Vragen sociale psychologie
Hoofdstuk 1 inleiding tot sociale psychologie
1.1 wat is sociale psychologie
1. Wat is sociale psychologie Wetenschap die bestudeert hoe gedachten, gevoelens en gedragingen worden
beïnvloed door de echte of denkbeeldige aanwezigheid van anderen
2. Wat is sociale invloed Het effect dat woorden, daden of aanwezigheid van anderen op ons hebben
3. Wat is een empirische methode Op waarnemingen en/of onderzoek gebaseerde methode voor het toetsen van
hypothese
4. Wat is een construct De manier waarop mensen de sociale wereld waarnemen, begrijpen en
interpreteren
5. Wat zijn determinanten Bepalende factoren in een ontwikkeling of toestand (kenmerken)
6. Wat doet een Persoonlijkheidspsychologen proberen sociaal gedrag te verklaren door zich te
persoonlijkheidspsycholoog concentreren op individuele verschillen. Welke persoonlijkheden liggen ten
grondslag van dit gedrag?
7. Wat doet een socioloog Een socioloog bestudeert groepen, organisaties en gemeenschappen i.p.v.
individuen. Bv. waarom vertoont een specifieke samenleving, of groep
binnen een samenleving, verschillende niveaus en typen van agressie
8. Wat is het verschil tussen Socioloog Sociale psycholoog Persoonlijkheidspsycholoog
sociale psychologie, sociologie Verschaft Onderzoekt de Onderzoekt de kenmerken
en persoonlijkheidspsycholoog algemene wetten psychologische die maken dat individuen
en theorieën over processen die de uniek zijn en van elkaar
samenleving, niet meeste mensen in verschillen
individueel de wereld gemeen
hebben en die hen
gevoelig maken
voor sociale
invloeden
De sociale psycholoog beweegt zich tussen sociologie en
persoonlijkheidspsychologie.
1.2 de macht van de situatie
9. Wat zijn fundamentele Men is geneigd om gedrag te verklaren vanuit eigen persoonlijke
attributiefouten eigenschappen en andere interne factoren en de rol van externe,
situationele factoren te onderschatten
10. Wat is een attributieve manier De oorzaak van een ‘probleem’ toeschrijven aan het eigen of andermans
om gedrag te verklaren gedrag. (de tragedie bij Jones Town kwam doordat al die mensen een
persoonlijkheidsstoornis hadden)
11. Wat heeft meer invloed Verschillen in persoonlijkheid zijn van groot belang, maar de sociale
persoonlijkheid of de situatie situatie en de omgeving kunnen zo invloedrijk zijn dat ze op bijna iedereen
een groot effect kunnen hebben. Zoals bij het experiment m.b.t. het
competitieve gedrag vs. coöperatief gedrag bij het beursspel en
gemeenschapsspel.
1.3 de macht van sociale interpretatie
12. Wat houdt het behaviorisme in Om menselijk gedrag te kunnen begrijpen hoef je enkel naar
bekrachtigende eigenschappen van de omgeving te kijken (operante
conditionering)
13. Wat houdt gestaltpsychologie in Benadrukt het belang van de manier waarop objecten worden
waargenomen
14. Hoe is de Gestaltpsychologie en Kurt Lewin paste de Gestaltprincipe niet alleen toe op een object, maar
sociale psychologie aan elkaar ook op de sociale perceptie. Het is belangrijk om te begrijpen hoe mensen
gekoppeld de sociale wereld waarnemen, doorgronden en interpreteren (hoe moet
, Jan de kus van Maria interpreteren: hij kan het beste Maria haar gedrag
[de kus] construeren)
15. Wat houdt fenomenologie in Een filosofische methode, die probeert door de intuïtieve beschouwing van
dingen, niet door rationele kennis, de constitutie van de wereld in de geest
en het wezen der dingen te beschrijven
16. Wat is naïef realisme (Lee Ross) overtuiging dat ieder van ons dingen waarneemt ‘’zoals ze echt zijn’’. Mocht
iemand iets anders zien, moet deze wel bevooroordeeld zijn
1.4 de oorsprong van constructen
17. Een mens heeft verschillende • het motief van eigenwaarden (goed gevoel over onszelf)
motieven die ten grondslagen • het motief van sociale cognitie (de wereld accuraat proberen waar te
ligt aan onze gedachten en nemen)
gedragingen. Welke twee zijn Meestal worden we door deze twee motieven in tegengestelde richtingen
het belangrijkste getrokken, waardoor we, om de wereld accuraat te kunnen waarnemen, niet
anders kunnen dan het feit onder ogen zien dat we ons idioot hebben
gedragen
18. Wat zijn nog overige motieven, • Biologische drijfveer (honger, dorst)
die ons gedrag beïnvloeden • Behoefte aan beloning (liefde en goedkeuring)
• Behoefte aan controle
19. Wat kan een positief zelfbeeld zelfverbetering
in de weg staan
20. Waarom vinden de studenten, Om de beslissing om de ontgroening te ondergaan te rechtvaardigen, wordt er
die een pijnlijke ontgroening een positieve draai aan de ervaring gegeven. Uit een experiment bleek hoe
hebben ondergaan, hun onaangenamer de ontgroeningsprocedure was, hoe leuker ze de groep
studentenvereniging nog leuk vonden.
