Gemaakt door Indy Jacobs (tweede jaar Psychologie Bachelor)
Volledige Samenvatting Persoonlijkheidsstoornissen
Hoorcollege 1 Introductie
• Alle begrippen zijn blauw
• Alle belangrijke namen zijn rood
• Alle kernwoorden zijn onderstreept
• De Engelse vertaling is schuingedrukt
Leerdoelen (PD= Personality Disorder):
• (DSM-5)kenmerken van PD's in het algemeen en PD-clusters beschrijven (deel A)
• Beschrijven hoe individuele PD‟s clusteren (deel B)
• Algemene historische ontwikkelingen in de diagnose van PD's in de DSM verklaren (deel C)
• De belangrijkste (voorgestelde) veranderingen voor PD's van de DSM-IV naar de DSM-5
benoemen (deel D)
Persoonlijkheid: 'Blijvende patronen van waarnemen van, omgaan met en denken over de omgeving
en zichzelf die worden vertoond in een breed scala van sociale en persoonlijke contexten'
Een persoonlijkheidsstoornis: '....is een blijvend patroon van innerlijke ervaring en gedrag dat
afwijkt van de verwachtingen van de cultuur van een individu, doordringend en inflexibel is, een begin
heeft in de adolescentie en vroege volwassenheid, stabiel is in de tijd, en leidt tot klinisch significante
distress of stoornis op sociaal, beroepsmatig of ander gebied van functioneren.'
Patronen manifesteren zich in
• Cognitie: Manieren van waarnemen en interpreteren van het zelf, anderen en gebeurtenissen
• Affectiviteit: Bereik, intensiteit, veranderlijkheid en gepastheid van emotionele respons
• Interpersoonlijk functioneren:Manieren waarop men bestaat in de ogen van/met andere mensen
• Impulscontrole
Patronen moeten zich op 2 of meer van de bovenstaande gebieden manifesteren
Deel A: (DSM-5)kenmerken van PD's in het algemeen en PD-clusters beschrijven
Exclusiecriteria
• Geen manifestatie of gevolg van een andere psychische stoornis (bv. Denken dat iemand
hallucinaties heeft en voldoet aan beeld van schizofrenie, niet bedoeling dat je gaat denken dat
hij aan schizoïde persoonlijkheidsstoornis lijdt)
• Niet toe te schrijven aan de fysiologische effecten van een stof (bv. Iemand met delirium=
plotseling optredende verwardheid, komt door alcohol) of een andere medische aandoening
D.w.z. dat persoonlijkheidskenmerken die bepalend zijn voor PD moeten worden onderscheiden van
kenmerken die opduiken als reactie op specifieke situationele stressoren of voorbijgaande mentale
toestanden.
PD-criteria DSM-5
Naast een beschrijving van criteria en kenmerken wordt het volgende opgesomd:
• Diagnostische kenmerken
• Geassocieerde kenmerken die de diagnose ondersteunen
• Prevalentie
• Ontwikkeling en beloop
• Risico- en prognostische factoren (bv. Zijn er factoren waarvan bekend is dat de kans heel
groot wordt dat iemand last zal hebben van borderline en er ook niet van af kan komen door de
tijd heen)
• Cultuurgebonden diagnostische problemen
• Geslachtsgebonden diagnostische problemen (bv. Theatrale persoonlijkheidsstoornis wordt
vaker aan vrouwen dan mannen gegeven)
1
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
, Gemaakt door Indy Jacobs (tweede jaar Psychologie Bachelor)
• Differentiële diagnose: Zijn er andere stoornissen in de DSM die vaak overlap hebben met deze
stoornissen of die er diagnostisch gezien op lijken. Dus als therapeut kijken of het niet door
familie komt of vaak samengaat of overlap vertoont met die stoornis
DSM-5 Persoonlijkheidsstoornissen
- Antisociale Persoonlijkheidsstoornis
- Borderline Persoonlijkheidsstoornis (BPD)
- Vermijdende Persoonlijkheidsstoornis
- Afhankelijke Persoonlijkheidsstoornis
- Narcissistische Persoonlijkheidsstoornis
- Histrionische (theatrale) Persoonlijkheidsstoornis
- Obsessieve-Compulsieve Persoonlijkheidsstoornis (OC(P)D)
- Paranoïde Persoonlijkheidsstoornis
