Alle leerdoelen van de tien paragrafen van dit hoofdstuk zijn volledig uitgewerkt en samengevat. Bevat plaatjes ter verduidelijking, dikgedrukte, belangrijke begrippen, voorbeelden en extra informatie.
LEERLIJN AARDRIJKSKUNDE 5 VWO H2 ENDOGENE EN EXOGENE PROCESSEN
BUITENLAND
Leerdoelen
§2.1. Je kunt de geologische opbouw van de aarde beschrijven, een doorsnede tekenen
en de bijbehorende onderdelen juist benoemen.
Je kunt kenmerken van de verschillende onderdelen beschrijven.
1. Hoe is de Aarde opgebouwd?
De aarde bestaat uit een korst, dit is licht gesteente
dat drijft op de aardmantel. De aardkorst bestaat uit
de oceanisch korst en de continentale korst.
Onder de korst ligt de mantel, deze bestaat uit
zwaardere vaste gesteenten. Het gesteente wordt
verwarmd vanuit de aardkern en raakt deze warmte
kwijt door heel langzaam te bewegen. Dit komt door
de convectiestromen die vanuit de kern door de
mantel stromen en de warmte naar het aardoppervlak
vervoeren. De mantel bestaat uit een lithosfeer, dit
is de aardkorst en het vaste gedeelte van de mantel
die als aardplaten bewegen. Het gedeeltelijk
vloeibare deel van de mantel is de asthenosfeer, hier beweegt en ‘drijft’ de lithosfeer op.
De aardkern bestaat uit een binnenkern en een buitenkern. Ze bestaan voor een groot deel
uit ijzer, de radioactieve elementen zoals uranium produceren warmte. De buitenkern is
vloeibaar en de binnenkern is vast.
2. Wat zijn de verschillen tussen oceanische en continentale aardkorst ?
De oceanisch korst bestaat uit basalt en is zwaarder, jonger en dunner (8km) en is vaak onder
water. De continentale korst bestaat uit graniet en is lichter, ouder en dikker (20km) en is vaak
boven water.
De oceanische korst zakt dieper in de aarde weg en duikt altijd onder de continentale korst
omdat het basalt van de oceanische korst veel zwaarder is door de hogere dichtheid. Net als
op een continentale korst is erg veel reliëf, met als gevolg
dat de midoceanische rug en diepzeetroggen
bestaan.
§2.2. Je kunt het proces van plaattektoniek, de drijvende krachten erachter. Je kunt de
verschillende plaatbewegingen beschrijven
,1. Welke verschillende soorten plaatbewegingen zijn er?
Divergente plaatgrenzen
Twee platen bewegen uit elkaar. Er komt een scheur in de aardkorst die
met lava wordt opgevuld, dit stolt en vormt nieuwe oceaanbodem.
Transforme plaatgrenzen
Twee platen bewegen langs elkaar. Dit kan in tegengestelde, maar ook
in dezelfde richting met andere snelheid gebeuren
Convergente plaatgrenzen
Twee aardplaten botsen tegen elkaar. Een oceanische plaat duikt altijd
onder de continentale door de hogere dichtheid (leerdoel 1), dit heet
subductie. Er ontstaan dan diepzeetroggen. Als een continentale plaat
tegen een andere continentale plaat botst ontstaan er bergen.
2. Wat zijn de oorzaken achter platentektoniek?
In de mantel stijgt gesmolten gesteente op en bots het
tegen de lithosfeer aan, de lithosfeer is koel waardoor het
gesteente weer afkoelt en omlaag gaat. Deze
convectiestromen zorgen ervoor dat de platen in de
lithosfeer bewegen. De platen beweging noemt men
platentektoniek.
De plaatbeweging wordt aangedreven door een aantal
krachten. Onder andere de convectiestromen, wat het
meebewegen van de platen op de stroming van het
magma in de mantel verklaart. De snelheidsverschillen
waarmee platen bewegen worden door duwkracht en
trekkracht verklaart.