21. Wat is sociale cognitie Hoe mensen denken over zichzelf en de sociale wereld. Dit doen zij door
sociale informatie te selecteren, interpreteren, herinneren en gebruiken om
oordelen te vormen en beslissingen te nemen
22. Waarom is het moeilijk om een Omdat je niet alle feiten hebt om de situatie accuraat te kunnen beoordelen of
juiste beslissingen te maken te voorspellen
, Vragen sociale psychologie
Hoofdstuk 2 methodologie: hoe doen sociaal psychologen onderzoek
2.1 sociale psychologie: een empirische wetenschap
1. Wat is een hindsight bias De neiging van mensen om hun vermogen om een uitkomst te voorspellen
te overdrijven, nadat ze te weten zijn gekomen hoe de uitkomst eruitziet
(dat had ik je zo ook wel kunnen vertellen)
2.2 de observationele methode: sociaal gedrag beschrijven
2. Wat is etnografie Methode waarbij een onderzoeker probeert een groep of cultuur te
begrijpen door die van binnenuit te observeren, zonder de groep zijn eigen
normen en waarden op te leggen.
3. Wat is interbeoordelaars- De mate van overeenkomst tussen de resultaten van twee of meer mensen
betrouwbaarheid die onafhankelijk van elkaar een dataset observeren en coderen
4. Wat is een analyse van Een techniek waarbij een verzameling documenten of archieven van een
archieven cultuur worden onderzocht
2.3 de correlationele methode: sociaal gedrag voorspellen
5. Waarom is correlatie geen Als je een correlationele methode gebruikt, kun je niet zonder meer
bewijs van causaliteit concluderen dat de ene variabele de andere veroorzaakt (veel tv kijken en
agressie is met elkaar gelinkt. Veroorzaakt tv kijken meer agressie? Of
kijken agressieve kinderen meer tv?)
2.4 de experimentele methode: causale vragen beantwoorden
6. Hoe kan de causaliteit relatie • Door een experimenteel onderzoek, waarbij gebeurtenissen worden
worden vastgesteld gemanipuleerd. Groep A met beloning, groep B zonder beloning
• longitudinale studies, waarbij meerdere meetmomenten worden
gebruikt over een langere tijd
7. Wat is interne validiteit De mate waarin alle omstandigheden behalve de onafhankelijke variabele
in een experiment gelijk worden gehouden
8. Wat geeft de p-waarde De p waarde geeft aan hoe waarschijnlijk het is dat de resultaten van een
(overschrijdingskans) aan experiment bij toeval zijn ontstaan. Deze waarden moet minder dan 5%
zijn. (hoeveel kans is er dat er bij het experiment van de epilepsie,
epilepsie-experts ingedeeld zijn in 1 groep)
9. Wat is de De kans dat de resultaten het gevolg zijn van toeval (je gooit 40 x een
waarschijnlijkheidswaarden muntje op en het is 40 x kop, dit is erg onwaarschijnlijk. Er is vast iets mis
met het muntje)
10. Wat is externe validiteit De mate waarin de resultaten van een onderzoek gegeneraliseerd kunnen
worden naar andere situaties en onderzoek
11. Welke twee vormen van De generaliseerbaarheid van de situatie (hoe verhoudt de experimentele
generaliseerbaarheid heb je situatie zich met het dagelijkse leven)
De generaliseerbaarheid van de persoon (de generaliseerbaarheid van
mensen)
12. Wat is psychologische realisme De mate waarin de psychologische processen die worden getriggerd in een
experiment lijken op psychologische processen in het dagelijks leven
(alledaags realisme)
13. Wat is een coverstory Beschrijving van het doel van het experiment die proefpersonen te horen
krijgen, maar die anders is dan het werkelijke doel. Deze wordt verteld om
het psychologische realisme van het onderzoek te waarborgen
14. Wat is een meta-analyse Statistische technieken waarmee je het gemiddelde van de resultaten van
twee of meer onderzoeken kunt berekenen om te zien of het effect van
een onafhankelijk variabele betrouwbaar is
15. Wat is het verschil tussen Bij fundamenteel onderzoek is het doel een vraag te beantwoorden vanuit
fundamenteel en toegepast nieuwsgierigheid.
onderzoek
, Bij toegepast onderzoek wil je met het resultaat van het onderzoek een
maatschappelijk probleem oplossen
2.5 nieuwe ontwikkelingen in het sociaalpsychologisch onderzoek
16. Wat maakt cross-cultureel Je kan niet zomaar een onderzoek, dat is uitgevoerd in de westerse wereld,
onderzoek lastig vertalen en uitvoeren in India. Je zal het gehele onderzoek moeten
aanpassen aan hun overtuigingen, anders meet je het verkeerde.
2.6 ethische thema’s in de sociale psychologie
17. Wat is debriefing Het proces waarbij proefpersonen na afloop van een experiment te horen
krijgen wat het werkelijke doel van het experiment was en wat er precies is
gebeurd
18. Welke wetten zijn er in WMO → wet medische-wetenschappelijk onderzoek met mensen
Nederland om de veiligheid van CCMO → centrale commissie mensgebonden onderzoek
proefpersonen te waarborgen