Adding value samenvatting (Business
Model Generatie H1 en H2 & reader
waardepropositie ontwerp pagina 5
t/m 61)
Hoofdstuk 1
Business model: Een beschrijving van de grondgedachte van hoe een organisatie
waarde creëert, levert en behoudt.
De negen bouwstenen van het business model canvas:
1. Klantsegmenten
2. Waardeproposities
3. Kanalen
4. Klantrelaties
5. Inkomstenstromen
6. Key resources
7. Kernactiviteiten
8. Key partners
9. Kostenstructuur
Klantsegmenten: De verschillende groepen mensen of organisaties die een
onderneming wil bereiken en bedienen.
Voorbeeld: massamarkt, nichemarkt, gesegmenteerd, gediversifieerd,
multi-sided platforms
Waardeproposities: De bundel van producten en diensten die waarde creëert voor
een specifiek klantsegment. De reden dat klanten het ene bedrijf boven het andere
verkiezen.
Voorbeeld: nieuwheid, performance, customization, ‘de klus klaren’, ontwerp,
merk/status, prijs, kostenbeperking, risicobeperking, toegankelijkheid en
gemak/bruikbaarheid
Kanalen: Hoe een bedrijf met zijn klantsegmenten communiceert en ze bereikt om
een waardepropositie te leveren.
Kanalen vervullen verschillende functies, waaronder:
Awareness (bekendheid) vergroten bij klanten over de producten en diensten
van een bedrijf.
Klanten helpen de waardepropositie van een bedrijf te beoordelen (evaluatie).
Het voor klanten mogelijk maken om specifieke producten en diensten aan te
schaffen.
Een waardepropositie leveren aan klanten.
Klantsupport bieden ná aankoop.
, Kanaal soorten:
Verkoop (eigen, direct)
Web verkoop (eigen, direct)
Eigen winkels (eigen, indirect)
Partnerwinkels (partner, indirect)
Groothandel (partner, indirect)
Klantrelaties: De soorten relaties die een bedrijf aangaat met specifieke
klantsegmenten.
Klantrelaties kunnen worden aangestuurd door de volgende motivaties:
Klantenacquisitie (werving)
Klantenretentie (kwantitatief gegeven over hoe vaak een klant terugkomt en
hoe lang een klant loyaal blijft.)
Verkoop stimuleren (upselling)
Soorten klantrelaties:
Persoonlijke hulp: Een relatie met menselijke interactie.
Voorbeeld: via callcenters, op het point of sale, e-mail, etc.
Toegewezen persoonlijke hulp: Een klantvertegenwoordiger die specifiek
wordt toegewezen aan een individuele klant.
Selfservice: Geen directe relatie met de klant. Het biedt alle noodzakelijke
middelen aan klanten om zichzelf te helpen.
Geautomatiseerde diensten: Een mix van een meer geavanceerde vorm van
klanten selfservice met geautomatiseerde processen.
Voorbeeld: Het aanbieden van boek- of filmaanbevelingen.
Communities: Een online platform waarbij gebruikers kennis uitwisselen en
elkaars problemen kunnen oplossen. Het helpt bedrijven ook om de klanten
beter te begrijpen.
Cocreatie: Het schrijven van recensies of het maken van content voor op
bijvoorbeeld YouTube.
Inkomstenstromen: De cash die een bedrijf genereert uit elk klantsegment.
Soorten inkomstenstromen:
Transactie-inkomsten die voortvloeien uit eenmalige klantbetalingen.
Terugkerende inkomsten die voortvloeien uit aanhoudende betalingen om
ofwel een waardepropositie aan klanten te leveren, ofwel klantsupport te
bieden na aankoop.
Manieren om inkomstenstromen te genereren: Aanvullende info op PP W4 dia 6:
Goederenverkoop ‘’basis verdienmodellen’’
Voorbeeld: Het verkopen van een boek.
Gebruikersfee
Voorbeeld: Het gebruiken van een hotelkamer.
Abonnementsgelden
Voorbeeld: Sportschool
Uitlenen/huren/leasen
Voorbeeld: Een auto huren
Licentieverlening