100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
College aantekeningen hoorcolleges Nederlandse Geschiedenis | Rijksuniversiteit Groningen €4,49   In winkelwagen

College aantekeningen

College aantekeningen hoorcolleges Nederlandse Geschiedenis | Rijksuniversiteit Groningen

1 beoordeling
 75 keer bekeken  10 keer verkocht

Een gedetailleerde uitwerking van de colleges van Nederlandse Geschiedenis. Mocht je een hoorcollege hebben gemist: met dit document kun je je tentamen alsnog halen!

Voorbeeld 4 van de 85  pagina's

  • 17 maart 2021
  • 85
  • 2020/2021
  • College aantekeningen
  • Dhr. steensel e.a.
  • Alle colleges
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (33)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: hansschaap • 3 jaar geleden

avatar-seller
JantinevanderWest
Week 1.1
Clip 2. Prehistorie
- Oude steentijd / paleolithicum, (ca. 2,5 miljoen jaar geleden tot 8800
v. Chr.)
- Middensteentijd / mesolithicum (8800 tot 4900 v. Chr.)
- Nieuwe steentijd / neolithicum (4900 tot 2000 v. Chr.)
- Bronstijd (2000 tot 800 v. Chr.)
- IJzertijd (800 tot ongeveer 50 v. Chr.)
In Nederlandse geschiedenisboeken beginnen vaak pas in de Romeinse
tijd en slaan de prehistorie over, vanwege de geschreven bronnen. Op dit
moment weten we meer over de vroegere geschiedenis van Nederland. Er
zijn maar weinig menselijke resten gevonden, er zijn wel werktuigen
gevonden die bewijzen dat er vroege menssoorten in NL hebben
rondgelopen (Limburg) 250.000 jaar geleden, kort voor de laatste ijstijd.
14.000 jaar geleden eindigt de laatste ijstijd, zeespiegel stijgt  meer
dieren en planten. 8.000 voor Christus zijn er weer duidelijke sporen van
mensen in Nederland. Zijn vooral jagers en verzamelaars. Ze vestigen
langs de rivieren op de wat hogere gedeelten. Een belangrijke gebeurtenis
is de komst van boerenkolonisten uit Zuidoost-Europa (en Azië) rond 5500
v. Chr. Ze namen de landbouw mee en vestigden zich in Oost-Nederland
op de hogere vlaktes. Ze zijn sedentair. Ze bouwden graven, er was
veeteelt. Pas 2.000 jaar later neemt de bevolking ineens toe (10.000 
100.000 inwoners), dat kan alleen met goede landbouw. Het is een raadsel
waarom men is overgestapt naar landbouw (onzekerheid over oogst, veel
harder werken). Jagers en verzamelaars waren gezonder, gevarieerd dieet
en minder stress. Tegenwoordig denkt men dat het te maken met een
culturele omslag (controleren van natuur). Deze omslag kwam eerder in
het zuiden, de boeren in NL waren dus migranten. In deze tijd waren er
ook hunebedden (waarschijnlijk elite), wat duidt op hiërarchische
structuren. Er zijn telkens migratiebewegingen vanuit Midden-Europa. De
meerderheid van de mensen nu in NL stammen af van de jagers en
verzamelaars en minder van de kolonisten.
1200 voor Christus, kleine nederzettingen met wat tuinbouw, wat schapen
en wat landbouw. We weten niet hoe ze zichzelf noemden en hoe ze
zichzelf zagen.

Clip 2. De Romeinse geschiedenis
De Romeinen troffen een latênecultuur, was een Keltische cultuur, aan.
Waarschijnlijk spraken de mensen Keltisch of Germaanse talen. Vanaf de
6e eeuw willen de Romeinen Gallië veroveren, vanuit het zuiden vanuit het
huidige Frankrijk. Maar pas in de 2 e eeuw in bezit, en dan pas richtten de
Romeinen zich op het noorden (Gallia Comata  lange haar). Julias Caesar
is de eerste die een expeditie onderneemt in de periode 58-51 voor
Christus. Hij schreef erin over Commentarii de bello Gallico. We kunnen
deze tekst niet letterlijk nemen, vanwege interpretatieproblemen. Hij zag
ze als een geïsoleerde groep die erg mannelijk was, omdat ze via de
handel geen ‘verwijfing’ hadden opgelopen. Sommige mensen vragen zich

,af of Julius er wel echt is geweest. Hij vestigt echter de Romeinse
aanwezigheid. 2 v. Chr. Zorgt Corbulo voor echte heerschappij. De Rijn
was de rijksgrens (limes). Het lukt niet om het noordelijke gebied onder
controle te krijgen. In dat gebied was veel conflicten, maar ook steden
(Maastricht, Nijmegen, Katwijk), en verwisseling van mensen. Er was rond
de derde eeuw een stabiliteit.

