Hoorcollege 1
Media-industrie (traditionele defintie): uitzenden, printen van boeken, films en opname-
industrie. (Bestaat tegenwoordig uit meer door online ontwikkelingen)
Waarom relevant? Bereik bepaalt relevante overwegingen.
Massamedia: radio, TV, kranten, magazines. (alles waar advertisement in voor komt)
5 kenmerken massamedia:
- Eenwegs communicatie, van uitzender naar publiek en niet terug.
o Identiek bericht naar een massaal publiek.
- Ervaringsgoederen, de waarde komt van immateriële attributen.
o Originaliteit, intellectueel eigendom, de vertelde verhalen.
- Eerste exemplaarkosten (high fixed costs) veel moeite om de eerste oplage te
maken, maar daarna is het makkelijk om te verspreiden, lage marginale kosten leiden
tot schaalvoordelen.
o Maar eerst: eerste exemplaarkosten onafhankelijk van consumenten.
- Potentieel voor (goedkope) namaak
o Het her verkopen in verschillende formaten, leidt tot bereikvoordelen.
(Netflix, dvd, theater, maar ook spin-offs: gemerkte producten (frozen poppen
enzo).
- Maar hoog risico, de smaak van de consument is wispelturig en moeilijk te
voorspellen.
Economies of scale (schaalvoordelen): prijs per stuk verminderd als de hoeveelheid van
output toeneemt.
Economies of scope (bereikvoordelen): gemiddelde productiekosten verminderen naarmate
de output varieert
Massamedia markt: Dual-product market (markt voor twee producten).
- Inhoud, wordt verkocht aan publiek.
- Publiek, wordt verkocht aan reclamemakers.
‘Attention economy’: aandacht is het ECHTE product dat hier verkocht of gekocht wordt.
- Uitkomst: de doelen van reclame beïnvloeden de inhoudsstrategie.
o Wat de consument wilt hebben wordt gemaakt, maar wat men nodig heeft
niet problematisch voor journalistiek, speciaal.
- Maar, het massa mediamodel is aan het veranderen.
o Kranten lijden, speciaal.
Waarom is het mediamodel aan het veranderen:
- Technologische ontwikkelingen.
- De opkomst van ‘digital media/sociale media’:
o Heel anders dan de traditionele massamedia. Massamedia definitie (Kung):
Gebaseerd op computertechnologie
Gebruiken digitale informatie
Bezorgen via het internet.
, - Deze twee dingen compliceren het definiëren van het landschap (publiek).
Een andere complicatie:
- Media-organisaties zouden sociaal verantwoordelijk moeten zijn.
- Er zijn een paar kernverantwoordelijkheden van de media:
o Een forum voor uitwisselingen van ideeën en meningen.
o Integratieve invloed voor verschillende samenlevingen.
o Bescherming van de kernwaarden/kwetsbaar publiek.
- Dit beperkt meestal de journalistiek en generalistische bronnen
Media leven (Deuze):
- Media zijn nu zo centraal dat wij ze niet opmerken.
o We leven niet met de media, maar we leven IN de media.
- Er zijn twee duidelijke verschijnselen:
o Persoonlijke/geïndividualiseerde informatie ruimte.
o Altijd beschikbare globale connectie.
- Gevolgen:
o Vloeibaar gemaakte grenzen work/play/alone/interaction.
o Het leven is nu veranderd zodat er plaats is voor media.
- 2 trends helpen om dit te versterken:
o Rollen van producenten/consumenten zijn wazig geworden.
o Samenlevingen zijn meer geïndividualiseerd.
- Technologische veranderingen/antwoorden creëren deze nieuwe geïndividualiseerde
verbinding.
Hoorcollege 2
Stephens: mensen hebben een constant behoefte aan nieuws (informatie, entertainment en
meningen).
Geschiedenis van medialandschap
Mijlpaal 1: prehistorische beschavingen.
- Het schrijven en tekenen van symbolen op steen of hout. (rock art/wood art)
- Door middel van munten of geld communiceren.
Mijlpaal 2: het geschreven woord.
- In het oude Griekenland en Rome.
- Het medialandschap in deze tijd:
o Werd systematisch bestudeerd. (systematically studied).
o ‘theorized about (Er werd gedacht, geschreven en gepraat over
communicatie).
o Gemanipuleerd door professionals.
- Theorieën werden opgeschreven en gekopieerd we hebben deze nog steeds in
deze tijd.
De mondeling verspreide media was in deze tijd de belangrijkste vorm van verspreiding,
aangezien bijna niemand in deze tijd kon lezen of schrijven.
, Ook visuele communicatie (kervingen, beelden, plaatjes, architectuur, theaters) waren in
deze tijd belangrijk.
Twee verschillende scholen.
- Dialectische methode (Dialetic method). (MC question)
o De waarheid ontdekken.
Redevoering
Logische argumentatie.
Rationele discussie
- Rethorica
o Publieke spreker
Rhetorica leert het vermogen om alle manieren van overtuiging in een
bepaald scenario op te kunnen merken. Iemand overtuigen.
Het eerste kritiekpunt op de nieuwe media (The first new media critism):
- Heel veel informatie, zonder begeleiding en uitleg lijkt het doel alleen te zijn om
iedere vraag van een persoon te kunnen beantwoorden. Het wordt makkelijker
om wijs te lijken terwijl er in werkelijkheid onwetendheid en stomheid heerst.
Mijlpaal 3: De revolutie van het printen.
- houtblok printing (kerven van tekst in hout of steen)
- beweegbaar type (stempel waarmee je woorden/letters kunt stempelen)
- Gutenberg press.
Printrevolutie:
- Ging hand in hand met toegenomen alfabetisme (geletterdheid)
- Heeft religieuze oorlogen veroorzaakt.
- Korte boeken of pamfletten waren het meest succesvol.
- Geprinte rijmen en liederen zorgend voor het mondelinge nieuwssysteem. (Makkelijk
om naar te luisteren en hardop voor te lezen).
Pamfletten dienden om:
- Te informeren/uit te leggen
- Te overtuigen.
- Te vermaken.
Kranten:
- Focusten zich op het elite publiek
- Had toen een klein aantal lezers.
- Buitenlands nieuws. Gefocust op zakelijk en praktisch nieuws
Mijlpaal 4: de nieuwe krant.
- In de 19e eeuw werd de krant een echt massamedium.
- Nieuw journalisme.
- De krant veranderde, verdrongen het pamflet en ‘boomed’ in productie.
De macht en invloed van massamedia steeg in de 19e eeuw.