Samenvatting - chapter 22
The heart as a pump
DE HARTCYCLUS
De reeks van mechanische en elektrische gebeurtenissen die tijdens iedere
hartslag optreden, wordt de hartcyclus genoemd. De duur van de hartcyclus is
omgekeerd evenredig aan de hartfrequentie en wordt berekend volgens de
formule:
HET OPENEN EN SLUITEN VAN DE HARTKLEPPEN MARKEREN DE VIER
FASEN VAN DE HARTCYCLUS
Het hart kan worden gezien als een zuiger met een vullings- en een legingsfase. De
sinusknoop bepaalt de duur van de hartcyclus (de hartfrequentie) en de mate van
elektrische geleiding. De myocyten (hartspiercellen) bepalen de relatieve duur van
contractie en relaxatie en behouden dit constante patroon zolang de hartfrequentie
blijft.
De atria (boezems) zijn de twee kleinere ruimtes.
Het rechter atrium ontvangt zuurstofarm bloed vanuit de vena cava superior en
inferior (bovenste en onderste holle ader). Vanuit het rechter atrium stroomt het
bloed naar de rechter ventrikel (rechter kamer), waarna het bloed naar de longen
toe wordt gepompt.
Vanuit de longen stroomt het bloed, dat nu zuurstofrijk is, terug naar het hart. Nu
komt het in het linker atrium, waarna het via het linker ventrikel naar de rest van het
lichaam wordt gepompt.
Hoewel de atria wel kunnen samentrekken, functioneren ze primair als reservoir.
Deze contractie (atrial kick) draagt wel bij aan de vulling van de ventrikels en
daarmee, in beperkte mate, aan de hoeveelheid uitgepompt bloed (cardiac output).
De atria worden gescheiden van de ventrikels door de atrioventriculaire kleppen
(AV-kleppen). De functie van deze kleppen is het voorkomen dat het bloed vanuit
de ventrikels terug kan stromen richting de atria. Vandaar dat deze kleppen ook
wel ingangskleppen worden genoemd. Beide harthelften beschikken over een
eigen AV- klep:
• De tricuspidalisklep scheidt rechter atrium en ventrikel en bestaat uit drie
(‘tri’) klepbladen (slippen, ‘cuspides’ in het Latijn);
• De mitralisklep scheidt linker atrium en ventrikel en doet vanwege zijn
twee klepbladen denken aan de vorm van een mijter (‘mitralis’ in het
Latijn).
Pagina 1 van 26
, De semilunaire (halvemaanvormige) kleppen scheiden de ventrikels van de grote
afvoerende vaten. Net als de AV-kleppen verhinderen de semilunaire kleppen de
terugstroom van bloed, maar nu vanuit de vaten naar de ventrikels. Vandaar dat
deze kleppen ook wel ‘uitstroomkleppen’ worden genoemd. Wederom beschikt
iedere harthelft over een eigen klep:
• De pulmonalisklep bevindt zich tussen de rechter ventrikel en de truncus
pulmonalis (longslagader);
• De aortaklep bevindt zich op de overgang van de linker ventrikel naar de
aorta (grote lichaamsslagader).
Alle hartkleppen openen en sluiten automatisch als gevolg van drukverschillen.
Wanneer de druk stroomopwaarts (‘boven de klep’) groter is dan de druk
stroomafwaarts (‘onder de klep’) sluiten de klepbladen zich. De kleppen zullen zich
weer openen als de drukverschillen omdraaien.
Het openen en sluiten van de hartkleppen kan worden waargenomen door het
luisteren naar de harttonen met de stethoscoop of via het bestuderen van de
elektrische activiteit op een elektrocardiogram (ECG, hart lmpje).
Afwijkende harttonen (ruis) kunnen wijzen op klepafwijkingen, zoals
klepinsu ciëntie en klepstenose;
• Wanneer een klep de terugstroom van bloed niet kan verhinderen, spreekt
men van insu ciëntie.
• Klepstenose duidt erop dat de bloeddoorstroom tijdens geopende toestand
is afgenomen. Meestal is dat een gevolg van een toegenomen stugheid van
de klepbladen, waardoor hogere drukverschillen nodig zijn om de klepbladen
te openen.
