Inleiding bedrijfsrecht
Hoofdstuk 5 wilsgebreken
- als je een overeenkomst sluit onder invloed van een wilsgebrek, is de overeenkomst
vernietigbaar. Als de overeenkomst vernietigd is moeten de verrichte prestaties ongedaan
gemaakt worden.
- van wilsgebrek is sprake op het moment dat de wil van iemand, door een buitenaf komend
omstandigheid niet op zuivere manier tot stand is gekomen zoals bedrog.
De wilsgebreken zijn
1. Bedrog
2. Bedreiging
3. Misbruik van omstandigheden
4. Dwaling
1. Bedrog
Wanneer je een ander opzettelijk misleidt, is er sprake van bedrog. Het opzet is erop gericht
om iemand te bedriegen. (Onjuiste mededeling, opzettelijk verzwijgen).
2. Bedreiging
Van bedreiging is sprake wanneer iemand een ander aanzet tot het verrichten van een
bepaalde overeenkomst door onrechtmatig deze ander of een derde met enig nadeel in
persoon of goed bedreigen.
3. Misbruik van omstandigheden
Wanneer je weet dat iemand anders in afhankelijke situatie verkeert of geestelijk in de war,
onervaren is en je maakt daar misbruik van.
Voor een geslaagd beroep op dit wilsgebrek is dus vereist: een bijzondere omstandigheid,
kenbaarheid, misbruik en causaal verband.
4. Dwaling
Van dwaling is sprake als een overeenkomst bij de juiste voorstelling van zaken niet zou zijn
gesloten, je hebt dus een verkeerde voorstelling van de zaak waarover of de persoon met
wie je handelt.
Art. 6:228 BW staan de vereisten.
Anders dan bij bedrog speelt bij dwaling niet het vereiste van opzettelijke misleiding.
, Hoofdstuk 6 Overige voorwaarden
Voor het sluiten van een onaantastbare overeenkomst is naast handelingsbekwaamheid,
wilsovereenstemming en het ontbreken van een wilsgebrek ook vereist:
- de overeenkomst niet in strijd is met de wet, de openbare orde of de goede zeden.
- de inhoud van de overeenkomst duidelijk is.
- een overeenkomst die nietig is, heeft juridisch gezien nooit bestaan. Een
koopovereenkomst moet bijvoorbeeld volgens de wet schriftelijk zijn, is deze dat niet is de
overeenkomst nietig.
- een afspraak met je collega om een andere college te pesten is in strijd met de openbare
orde en de goede zeden.
- het moet voor partijen duidelijk zijn welke rechten en plichten ontstaan bij het sluiten van
de overeenkomst, als dit niet het geval is, is de overeenkomst nietig.
Hoofdstuk 7 de inhoud van de overeenkomst
- de inhoud van een overeenkomst wordt niet alleen bepaald door wat is afgesproken, maar
ook door wat er in de wet staat.
- een benoemde overeenkomst is, een in de wet geregelde overeenkomst, de wet regelt dan
de inhoud. (Arbeidsovereenkomst, huurovereenkomst).
- een voorbeeld van een niet onbenoemde overeenkomst is een leaseovereenkomst, je mag
afzien van de regels van dwingend recht. We noemen dit contractvrijheid.
- ook aanvullend recht en de gewoonte bepalen de inhoud van een overeenkomst.
Hoofdstuk 8 nakoming
- als een geldige overeenkomst is gesloten, moet de overeenkomst worden nagekomen, je
moet de overeenkomst uitvoeren.
Verbintenissen moeten worden nagekomen maar de vraag is dan:
- wanneer
- door wie
- aan wie
Moet/kan worden nagekomen?
- als je een tijdstrip hebt afgesproken, moet je de verbintenis op dat tijdstip nakomen. Als er
geen tijdstip hebt afgesproken, moet je de verbintenis direct nakomen. (Binnen de tijd die je
nodig hebt op te presteren).
- de schuldeiser moet zelf de overeenkomst uitvoeren. De schuldenaar kan zich laten
vervangen door een ander, tenzij dit ten nadele gaat van de overeenkomst, dit is van
toepassing als de prestatie persoonsgebonden is.
- de nakoming moet plaatsvinden aan de schuldeiser. Als de schuldeiser
handelingsonbekwaam is, moet aan de wettelijke vertegenwoordiger nagekomen worden.