Human Resource Management kennis 3 – blok 3
Week 1:
Soorten ziekteverzuim:
Er zijn 3 soorten ziekteverzuim, namelijk:
1. Wit ziekteverzuim: in dit geval is de medewerker in kwestie aantoonbaar ziek, of dit
nu fysiek of psychisch is.
2. Grijs ziekteverzuim: hierbij is het ziekteverzuim onduidelijk. De medewerker is fysiek
nog wel in staat om te werken, maar is moe of niet gemotiveerd om te gaan werken.
Deze vorm komt het meeste voor.
3. Zwart ziekteverzuim: hier is geen geval van ziekte. De medewerker meldt zich wel
ziek, maar dat is hij niet.
Grijs en zwart ziekteverzuim worden ook wel ‘vermijdbaar verzuim’ genoemd.
Er kan een onderscheid worden gemaakt naar de duur en de frequentie van het verzuim. Dit
zijn de 2 belangrijkste kengetallen in het ziekteverzuimbeleid.
De duur van het verzuim heeft betrekking op de lengte van de verzuimperiode en wordt
onderverdeeld in ‘kortdurend verzuim’, ‘middellang durend verzuim’ en ‘langdurend
verzuim’. De frequentie zegt alles over het verzuim, namelijk hoe vaak een medewerker zich
ziekmeldt.
Kosten van verzuim:
Een werkgever kan ongeveer een schatting maken van hoeveel het verzuim kost. De
werkgever moet aan een aantal gevallen rekening houden:
Kosten voor vervanging van personeel.
Kosten die veroorzaakt worden door omzetverlies.
Kosten voor verzuimbegeleiding door de arbodienst.
Kosten die op langere termijn ontstaan, zoals hogere premies of omzetverlies.
Kosten van ziektekostenverzekeringen.
Kosten voor re-integratie.
Kosten voor loondoorbetaling bij ziekte.
Verzuimbeleid:
Verzuim gaat voor een deel ook over gedrag van medewerkers. De Nederlandse Vereniging
voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) becijferd dat uitval wegens ziekte in 70 tot
90% van de gevallen niet voortkomt uit ziekte. Medewerkers die verbinding voelen met hun
baas, collega’s of het bedrijf en zich hierdoor gesteund voelen, verzuimen minder vaak dan
medewerkers die dit niet hebben.
Een zieke medewerker heeft recht op privacy en daarom is het wettelijk niet toegestaan dat
een werkgever vraagt naar de aard van ziekte. Alleen de arbodienst of de bedrijfsarts mag
dit doen om te bepalen hoe arbeidsongeschikt de werknemer is. Een werkgever mag wel
vragen stellen die nodig zijn om te beoordelen hoe het verder moet met zijn werk. Ook mag
de werkgever vragen of de werknemer hulp nodig heeft om de resterende werkzaamheden
uit te kunnen voeren.
,Verzuimregistratie:
Er zijn een aantal kernbegrippen rondom verzuimregistraties gedefinieerd:
- Ziekteverzuimpercentage: Het ziekteverzuimpercentage geeft aan welk deel van de
arbeidscapaciteit in een bepaalde periode wegens ziekteverzuim verloren is gegaan.
Zo wordt het berekend: ZVP = Het totaal aantal verzuimde dagen in periode t/
potentieel beschikbare dagen in periode t x 100%.
Het ziekteverzuimpercentage is dus het totaal aantal dagen dat werknemers zich ziek
melden.
- Ziekteverzuimkostenpercentage: Het ziekteverzuimkostenpercentage (ZVKP) brengt
de kosten van het verzuim in kaart. De berekening is: loonkosten per dag in periode t
x (verzuimde werkdagen min wachtdagen in diezelfde periode)/ totale loonkosten in
periode t x 100%.
- Ziekmeldingsfrequentie: De ziekmeldingsfrequentie (ZMF) geeft inzicht in het aantal
ziekmeldingen. Berekening: aantal meldingen ziekteverzuimgevallen in periode t/
aantal werknemers in periode t x aantal dagen per jaar/ gemiddeld aantal dagen in
verslagperiode.
- Aanvangsdatum: De eerste dag waarop iemand zou moeten werken, maar verzuimt
of verminderd inzetbaar is wegens ziekte of een ongeval.
- Datum herstel: De eerste dag waarop de medewerkers weer gaat werken, omdat er
geen sprake meer is van geen of verminderde inzetbaarheid.
- Deeltijdfactor: Dit is bedoeld voor werknemers die niet voor de volledige werktijd in
dienst zijn, maar ook voor hen meer dan een volledige aanstelling werken. De
berekening is door op weekbasis het aantal werkuren te delen door het aantal
werkuren van een volledige aanstelling.
- Duur van het ziekteverzuim: het aantal kalenderdagen vanaf de aanvangsdatum van
het verzuim tot de hersteldatum. De duur hiervan is gemaximeerd door de wachttijd
van de WAO.
- Ziekte: Van personen die gedeeltelijk werken of gedeeltelijk ziek zijn, worden in het
ziekteverzuimpercentage de uren die zij werken niet meegerekend als ziekteverzuim.
- Populatie: Het nauwkeuring in kaart brengen van het werknemersbestand is van
groot belang voor de berekening van het ziekteverzuimcijfer. Deze standaard rekent
slechts die personen tot de populatie die recht hebben op doorbetaling van loon
door de werkgever. Dat zijn:
Werknemers met een vast contract voor onbepaalde duur.