Bewoners van Nederland
Romeinen noemen Nederlanders (Caesar): Menapiërs, Eburonen,
Teneteren, Usipeten.
Ten tijde van Augustus worden ze Friezen, Cananefaten, Bataven,
Chauken. Zijn die nieuwe volken? Waar zijn die andere volken dan
gebleven? Onduidelijk.
De Romeinen legden de namen op: opgelegde identiteiten. Het waren ook
vaak verzamelnamen, Bataven waren allerlei volkeren. Namen zeggen
niks over etniciteit. Sommige groepen trokken weg en dan kwamen er
nieuwe groepen: zelfde naam. Opstanden door Friezen, maar ook Bataven
rond 70 na Chr. (begin Nederlands vrijheidsgedachte  Bataafse
Republiek). Leider Julius Civilis was echter een Romein en kwam in
opstand toen er politieke onrust in Italië was en gebruikte de Bataven als
leger. Hij had waarschijnlijk persoonlijk reden: hij en zijn broer beschuldigd
van verraad, broer vermoord, Julius wraak nemen. Hij komt succesvol in
opstand, maar wordt verslagen door Romeins leger en worden verbannen
naar de Betuwe. Pas vanaf 3e eeuw rond 270 komen er migraties heen en
weer.

Romeinse invloeden
- Opkomst steden en limes  militaite, bestuurlijke en economische
functies
- Actieve handel over rivieren en Noordzee, aanleg villae in Zuid-
Limburg (landbouwcomplexen)
- Schrift: Latijn
- Religie: Romeinse tempels gevonden en inheemse goden combinatie
(syncretisme). Pas later Christendom (heel beperkt proces, gericht
op de elite).

Romanisering en germanisering
- Proces van romanisering beperkte zich tot het grote rivierengebied,
door invallen van Germaanse volkeren was er ook een voortdurende
germanisering.
- Etnogenese: vorming en verandering van sociale groepen,
bijvoorbeeld de Franken, Friezen of Saksen.

Romeinse erfenis in de late Oudheid
Crisis in Romeinse Rijk, lijkt alsof er geen bewoners waren in de derde
eeuw. In de 4e eeuw zien we weer Friezen en Saksen die huurlingen
werden van het Romeinse rijk die de limes overstaken in kleine groepen.
De Romeinen konden de grens niet meer herstellen na die
migratiebewegingen enwerden verslagen door volkeren en dat is het einde

,van Romeinse aanwezigheid. In deze tijd zag je wel introductie van het
christendom. De invloeden op onze instituties zijn klein gebleven. Het
schrift is belangrijk, maar de Romeinse invloeden zijn gauw verdwenen na
vertrek. De invloed van de Germaanse, Saksen, Friezen zijn belangrijker
geweest dan de Romeinen (bv. Nederlandse taal als samensmelting uit die
talen), zij zijn de dragers van de vroegmiddeleeuwse cultuur.

Clip 3. Vroege Middeleeuwen
Er waren allerlei migraties: Friezen, Saksen (steken over naar Engeland).
Dat vormt een culturele eenheid.
- Saksen: Noordzee-Engeland
- Friezen: langst kust tot het Zwin
- Franken: regio Doornik naar Gallië
Relatieve ontvolking, geen bevolkingstoename, veel migratie.

De Friezen die weer opduiken zijn genetisch weer een nieuwe groep. Ze
hebben leiders die in bronnen worden aangeduid als koningen en
hertogen. Uitwisselen van giften was belangrijk tussen die elites. In de
buurt van Wijnaldum zijn er goudschatten teruggevonden die duiden dat
er vorsten waren in de Noordelijke Nederlanden die deel waren van die
gifteneconomie. De Friezen onderscheidden hun als handelaren van het
Noordzeegebied. Doornik was de belangrijke handelsstad en werden ook
munten geslagen. Ze hadden een Noordzeecultuur: zelfde taal, objecten
en praktijken. Ze voerden lang verzet tegen de Franken.

