Bijvoeglijk naamwoord - Samenvattingen, Aantekeningen en Examens

Een samenvatting over alles dat je moet weten over woord- en zinsleer. Staat uitgelegd wat het is en met voordbeelden. Woordleer: lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, ... Zinsleer: werkwoordelijk gezegde, naamwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, ...

In dit document zijn alle screencasts uit de Engels K3 uitgewerkt. De screencasts zijn gemaakt aan de hand van het boek Core Business. Onderwerpen die onder andere aan bod komen zijn: - de lijdende vorm - bijvoeglijk naamwoord/bijwoord - persoonlijke/bezittelijke/vragende/betrekkelijke/wederkerende voornaamwoorden - some/any - at/on/in

Mijn samenvatting gaat in op alle grammatica t/m klas 3 Grieks. Met onderwerpen zoals het participium en het bijvoeglijk naamwoord is dit overzicht alles wat je nodig hebt voor jouw proefvertaling. Met mooi uitgewerkte rijtjes en handige ezelsbruggetjes bij deze rijtjes.

Hier vind je een samenvatting van het boek 'De basis: Nederlands voor de lagere school. In deel 1 worden volgende aspecten behandeld: 1. Zelfstandig naamwoord (substantief) 2. Bijvoeglijk naamwoord (adjectief) 3. Werkwoord 4. Telwoord (numerale) 5. Voornaamwoorden (pronomen) 6. Lidwoord (artikel) 7. Bijwoord (adverbium) 8. Voorzetsel (prepositie) 9. Voegwoord (conjunctie) 10 Tussenwerpsel (interjectie) Deel 2 & 3 worden binnenkort geüpload!

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord (Hogeschool taaltoets Nederlands)

Bijvoeglijk naamwoord (Hogeschool taaltoets Nederlands)

Vak: Duits Leerjaar: 4 Richting: VWO Stof: grammatica H3 en H4 Boek: Neue Kontakte 4 vwo

Dit is de samenvatting voor het van Nederlands in jaar 1 van de opleiding IVK. Dit is een voorwaardelijk vak om door te mogen naar jaar 2. Zorg dat je je goed voorbereid voor je tentamen met een uitgebreide samenvatting.

Ik heb in dit document Franse grammatica duidelijk uitgelegd en samengevat. De grammatica waar het over gaat is: het bijvoeglijk naamwoord, het bezittelijke voornaamwoord, de tegenwoordige en voltooide tijd van werkwoorden die eindigen op -er (present en passe compose), het hulpwerkwoord, het voltooid deelwoord, de voltooide tijd (passe compose) van être en avoir, de imparfait, onregelmatige werkwoorden, de dagen van de week en de maanden van het jaar en hoe je een brief schrijft.

Bevat: - Zelfstandig naamwoord (concreet- en abstract naamwoord) - Lidwoorden (onbepaald- en bepaald lidwoord) - Werkwoorden (HWW, ZWW, KWW) - Bijvoeglijk naamwoord (stoffelijk bijvoeglijk naamwoord, trappen van vergelijking) - Voorzetsels - Voornaamwoord (persoonlijk-, bezittelijk-, aanwijzend-, onbepaald voornaamwoord) - Telwoorden (hoofd-, rang telwoord) - Voegwoorden (nevenschikkende-, onderschikkende voegwoorden) - Bijwoord