- Schizoïde Persoonlijkheidsstoornis
- Schizotypische Persoonlijkheidsstoornis
PD clusters
Cluster Specifieke persoonlijkheidsstoornissen Kenmerken/karakteristieken
Cluster A Paranoïde, Schizoïde, Schizotypisch Raar, Excentrisch, Vreemd
Cluster B Borderline, Narcissistisch, Histrionisch, Dramatisch, Emotioneel, Onvoorspelbaar,
Antisociaal (Grillig), Wild, „Het gaat allemaal om mij‟
Cluster C Afhankelijk, Vermijdend, Obsessief- Angstig, Bezorgd, Ongerust
compulsief
Cluster A PD Algemene beschrijving
Paranoïde Wantrouwen, achterdochtigheid
Schizoïde Onthechting van sociale relaties, beperkt bereik van emotionele expressie (in
interpersoonlijke omgevingen)
Schizotypisch Acuut ongemak in hechte relaties, cognitieve en/of perceptuele vervormingen,
excentriciteiten van gedrag
Cluster B PD Algemene beschrijving
Borderline (stabiele) Instabiliteit van intermenselijke relaties, zelfbeeld, en affecten, en
uitgesproken impulsiviteit
Narcissistisch Grootheidswaanzin, behoefte aan bewondering en gebrek aan empathie
Histrionisch Overmatige emotionaliteit en aandacht vragen
Antisociaal Minachting voor en schending van de rechten van anderen
Cluster C PD Algemene beschrijving
Afhankelijk Onderdanig en aanhankelijk gedrag, buitensporige behoefte om verzorgd te
worden
Vermijdend Sociale inhibitie, gevoelens van ontoereikendheid, overgevoeligheid voor
negatieve evaluatie
Obsessief-compulsief Preoccupatie met ordelijkheid, controle en perfectionisme
Kernkenmerk cluster C: Overmatig bezorgd/angstig zijn over hoe zij in de wereld bestaan en wat de
wereld van hen vindt. Heeft te maken met een onderliggend laag self esteem/eigenwaarde.
DSM en andere handboeken
• DSM(-5)
• ICD-10: De internationale statistische classificatie van ziekten en gezondheidsgerelateerde
problemen
o ICD-10 classificatie van psychische stoornissen en gedragsstoornissen
• Psychodynamisch diagnostisch handboek
PD's ingedeeld in DSM-I tot DSM-IV. PD's DSM-IV werden behouden in DSM-5, gepubliceerd in 2013.
2
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
, Gemaakt door Indy Jacobs (tweede jaar Psychologie Bachelor)
In DSM-III zijn de grootste stappen
gemaakt om de theorie neutraal te
maken.
Compulsieve werd Obsessieve
Compulsieve in DSM-III-R.
Passief-agressief verdween na
DSM-III-R.
Deel B: Beschrijven hoe
individuele PD’s clusteren (deel B)
Passief-agressief PD DSM-5
• Heimelijk (geborgen) geuite vijandigheid (bv. zuchten, te laat komen, mokken, negatieve
emotionele toon) als gedragsuitingen van een verzet tegen het voldoen aan (afgeleide)
verwachtingen van anderen, gecombineerd met gevoelens van slachtofferschap
• Gedefinieerd tijdens de Tweede Wereldoorlog om soldaten te beschrijven: 'onvolwassen reactie
die wordt gekenmerkt door passiviteit en obstructie in reactie op bevelen of eisen'
A. Een doordringend patroon van negativistische attitudes en passieve weerstand tegen eisen voor
adequate prestaties, beginnend in de vroege volwassenheid en aanwezig in een verscheidenheid van
contexten, zoals aangegeven door vier (of meer) van de volgende:
(1) verzet zich passief tegen het vervullen van sociale en beroepsmatige routinetaken
(2) klaagt erover door anderen verkeerd begrepen en niet gewaardeerd te worden
(3) is nors en twistziek
(4) bekritiseert en minacht het gezag op onredelijke wijze
(5) uit afgunst en wrok jegens hen die kennelijk meer geluk hebben
(6) klaagt overdreven en aanhoudend over persoonlijk ongeluk
(7) wisselt af tussen vijandige weerzin en berouw
Onderliggende motivatie: Strijd tussen afhankelijkheid en autonomie? Idee van deze mensen is dat ze
erbij willen horen, maar ze gaan niet alles doen wat ze wordt opgedragen vanuit hiërarchie.