De Franken zijn ook veel verschillende groepen. Het waren de regionale
machthebbers die het gezag van de Romeinen overnamen. Ze hadden
volgelingen, strijders, die de positie van leider moesten verdedigen. Maar
die volgelingen moesten tevreden worden gehouden  veel oorlog om
oorlogsbuit te kunnen delen. De succesvolste leider was Clovis die in 508
van Arianisme naar het katholicisme te bekeren. Proces van politieke
centralisatie met duidelijke vorsten (Dagobert II stichtte allereerste kerk in
Utrecht, hij onderneemt pogingen om het Friese gebied onder zijn gezag
te brengen). Koning Radboud wordt in 690 verslagen bij Dorestad en dan
pas hebben de Franken complete controle.

Voor de Karolingen was Nederland een periferie van het rijk (dus niet het
centrum). Nijmegen was wel belangrijk voor Karel de Grote. Macht was
persoonlijk, dus Karolingische vorsten trokken constant rond om gebieden
onder controle te houden. Toepassing van het recht, aanstelling van
ambtenaren werd gedaan door de Karolingen. Pepijn de Korte in 751 aan
de macht. Pagi waren de graafschappen en daar werden ambtenaren
aangesteld die de vrede van de Karolingische vorsten uitvoeren, zij
werden weer gecontroleerd door missi dominici. In de 9 e eeuw valt het
Karolingische Rijk uiteen  opvolgingscrisis, invallen Vikingen. NL onder
Lotharius die Vikingen inschakelt om te helpen bij het beheersen van het
gebied (Harald en Rorik).

, Vikingen waren ook op zoek naar nieuw landbouwgrond en in Engeland bv
vestigen ze zich permanent. Maar in NL niet, hier alleen economische en
religieuze centra interessant.

De Karolingers probeerden het recht te centraliseren  gewoonterecht
(lex frisionorium). Iedereen was in principe vrij, maar dit betekende
belastingen betalen en militaire diensten geven.  Vazallistische banden
tussen koning en aristocraten met uitzondering van de Friese gebieden.
Door sociaal-economische ontwikkelingen kwamen die status onder druk.
Het hofstelsel kwam op: grond grotendeels in handen van de vorst, maar
door een gebrek aan menselijke mankracht probeerde die vorst en later
ook lokale machthebbers die vrijheid van de inwoners te beperken. Door
ze onvrij te maken mochten ze niet meer zomaar verhuizen en moesten ze
aan betalingsplichten voldoen. Er zijn dan veel halfvrije boeren (horigen)
en onvrije boeren (ook horigen). Om deze beweging te begrijpen moeten
we in de 9e eeuw kijken hoe dat centrale gezag verbrokkelt. Er was een
verschuiving dat landbezit het belangrijkst werd en het exploiteren van
het land (landbouw, verhandelen van overschot). Land werd de nieuwe
basis van sociale status. Grote domeinen van de koning versnipperde,
kwamen in handen van lokale heren en religieuze instellingen. Zij hadden
arbeidskrachten nodig. Het is altijd fijn als je die arbeiders niet hoeft te
betalen  dwingen vrijheid op te geven met geweld. In het noorden was
dit minder zo, daar had je nog wel meer vrije boeren. Vooral onder de
rivieren was dit zo. Hofstelsel niet verwarren met vazalisme!!

De Karolingen wilden luxeproducten kopen. Het Noordzeegebied was
belangrijk handelsgebied. Friezen werden belangrijke handelaren.
Sommige producten kwamen uit het Verre Oosten.

Dagobert sticht missiepost: kerk gesticht. Met de Karolingische controle
over het Friese gebied komen er ook christelijke missionarissen: Willibrord
en Bonifatius. Willibrord werd de eerste bisschop van Utrecht. Willibrord
ging minder gestructureerd aan het werk als Bonifatius. Bonifatius
bekeerde eerst de elite in de hoop dat de aanhangers dan zouden volgen.
Ze zochten ook bescherming van de Franken, die militaire bescherming
boden. Kloosters waren verbonden met aristocratische families. Ze geven
giften aan de kloosters. Abdij van Echternach kreeg giften van aristocraten
waardoor het enorme bezittingen kregen  springplank voor
missionarissen. Succes was beperkt, alleen elites werden bereikt. Lieten
zich vaak niet direct overtuigen. Utrecht pas religieus centrum als er zich
een geleerde (Frederik) vestigt. Daarna moest de bisschop al vluchten
voor de Vikingen. Pas daarna kon het weer als religieus centrum hersteld
worden. Nederland was vaak een grensgebied van meerdere rijken,
invloeden kwamen van meerdere kanten.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper JantinevanderWest. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 73918 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49  10x  verkocht
  • (1)
  Kopen