Running head: MUZIEKONDERWIJS BIJ KINDEREN 1
Het effect van speciaal muziekonderwijs op het executief functioneren van kinderen
Naam:
Studentnummer:
Cursus: Onderzoekspracticum Experimenteel Onderzoek (PB0412)
Examinator: dr. R. Pat El
Inleverdatum: 08 – 02 - 2021
,Running head: MUZIEKONDERWIJS BIJ KINDEREN 2
Samenvatting
In dit artikel is onderzoek gedaan naar de effecten van muziekonderwijs op het executief
functioneren van 700 kinderen van 50 basisscholen. De steekproef bestond uit 417 kinderen. De
kinderen werden random ingedeeld in verschillende groepen en volgden gedurende 30 dagen speciaal
muziekonderwijs (SMO) of regulier muziekonderwijs (RMO). Er bestonden drie subgroepen die
verschilden in frequentie waarmee het onderwijs werd gevolgd: een lage, een gemiddelde en een hoge
onderwijsfrequentie. Het executief functioneren is voor, en 30 dagen na de interventies gemeten. De
onderzoeksvraag luidde: ‘Welk type muziekonderwijs heeft het meest bevorderende effect op het
executief functioneren van kinderen en welke rol speelt de onderwijsfrequentie hierin?’
De kinderen die gedurende de 30 dagen SMO volgden lieten sterkere positieve effecten op het
executief functioneren zien dan kinderen die het RMO volgden. Ook is gebleken dat naarmate de
onderwijsfrequentie van het SMO toeneemt, de uitslagen op de executieve functies steeds hoger
werden. Daarentegen leverde het RMO een omgekeerd effect, waarbij vooral een lage
onderwijsfrequentie effectief bleek te zijn. Het advies aan scholen, voortvloeiend uit dit onderzoek, is
om speciaal muziekonderwijs met een hoge onderwijsfrequentie in te zetten ter bevordering van het
executief functioneren van leerlingen op basisscholen.
, Running head: MUZIEKONDERWIJS BIJ KINDEREN 3
Inleiding
Training in muziek speelt een rol bij de ontwikkeling van de executieve functies bij kinderen (Jaschke,
Honing, & Scherder, 2018; Joret, Germeys & Gidron, 2017; Roden, Kreutz, & Bongard, 2012).
Executieve functies hebben betrekking op een palet aan vaardigheden (zoals plannen en
zelfmonitoren), gedragingen en emoties (Diamond & Lee, 2011). Hoewel er nog veel discussie is over
de precieze conceptuele definitie van dit begrip, is er consensus over het belang van dit begrip voor het
leren en de ontwikkeling van kinderen, wat zich uit in een verbeterd cognitief en sociaal functioneren
(Blair & Raver, 2015; Diamond, 2016; Miyake et al., 2000).
Er zijn sterke aanwijzingen dat actieve participatie, zoals bewegen, vragen stellen en actieve
klassendiscussies de leerprestaties bevorderen doordat deze actieve participatie de executieve functies
verbeteren (Cavanaugh, Clemence, Teale, Rule, & Montgomery, 2017). Dit heeft de afgelopen jaren
geleid tot lesvormen waar leerlingen aangemoedigd worden om meer te bewegen in plaats van stil te
zitten, of om actiever bij de les betrokken te worden. Zo is langzaam de vraag ontstaan in hoeverre
muziekonderwijs in het bijzonder geschikt is om de theorie te toetsen dat actieve participatie de
executieve functies verbeteren. De veronderstelling dat muziekonderwijs veelbelovend is voor de
ontwikkeling van executief functioneren is gebaseerd op het feit dat muziek verschillende relevante
gebieden in het brein activeert, inclusief de prefrontale cortex, die gelinkt is met executief
functioneren (Särkämö et al., 2014). Hoewel veelbelovend, is empirische ondersteuning voor een
causaal verband tussen muziek en executief functioneren nog zeer beperkt. Tevens zijn generalisaties
moeilijk te maken vanwege de grote diversiteit in de eerdere studies. Zo werd muziektraining
bijvoorbeeld geconceptualiseerd als instrumentele lessen (Joret et al., 2017), vocale training (Bialystok
& Depape, 2009), gestructureerd muziekonderwijs in school (Jaschke et al., 2018) en als luisteren naar
muziek (Moreno et al., 2011).
Voor zover bekend is bij studies naar muziektraining en onderwijs niet eerder een interventie
gedaan die plaatsvond in het reguliere schoolcurriculum. Een interventie die in het curriculum is
ingebouwd heeft een grotere ecologische validiteit dan studies die speciaal ontworpen zijn om de
effecten van muziekonderwijs te bestuderen in een kunstmatige context. De huidige studie bestudeert
het effect van speciaal muziekonderwijs (SMO) als deel van het reguliere schoolcurriculum. Net als