PAPD (Passive Aggressive Personality Disorder) in appendix DSM-5 omdat
• Weerstand tegen oorspronkelijk militair gebruik
• Zeer hoge prevalentie en sterk co-morbide met andere PD's (83%)
• Niet genoeg empirisch bewijs (bv, hebben ze daadwerkelijk beperkingen in dagelijks leven?)
• Gebrek aan algemene acceptatie / verwarring over exacte syndroom (lage inhoudsvaliditeit)
o Te nauw gedefinieerd, d.w.z. 1 geïsoleerd afweermechanisme?
o Meer situatie gebonden dan pervasief patroon?
o Gedragingen bestaan vanwege een specifieke onbewuste motivatie (bv. heimelijke
vijandigheid, conflict tussen afhankelijkheid en autonomie), die moet worden afgeleid
door therapeut
Ernstige veranderingen in naam en symptoomcriteria gedurende verschillende DSM-versies
3
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
, Gemaakt door Indy Jacobs (tweede jaar Psychologie Bachelor)
• Lage validiteit omdat PAPD niet gerelateerd is aan QoL (Quality of Life) en niet gerelateerd is
aan aanwezigheid in psychiatrische instellingen
Deel C: Algemene historische ontwikkelingen in de diagnose van PD's in de DSM verklaren
Hoe komen we eigenlijk bij het empirische bewijs dat 'ons' heeft doen besluiten om deze 10 PD's in de
DSM-IV/5 op te nemen?
1. Observaties: Vergelijkbare sets van symptomen bij verschillende individuen
2. Inductie & deductie: We proberen namen te geven aan deze terugkerende sets van
symptomen (syndromen) in de vorm van psychiatrische diagnoses (bv. Borderline
Persoonlijkheidsstoornis). Hier zal geen onderliggende ziekte zijn wat de stoornis veroorzaakt
3. Testen: Empirische studie van psychiatrische stoornissen
4. Evaluatie: Her- beoordelen validiteit en nut van afzonderlijke psychiatrische stoornissen
Belangrijke aspecten van DSM-besluitvormingsproces -> Testing
• Empirisch bewijs
• Validiteit en klinisch nut van diagnose
o Is dit syndroom ('set van symptomen') een entiteit die gescheiden is van andere
syndromen en normaliteit?
o Conceptueel bewijs (bv. klinische beschrijving, demografische kenmerken)
o Antecedenteel bewijs (bv. familiaire aggregatie, uitlokkende factoren)
o Concurrentieel bewijs (bv. psychologische tests)
o Voorspellend bewijs (bv. diagnostische consistentie in de tijd, respons op behandelingen)
o Neurowetenschappelijk bewijs (bv. genetica, cognitieve neurowetenschappen)
• Handboek werd gepubliceerd net voor DSM-5 uitkwam
• Onderzoekers en clinici werkten aan fundamentele veranderingen om PD's te beschrijven,
clusteren en diagnosticeren in DSM-5
• Echter, PD's uit DSM-IV werden echter behouden in DSM-5
• Voorstel (rechts opgesomd) is nu opgenomen in de bijlage DSM-5
• Genaamd 'alternatief model', 'dimensioneel model', 'hybride categorisch-dimensionaal model',
of 'experimenteel model'
• In het hele handboek zult u melding zien van dit alternatieve model
Algemene veranderingen van DSM-IV naar DSM-5
• Schrappen van multi-axiaal systeem dat in DSM-III werd ingevoerd
1. Axis I: Voorbijgaande psychiatrische stoornissen diagnosticeren
2. Axis II: Bv, verstandelijke beperking
4
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.