Werknemers met een contract voor bepaalde duur.
,Hier 10 vuistregels die een bijdrage kunnen leveren aan een succesvol verzuimbeleid:
1. Toon interesse: goed verzuimbeleiding begint met interesse voor de ziekte
medewerkers.
2. Wees creatief: vaak kunnen creatieve ‘oplossingen’ in de werksituatie verzuim
voorkomen.
3. Stel een verzuimprotocol op: bij organisaties die geen helder verzuimprotocol hebben of
niet helder zijn over de taken en verantwoordelijkheden bij verzuim, ligt het verzuim dan
ook vaak hoger.
4. Ga snel in gesprek: de meeste managers zien het verzuim van een medewerkers al snel
aankomen, wacht dan niet tot dat de werknemers zijn klachten heeft ontwikkeld maar ga
een gesprek aan.
5. Communiceer bewust: de meeste mensen communiceren niet optimaal en luisteren ook
niet echt naar wat andere te zeggen hebben. Wees dus communicatief.
6. Neem de tijd voor een ziekmelding: de leidinggevende kan later op de dag even bellen
met de medewerkers. Zo heeft de leidinggevende de tijd om te achterhalen wat er
precies is en wat de organisatie kan doen.
7. Zorg voor structuur: het is van belang om streefcijfers betreffende de hoogte van het
ziekteverzuim vast te stellen. Ook kunnen er normen worden vastgesteld per groep,
functieniveau of type medewerker.
8. Onderhoud het contact: goede begeleiding is een vereiste voor re-integratie van de
werknemer. Als er regelmatig contact is geweest met de ziekte medewerker, is de kans
groter dat hij sneller terugkeert.
9. Werk samen met de arbodienst.
10. Houd rekening met advies van de ondernemingsraad.
Veelvoorkomende beroepsziekten:
Stress en burn-out: wanneer iemand te lang achter elkaar gestrest is en deze persoon de
‘accu’ niet zelf meer kan opladen, treden er lichamelijke en psychische klachten op.
Wanneer er sprake is van een totale uitputting is er sprake van een ‘burn-out’.
Lawaaidoofheid: dit is een aandoening van haarcellen in het slakkenhuis van het oor. Door
lawaai sterven deze cellen langzaam af.
Muisarm: RSI, ook wel muisarm genoemd, is een verzamelnaam voor een aantal
aandoeningen aan het bewegingsapparaat die voornamelijk worden veroorzaakt door
herhaalde bewegingen.
OPS: Organic Psycho Syndrome is een ziekte waarbij de klachten aanvankelijk vaag en divers
zijn. De ziekte, die bestaat uit ernstige hersenschade, wordt veroorzaakt door langdurige
blootstelling aan oplosmiddelen die in verfstoffen, schoonmaakmiddelen en in lijm
voorkomt.
PTSS: Posttraumatische stressstoornis is het ziektebeeld dat kan ontstaan als een
werknemer een traumatische gebeurtenis heeft meegemaakt. Bij PTSS treden heftige en
regelmatig terugkerende angstreacties op.
Rug en nekklachten: onnatuurlijke herhaalde bewegingen vormen vaak deze oorzaak.
, Integraal management:
Er zit een rangorde in de wijze waarop een gebrek aan productiviteit zichtbaar wordt.
Op het eerste niveau spelen vraagstukken random aan- en afwezigheid van medewerkers,
hoge WIA-instroom, frequent verzuim en verloop. Vanuit het medewerker perspectief uit dit
zich in het ziek ‘voelen’ en het ervaren van ‘lage waardering’.
Op het tweede niveau spelen problemen die als kenmerk hebben een mismatch tussen de
medewerker en de ‘plaats’ in de organisatie. De mismatch kan het gevolg zijn van ontbreken
van competenties, opleiding/vakmanschap, maar ook gelegen zijn in de wijze waarop de
organisatie/teams zich hebben georganiseerd. Dat uit zich in ‘ontevredenheid, lage
toegevoegde waarde, conflicten, lage productiviteitscijfers, kwaliteitsproblemen en
arbeidswaardering’.
Op het derde niveau spelen problemen die als kenmerk hebben dat perspectief en motivatie
ontbreken. Gevolgen hiervan kunnen zijn ‘burn-out, verloop, ontevredenheid, lage kwaliteit
van werk, conflict, RSI en verzuim’.
Het laatste niveau heeft betrekking op duurzaamheid en het nemen van eigen
verantwoordelijkheid. De eigen verantwoordelijkheid uit zich onder andere door de
opstelling die de medewerker kiest rondom het verzuim, arbeidsomstandigheden en HR.
Uiteindelijk dient het gezondheidsmanagement bezien te worden vanuit zowel medewerker-
als organisatieperspectief en de onderlinge balans tussen beide.
Er is sprake van een groeimodel:
Werknemersperspectief
Verantwoordelijkheid Duurzaamheid
Productiviteit
Tevredenheid
Inzetbaarheid
Werkbaarheid
Gezondheid Aanwezigheid
Ondernemersperspectief
Gezondheid:
Voor de meeste organisaties vormen de medewerkers het grootste kapitaal. Geschat wordt
dat organisaties slechts tussen de 20 en 40% van hun potentie daadwerkelijk gebruikt.
De eerste stap naar een gezonde organisatie is een organisatie zonder onnodig verzuim. Een
verzuim dat ruim boven de 4% is uitgestegen, geeft aan dat er iets bijzonders aan de hand is.