Met behulp van de timing van het openen en sluiten van de vier hartkleppen wordt
de hartcyclus opgedeeld in vier fasen:
1. Tijdens de instroomfase zijn de AV-kleppen open en de semilunaire
kleppen gesloten.
Het hart is in diastole (relaxatiefase), waardoor er in korte tijd veel bloed
naar binnen kan stromen. Naarmate het hart verder wordt gevuld, neemt
de vullingssnelheid af. Het meeste bloed bevindt zich al in de ventrikels
(grootste compartimenten). Deze fase heet de diastase. De instroomfase
eindigt met de atrial kick, waarbij de laatste beetjes bloed uit de atria in de
ventrikels wordt gepompt;
2. Tijdens de isovolumetische contractie zijn alle kleppen gesloten.
De ventrikels beginnen nu ook met de contractie (begin van de systole),
maar het volume blijft daarbij gelijk. De druk neemt hierdoor toe;
3. De uitstroomfase begint zodra de drukverhoging de semilunaire kleppen
doet openen.
Er volgt een snelle uitstroom van bloed, die daalt naarmate het
drukverschil afneemt. Het hart is nog steeds in systole;
Pagina 2 van 26
ffi ffi fi
, 4. Wanneer het drukverschil zover is afgenomen dat de semilunaire kleppen
weer sluiten spreekt men van isovolumetische relaxatie.
Wederom blijft het hartvolume gelijk, maar door de relaxatie (diastole)
neemt de druk in het hart af.
Wanneer de druk zover is gedaald dat de instroomkleppen weer openen, is de
hartcyclus voltooid en start de instroomfase opnieuw.
Het is gebruikelijk om deze fasen in twee delen te splitsen;
• De systole omvat de fasen 2 en 3, wanneer de hartkamers samentrekken.
• De diastole omvat de fasen 4 en 1, wanneer de hartkamers ontspannen.
Bij een normale hartslag van 75/min duurt een hartcyclus ongeveer 800 ms. De
diastole duurt daarbij ongeveer 500 ms en de systole de resterende 300 ms. Een
toenemende hartfrequentie (bijvoorbeeld tijdens inspanning) gaat gepaard met een
relatieve toename van de duur van de systole, doordat de duur van de diastole
sterker afneemt dan de duur van de systole.
Bladzijde 5 - g. 22-1
In de bovenstaande afbeelding worden de veranderingen in druk (boven) en
volume (onder) in de rechter en linker harthelft tijdens de hartcyclus weergegeven
tegen de tijd. De verticale gestippelde lijnen markeren de 4 fases van de
hartcyclus, waarbij elke fase is aangeduid met een kleur;
• AV-klepsluiting beëindigt fase 1(= paars)
• Semilunaire klepopening beëindigt fase 2 (= rood)
• Semilunaire klepsluiting beëindigt fase 3 (= geel)
• AV-klep opening beëindigt fase 4 (= groen)
De vorm van de drukgra eken van de ventrikels komen sterk overeen: de druk is
tijdens de systole relatief hoger dan tijdens de diastole. Het opvallende verschil is
het absolute drukverschil tussen de linker en rechter ventrikel, waarbij deze eerste
een aanzienlijk hogere druk behaalt.
Ook voor de volumecurven geldt dat deze rechts en links grotendeels overeen
komen: het volume is tijdens de instroomfase maximaal en vlak na de
uitstroomfase minimaal.
Box 22-1 Het belang van de atrial kick
Het belang van de atrial kick blijkt wanneer deze niet meer goed functioneert. In de
kliniek komt dit het vaak voor bij patiënten met atrium brilleren. Atrium brilleren is
een aritmie van de atria die ontstaat door een wanorde in de elektrische aansturing
(tot wel 500 elektrische impulsen per minuut).
Tijdens het brilleren hebben de atria een extreem hoge contractiefrequentie,
waardoor het gecoördineerde patroon van contractie en relaxatie door de
myocyten niet meer kan worden gehandhaafd. Hierdoor wordt het bloed niet meer
vooruit gepompt en gaat de atrial kick dus verloren. Behalve een irregulaire
hartslag, hebben jonge mensen hier vaak weinig last van. Daarentegen kan
Pagina 3 van 26
fi fi fi fi fi