ICW samenvatting t/m week 14
Hoorcollege 7
Twee belangrijke vragen bij het maken van theorieën:
- Wat doen media met mensen?
- Wat doen mensen met de media?
U&G zet mensen in het centrumbeeld: wat doen mensen met media?
De klassieke bril: machtige media: (wat doet media met mensen?)
Context één: ontwikkeling van massamedia (chronologische volgorde):
- Drukpers, kranten, boeken (kon maar een paar mensen bereiken: lezen)
- Radio, film, televisie (makkelijker om grotere groepen mensen te bereiken)
- Videogames
- Computer, internet
- Mobiele media.
Context twee: voorbeelden van sterke reacties op de media:
- Propaganda in de oorlog (makkelijk om een publiek/land te beïnvloeden), weinig
tegenberichten.
o War of the worlds (boek over aliens die de aarde zouden aanvallen).
Volgens radio vallen aliens de aarde aan, sommige mensen raakten in paniek
macht van de media.
Machtige media:
- Bereiken iedereen.
- Mediagebruikers zijn weerloze, passieve gebruikers
- Media heef sterke (en slechte) effecten.
- Uniforme effecten (voor iedereen hetzelfde) (magic bullet of hypodermid-needle
model).
Uses and gratifications – context:
- Jaren 40: behoeften van radio-luisteraars.
- Jaren 70: verdere ontwikkeling (katz en collegas)
- Jaren 80-90: overzicht van TV gratifications (Rubin).
- Nu: uses and grats van neiuwe/sociale media.
U&G – assumpties icwboek:
- Mensen gebruiken media voor een bepaald doel.
- Mensen gebruiken media om een bepaalde behoefte te vervullen.
- Media concurreren voor onze aandacht en tijd (heel belangrijk).
- Media beïnvloeden verschillende mensen verschillend, afhankelijk van hun behoeftes
(geen uniform effect)
- Mensen zijn zich goed bewust van welke media zij gebruiken en waarom zij deze
gebruiken (geld dit nu nog wel?)
U&G in 1 zin:
, - The social and psychological orgins of needs behoeften.
- Which generate expectations of the mass
media or other sources
verwachtingen.
- Which leed tot dfferential patterns of
media exposure (or engagement in other
activities) Geen media
blootstelling.
- Resulting in needs gratifications
voldoening.
And other consequences, perhaps mostly
unintended ones gevolgen.
Motivatie voor mediagebruik (origin of needs):
- Cognitive needs: je wilt de wereld kunnen begrijpen.
- Affective needs: emoties ontwikkelen.
- Tension release/escape: ontsnapping.
- Integrative needs: verbinding, erbij horen.
Niet iedereen heeft dezelfde needs:
- De social and psychological origins verschilen van persoon tot persoon.
o Sociale omgeving:
Gezin, vrienden.
Universiteit, werk
Opleidingsniveau, inkomen.
o Psychologische oorsprong: karakter/persoonlijkheid
Sensation seeking (spanning, opwinding)
Need for cognition: de wereld willen begrijpen.
Verwachtingen: Welke (media-)activiteit vervult mijn behoefte het best?
Mood management theorie (Zilman):
- Verwachtingen over welke media-inhoud je stemming kan reguleren.
- Mensen voelen zich het fijnste bij:
o Gemiddeld niveau van arousal (bepaalde fysieke spanning).
o Positieve staat (wanneer verdrietig, wordt je hier vrolijker op).
- Te weinig arousal Stimulerende media.
- Te veel arousal/stress rustgevende media.
- Positieve inhoud positieve staat creëren/behouden.
Kritiek of mood management theorie:
- Soms kiezen mensen juist voor niet positieve media.
- Verwachting over hoe media betekenis geeft ipv je humeur verbetert (behoeftes en
verwachtingen kunnen erg verschillen tussen mensen)
Mensen kiezen actief (niet passief) voor media blootstelling:
, - Persoonlijke keuzes op basis van ‘needs’ en ‘expectations’. (itt machtige media:
publiek puur als passieve ontvanger).
Niet iedereen kiest voor dezelfde media:
- Verschillende needs.
- Dezelfde needs, verschillende expectations.
Of kiest dezelfde media voor verschillende redenen:
- Zelfde media-gebruik, andere needs/expectations.
Gratifications: verkregen voldoening, wat haal je uit mediagebruik?
Needs expectations media use. gratifications visuele cirkel.
Wat leidt tot voldoening?
- Media-inhoud
- Blootstelling (onafhankelijk van de inhoud).
- Situatie waarin de blootstelling plaatsvindt (samen met vrienden?)
Gratifications (TV)
- Passing time.
- Companionship, media brengt mensen samen, inhoud minder belangrijk (WK).
- Escape.
- Ejoyment
- Social interaction, inhoud verschaft basis voor connectie (praten over media).
- Relaxation
- Excitement, wat opwinding.
- Information.
Je hebt allen gratifications wanneer er aan verwachting voldaan wordt.
Type mediagebruik:
- Ritualized:
o Gewoonte
o Gratifications als: Afleiding, plezier en escape.
- Instrumental:
o Doelgericht
o Selectief.
o Gratifications: informatie, social interaction (doelbewust communiceren).
De effecten van media zijn niet altijd perse het krijgen van gratifications is, maar soms ook
het niet kunnen bevredigen van die behoeften.
Gratifications sociale media:
- Verbondenheid.
- Zichtbaarheid/zelfprestatie.
- Sociale feedback.