Samenvatting van hoofdstuk 2 t/m 6 van 'de psychologietoets'.
Hoofdstuk 2 t/m 6 is hetgeen wat wij hebben moeten leren met de opleiding L&D.
Toetsmatrijs bijgevoegd en hoofdonderwerpen geel gemarkeerd.
Psychologie samenvatting
Hoofdstuk 3: Leren
Een proces waardoor ervaringen een blijvende verandering veroorzaken in het gedrag of in de
mentale processen (1) inleiding
Stimulus-respons-leren v.s. cognitief leren
- Behavioristen: psychologie is alleen een echte wetenschap als het zich beperkt tot
objectieve, waarneembare stimuli en responsen (mentale processen vallen daar dus buiten)
- Cognitief psychologen: Leren kan alleen begrepen worden als we bepaalde logische
gevolgtrekkingen kunnen maken over verborgen mentale processen.
Leren v.s. Instinct
Alles wat we doen heeft te maken met leren. Zonder leren zouden we afhankelijk zijn van reflexen en
instincten. Instinctief gedrag = aangeboren gedrag -> reflexen.
Leren geeft ons de flexibiliteit om aan te passen, dat is het voordeel t.o.v. instinctief gedrag
Eenvoudige en complexe vormen van leren
- Habituatie: het niet reageren op een stimulus (Zajonc)
(bijv. gewenning aan geluiden op straat)
- Mere exposure effect: Voorkeur hebben voor een stimuli waaraan we eerder zijn
blootgesteld (bijv. kinderen; ‘Nog een keer!’)
- Stimulus-respons-leren: twee vormen; klassieke en operante conditionering
Kernvraag 3.1: Hoe verklaart klassieke conditionering leren? (2)
Klassieke conditionering is een (basis) vorm van leren waarbij een stimulus die een aangeboren effect
oproept, wordt geassocieerd met een voorheen neutrale stimulus. Hierdoor krijgt de stimulus het
vermogen om dezelfde respons op te roepen. Kans op overleven wordt vergroot door klassieke
conditionering.
(bijv. honden kwijlen wanneer voederbak wordt gevuld)
Kernpunten van klassieke conditionering
Neurale stimuli die eerst geen respons opleverden koppelen aan een nieuwe respons (Pavlov)
Verloop klassieke conditionering bij Pavlov’s experiment:
, 2. Contiguïteit: Neurale stimulus wordt herhaaldelijk met de UCS aangeboden
(een bel luiden en tegelijkertijd voedsel aanbieden)
3. Herhaling: Na een aantal keren zal de neutrale stimulus dezelfde respons oproepen als de
UCS
(het luiden van de bel betekend hetzelfde als het krijgen van voedsel)
4. Geconditioneerde stimulus (CS): De neurale stimulus is veranderd in een geconditioneerde
stimulus (CS)
(wanneer de honden de bel horen, gaan ze kwijlen)
Bouwstenen van klassieke conditionering:
- NS (Neurale stimulus) -> roept van nature geen reactie op
luiden van bel
- UCS (Ongeconditioneerde stimulus) -> stimulus die een reflexieve respons oproept
voederbak wordt bijgevuld -> hond kwijlt
- UCR (Ongeconditioneerde respons) -> reflexieve respons door stimulus
hond kwijlt -> voederbak wordt bijgevuld
- CS (Geconditioneerde stimulus) -> neutrale stimulus die inmiddels een reactie oproept
luiden van bel -> hond kwijlt
- CR (Geconditioneerde respons) -> respons wordt geproduceerd door UCS
hond kwijlt -> door luiden van een bel
- Verwerving: Eerste leerstadium in klassieke conditionering (NS en UCS)
- Extinctie (uitdoving): Wanneer herhaaldelijk alleen de CS wordt aangeboden en de UCS
wordt weggelaten, wordt de conditionering ongedaan gemaakt
- Spontaan herstel: Wanneer je na enige tijd van extinctie (uitdoving) weer blootgesteld
wordt aan de CS (geconditioneerde stimulus) verschijnt de CR (geconditioneerde respons)
opnieuw.
Stimulusgeneralisatie
Het proces waarbij je een geconditioneerde respons (CR) geeft op de stimuli die op de
geconditioneerde stimulus (CS) lijken. Bijv. bang voor kelders -> bang voor kleine ruimtes
Stimulusdiscriminatie (selectief leren)
Leren situaties te onderscheiden. bijv. bang zijn voor kelders -> niet alle kleine ruimtes zijn kelders
Toepassingen van klassieke conditionering
, Contraconditionering (tegenconditionering)
Therapie om op ontspannen wijze te reageren op een traumatische CS.
Een geconditioneerde stimulus koppelen aan een nieuwe ongeconditioneerde stimulus (UCS), die
een ongeconditioneerde respons (UCR) uitlokt, is niet verenigbaar met de oorspronkelijke UCR.
Preparedness: Voorbereid zijn; organismen hebben een bepaalde preparedness om bepaalde
angsten aan te leren voor dingen die gevaarlijk zijn: slangen, leeuwen etc.
Kernvraag 3.2: Hoe leren we nieuw gedrag door operante
conditionering? (3)
Een operant is een waarneembare gedraging die een organisme gebruikt om in zijn omgeving te
‘opereren’ (beïnvloeden). Operante conditionering is een vorm van leren waarbij de consequenties
van gedrag kunnen aanzetten tot gedragsverandering. Een beloning of straf kan de kans op
herhaling beïnvloeden.
Skinners radicale behaviorisme
B.F. Skinner (psycholoog) is de grondlegger van de operante conditionering
‘’De krachtigste invloeden op gedrag zijn gevolgen’’
Belangrijke bijdrage: Skinner Box (experiment waar ratten zichzelf moesten bevrijden uit een ‘operante ruimte’.
Thorndike’s wet van effect: Hongerige dieren werken ijverig om voedsel te verkrijgen en d.m.v. trial
and error (uitproberen en leren van fouten). Naarmate ze oefende, waren er minder errors en meer
successen.
De principes van operante conditionering: bekrachtiging
Bekrachtiger: Elk gevolg dat op een respons volgt en die versterkt
- Positieve bekrachtiging: Belonen door iets aan te bieden -> (geld, compliment, aandacht)
- Negatieve bekrachtiging: Weghalen van een aversieve stimulus -> (geluid van gordel niet om)
- Continue bekrachtiging: Belonen van elke goede respons
- Shaping: Steeds betere benaderingen van het goede gedrag -> de lat hoger leggen
- Intermitterende bekrachtiging (partiële bekrachtiging): Minder frequent belonen -> wanneer
het goed gaat
1. Ratioschema’s: Beloning na een bepaald aantal correcte responsen
werknemers betalen op grond van de hoeveelheid werk
a. Vaste schema’s: fixed ratio (FR) -> duidelijke afspraken
(Bijv. 10 euro per kilo geplukte bessen)
b. Variabele schema’s: variabele ratio (VR) -> geen duidelijke afspraken
(Bijv. telefoniste -> je weet niet hoeveel telefoontjes je moet behandelen voor je uurloon)
2. Intervalschema’s: Beloning na een bepaalde tijd
er verloopt een bepaalde hoeveelheid tijd
a. Vaste schema’s: vaste/fixed interval (FI) -> tijdsdruk
(bijv. harder studeren wanneer examen nadert)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper marckraai. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,09. Je zit daarna nergens aan vast.