De duwkracht komt van lava die tussen 2 platen naar boven komt en ze uit elkaar duwt, samen
met de zwaartekracht. Afhangend van hoe sterk de lava duwt bewegen de platen met een
bepaalde snelheid uit elkaar (divergent).
Bij de subductiezone waar de oceanische plaat onder duikt, wordt die plaat naar beneden
getrokken en ontstaat er een trekkracht op de rest van de oceanische plaat. Bij de midoceanische
rug is er een combinatie van beide. Tussen 2 platen is er duwkracht waar de lava ertussen komt.
Aan de uiteinden van de platen is er trekkracht.
3. Waardoor vindt bij de oceanische korst recycling plaats en bij de continentale korst niet?
Bij de subductiezone verdwijnen stukken oceanische plaat, bij een midoceanische rug groeit
, het weer aan. Bij de subductie duikt de oceanische plaat onder waar een deel van het basalt
met water wordt omgesmolten tot nieuw, lichter gesteente dat opstijgt en aan een continentale
plaat wordt toegevoegd die daardoor langzaamaan groeien. Er vind dus recycling plaats van
oceanische plaat tot continentale plaat. Bv. Japan
4. Welke verschijnselen ontstaan bij elk type plaatgrens?
Divergente plaatgrenzen
Door de uit elkaar bewegende platen ontstaat een scheur opgevuld met lava dat stolt. Hierdoor
ontstaat nieuwe oceaanbodem, die op deze manier langzaam aangroeit vanuit de midoceanische
rug, ook wel de spreidingszone genoemd.
Transforme plaatgrenzen
Platen die langs elkaar schuiven veroorzaken aardbevingen.
Convergente plaatgrenzen
Door de botsing en de subductie ontstaan diepzeetroggen bij een botsing tussen oceaanbodem
en continent. Als een continentale plaat tegen een andere continentale plaat botst ontstaan er
bergen.
§2.3 . Je kunt de relaties tussen type plaatbewegingen, samenstelling van het magma,
eruptietypen en vulkaantypen juist beschrijven. Je kunt vanuit kaarten en afbeeldingen
juiste conclusies trekken met betrekking tot deze onderwerpen.
1. Welke typen vulkanen en typen erupties zijn er?
Divergent – effusief – schildvulkaan
Als een spleet ontstaat door
divergente plaatbeweging wordt deze
direct opgevuld met magma uit de
mantel. Doordat de druk op het vaste
gedeelte van de mantel wegvalt wordt
het direct vloeibaar en stroomt de
magma naar het oppervlak. Hier heeft
de lava alle ruimte om rustig uit de
krater te stromen en een uitgestrekt
gebied te bedekken: een effusieve
eruptie. Als dit direct in contact komt
met oceaanwater stolt het onmiddellijk
en ontstaat zwart basalt waardoor de
midoceanische rug wordt uitgebreid. Dit soort vulkanen heten schildvulkanen.
Convergent – explosief – stratovulkaan
In subductiezones komen explosieve erupties voor door een andere samenstelling van magma
in de mantel: een mengsel van omgesmolten oceaanbodem met meegesleurd sediment van de
oceaanbodem en zeewater. Deze magma ontstaat diep in de bodem en hoopt op in de
magmakamer in de stratovulkaan. Doordat het zo taai is kan het de kraterpijp blokkeren en een
prop worden. De druk wordt hoger en hoger doordat er steeds meer magma bijkomt en uiteindelijk
leidt dit tot een uitbarsting. Het gesteente in de kraterpijp wordt verpulverd en de lucht in
geslingerd, gassen ontsnappen en het magma/lava vloeit uit, dit is de pyroclastica. De lava en de
as hopen zich in lagen op tot de stratovulkaan. Er komen ook veel gassen bij.
Als er een zeer krachtige eruptie is geweest kan het bovenste deel van de krater zijn weggeblazen
of is ingestort, hierbij ontstaat een caldera. Als deze uitbarst kan deze weer tot een
kegel/stratovulkaan worden opgebouwd.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper stuviastudente0. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.