Hoofdstuk 16: sport
Pezen:
Pezen, banden van bindweefsel, maken collageen, met gap junctions, kleine openingen met
eiwitkanalen, die botten en spieren verbinden
Soorten weefsel:
1. Hartspierweefsel, dwarsgestreepte spiervezels verbonden via vertakkingen.
2. Glad spierweefsel, myofibrillen liggen door elkaar heen.
3. Dwarsgestreept spierweefsel
Skeletspier:
Skeletspier, met pees aan een bot bevestigd en bestaat uit bundels spiervezels.
1. Spiervezels bevatten myofibrillen, lange eiwitfilamenten die zorgen voor het
samentrekken/ ontspannen van de spier
Actine, dunne filament
Myosine, dikke filament
2. Ontstaan I-banden, A-banden en Z-lijnen.
Sarcomeer, gedeelte tussen twee Z-lijnen
Enkelvoudige contractie, binnenkomen van één impuls
Summatie, op een hopen van de resultaten bij een volgende prikkel
Gekartelde tetanus, schokkerige samentrekking bij voldoende summatie
Gladde tetanus, geen tijd voor de spier om te ontspannen tussen twee impulsen
Antagonist, spier waarvan de werking tegengesteld is, zodat de spier zich weer ontspannen.
Dissimilatie
Dissimilatie, afbraak van brandstof: vet, eiwit of glucose voor de making van ATP
Aerobe dissimilatie (T68):
1. Glycolyse, glucose wordt omgezet tot twee pyrodruivenzuur moleculen.
2. Decarboxylering, in de matrix van de mitochondriën knippen enzymen van het
pyrodruivenzuur een CO2 groep af. Hierbij ontstaat een acetylgroep (2 C) dat bindt
met co-enzym A tot acetyl-CoA.
3. Citroenzuurcyclus
4. Oxidatieve fosforylering, synthese van ATP met O2 als elektronenacceptor. De H+
stroom maakt energie voor de ATP-synthese.
Nettoresultaat:
Glucose + 6 O2 + 6 H2O + 38/36 ADP + 38/36 Pi 12 H2O + 6 CO2 + 38/36 ATP
De afwijking ontstaat doordat het doorsluizen van pyrodruivenzuur ook ATP kost.
Anaerobe dissimilatie (T68A):
Twee anaerobe alternatieven zijn melkzuurgisting en alcoholische gisting.
Hoofdstuk 21: planten
Creëren:
Klassiek veredelen, de beste planten uitkiezen voor generaties
Genomics, kennis van het genoom vb: tetraploïde cellen maken, vier i.p.v. twee
chromosomen, door non-disjunctie, verhinderen van het vormen van trekdraden tijdens de
mitose.
Polyploïde, hebben van meer dan twee sets chromosomen
Genomische engineering:
1. Toevoegen van een allel in een plasmide van een bacterie
2. Inbrengen in de plantencel