheid bij de dokter, op het werk en door een huwelijk
Bij deze gevallen verklaart de wet een minderjarige wel handelingsbekwaam:
Arbeidsovereenkomst: Vanaf 16 jaar is iedereen handelingsbekwaam om een
arbeidsovereenkomst te sluiten. (art. 7:612 BW)
Medische behandelingsovereenkomst: vanaf 16 jaar is iedereen handelingsbekwaam om
medische behandelingen te ondergaan. Vanaf 12 jaar telt de stem van het kind al mee. (art.
7:446 BW)
Handelingsbekwaam door huwelijk: Door huwelijk en geregistreerd partnerschap worden
16- en 17-jarigen automatisch handelingsbekwaam. (art. 1:233 BW)
, Curatele, mentorschap en beschermingsbewind
Art. 1:378 BW: een meerderjarige kan door de kantonrechter onder curatele worden gesteld,
waardoor de meerderjarige handelingsonbekwaam wordt. De curandus krijgt een curator
toegewezen, die optreedt als wettelijk vertegenwoordiger.
Art. 1:431 BW: een meerderjarige kan zijn vermogen of goederen daaruit onder bewind laten
stellen, waardoor de meerderjarige handelingsonbevoegd wordt. Er wordt een bewindvoerder
toegewezen, die samen rechtshandelingen verricht.
Art. 1:450 BW: een meerderjarige kan een mentorschap worden opgelegd, waardoor de
meerderjarige handelingsonbevoegd wordt om beslissingen over verzorging en verpleging te nemen.
De meerderjarige krijgt een mentor toegewezen, die samen rechtshandelingen verricht.
4 Huwelijk, geregistreerd partnerschap en samenwonen
Huwelijk
Art. 1:30-40 BW: vereisten voor een huwelijk.
Bij een huwelijk moeten beide echtgenoten in staat zijn hun wil te bepalen, er mag geen
bloedverwantschap in de rechte lijn zijn, minstens 18 jaar oud, en ze moeten ongehuwd zijn en geen
geregistreerd partnerschap hebben.
Art. 1:50-57 BW: stuiting van het huwelijk vindt plaats wanneer 1 van de echtgenoten niet voldeed
aan de vereisten, wanneer 1 van de echtgenoten al gehuwd is, of wanneer er sprake is van een
schijnhuwelijk.
Huwelijkssluiting
Huwelijk wordt gesloten voor de ambtenaar van de burgerlijke stand, in aanwezigheid van minimaal
2 en maximaal 4 getuigen. Echtgenoten verklaren elkaar aan te nemen als echtgenoot en getrouw de
plichten te vervullen die de wet aan de huwelijkse staat verbindt.
Art. 1:69-77 BW: Nietigverklaring.
Rechten en plichten van de echtgenoten
Art. 1:81-89 BW: rechten en plichten zoals hulp en bijstand, verzorging en opvoeding van kinderen,
huishoudelijke schulden enz.
Gemeenschap van goederen of huwelijkse voorwaarden
Gemeenschap van goederen:
Art. 1:94 BW: wat er wel en niet onder gemeenschap van goederen valt.
Art. 1:97 BW: bestuur van de gemeenschap van goederen.
Huwelijkse voorwaarden:
Art. 1: 114-131 BW: hoe huwelijkse voorwaarden zijn geregeld, moet bij notariële akte. Art. 1:85 en
88 BW zijn bij huwelijkse voorwaarden ook van toepassing.
Art. 1:132-143 BW: regels voor verrekenbedingen. Hierin leggen de echtgenoten vast hoe ze de groei
van hun inkomen en vermogen jaarlijks zullen verrekenen.