Imparfait - Samenvattingen, Aantekeningen en Examens

These notes includes the following topics with examples and explanations: Verb Tenses / Mood Présent Passé Composé The impératif Imparfait Les Adjectifs Pronoms Réfléchis Interrogative words Les Activités Les contractions

Frans: Samenvatting van alle tijden van iemand die een talenrichting volgt (Présent, conditionel, conditionel passé, subjonctif, subjonctif passé, futur simple...) Met uitzonderingen op de regel, afbeeldingen, voorbeelden...

alle werkwoord tijden uit het vak français des affaires (frans), richting event- en projectmanagement, arteveldehogeschool

6 clearly displayed posters, perfect to print out and put on revision walls. They explain the different kinds of negatives and how to use them, le passe compose, irregular past participles, the etre auxilliary, l'imparfait (the imperfect tense) and the present participle.

Ik heb in dit document Franse grammatica duidelijk uitgelegd en samengevat. De grammatica waar het over gaat is: het bijvoeglijk naamwoord, het bezittelijke voornaamwoord, de tegenwoordige en voltooide tijd van werkwoorden die eindigen op -er (present en passe compose), het hulpwerkwoord, het voltooid deelwoord, de voltooide tijd (passe compose) van être en avoir, de imparfait, onregelmatige werkwoorden, de dagen van de week en de maanden van het jaar en hoe je een brief schrijft.

In deze samenvatting vind je in één oogopslag hoe je welke tijd vormt.

Passe compose practice test

Het is een handig overzicht over Franse Grammatica. Dit komt aan bod: Regelmatige en onregelmatige werkwoorden, Regelmatige werkwoorden ​ présent; = de TT​, Regelmatige werkwoorden op -er​ présent; = de TT​, Regelmatige werkwoorden op - ir​ présent; = de TT​, Regelmatige werkwoorden op -ir​ imparfait; = de o.v.t (onvoltooid verleden tijd)​, Regelmatige werkwoorden op -ir​ de passé composé; de v.t.t (voltooid tegenwoordige tijd)​, Onregelmatige werkwoorden​ voltoo...

okljnkj

frans werkwoorden uitgewerkt in de present, passé composé, imparfait, futur simple, conditionnel en impératif. de werkwoorden : zijn, hebben, doen/maken, gaan, nemen, willen, leggen, weten, komen, kennen, drinken, mogen/kunnen,