Aantekeningen hoorcolleges onderzoeksmethoden:
theorie en ethiek
College 1: (H1, H2, H10, H11, H14)
De wetenschappelijke methode:
- Regels
- Assumpties
- Procedures
- Data verzameling
- Data analyseren
- Data delen
- Conclusies trekken
Intuïtie; denkfouten lastige vragen vervangen door eenvoudige vragen
Selectieve aandacht;
- Perceptie
- Verwachtingen; waarden, cultuur, opvoeding
- We zien alleen waar we onze aandacht op richten en dit wordt beïnvloedt door waarden,
cultuur, opvoeding ect. Wat jij belangrijk vindt stuurt waar je op let.
Confirmation bias;
- Zien wat we willen zien
- Selectief herinneren
Wetenschappelijk onderzoek;
- Kijken naar de bewijzen zonder vooroordelen
- Kunnen wij dat wel? (confirmation bias)
- Objectieve observaties (empirisch onderzoek)
- Niet verwarren met waarde; persoonlijke opvatting
David Hume (1711-1776): wetenschap is beschrijvend en vanuit die beschrijving kun je niet tot
morele of normatieve uitspraken komen.
Standford prisoner experiment (Zimbardo):
- Onze omgeving bepaald of we een goed of slecht mens zijn. Het slechte zit in eenieder
- Lucifer effect
- Validiteit; meet je wat je beoogt te meten
Controle
Steekproef (gender, culturele achtergrond, selection bias, te kleine steekproef)
Externe invloeden (Zimbardo was de gevangenisbaas reaction bias, demand
characteristics)
- Onethisch onderzoek
Wetenschappelijke discussie;
- Replicatie (herhalen, toevoegen, aanpassen)
- Accumulatie van kennis
,Hoe komen we tot ideeën:
- Inductie; van specifiek naar algemeen
Observaties in de wereld
Patroon onderzoeken
Hypothese
Theorie
Probleem van de inductie; voorspelling over de toekomst op basis van inductie
- Deductie; van algemeen naar specifiek
Theorie
Hypothese
Observatie
Confirmeren
Confirmeren versus falsifiëren (Popper)
- Bewijs dat een theorie klopt
confirmeren
- Bewijs dat een theorie niet klopt
falsificeren
De wetenschappelijke methode; zoektocht
naar wetmatigheden
- Fundamenteel onderzoek
- Toegepast onderzoek
Wetenschappelijke theorieën; algemene uitspraak over de relatie tussen variabelen
- Moet toetsbaar zijn niet (direct) toetsbaar? Dan hooguit een hypothese
- Daarom specifiek
Operationele definitie (construct);
- Wat is het precies
Wetenschappelijke theorieën zijn;
- Toetsbaar
- Simpel; de wet van de spaarzaamheid
Eaterlin paradox (1974) waarneming
- Theorie van de afnemende meeropbrengst welvaart-geluk
- Je wordt gelukkiger naar mate je rijkdom toeneemt, tot op bepaalde hoogte
Hypothese;
- Voorspelingen op basis van een theorie, over uitkomsten van onderzoek
- Nodig voor het testen of toetsen van een theorie
- Correlatie
- Causaliteit (A veroorzaakt B)
,Onderzoeksdesign;
- Methode om data te…
Verzamelen
Analyseren
Interpreteren
Onderzoeksdesign in de gedragswetenschappen
- Beschrijvend onderzoek (survey/interview, naturalistische observatie)
Moment opname van hoe het nu gaat
Kwantitatief; vragenlijst
Kwalitatief; interviews
Naturalistische observatie (kwalitatief en kwantitatief)
Case study
Voordelen beschrijvend onderzoek; gewoon observeren, geen lab nodig
Nadelen; geen controle, geen experimenteel
onderzoek dus geen causaliteit
- Correlatie-onderzoek
- Experimenteel onderzoek
Causaal verband aantonen: onafhankelijke variabel
oorzaak, afhankelijke variabel gevolg
Een variabel one-way design
Meerdere variabelen factorial designs
College 2: (H5, H6, H12, H13, Appendix A)
Typen onderzoek:
- Kwalitatief; beschrijvend onderzoek
- Kwantitatief; correlationeel en
experimenteel onderzoek
Experimenten basiskenmerken;
- Systematisch variëren onafhankelijke
variabele causaliteit
- Random toewijzen aan condities
- Hoge interne validiteit theorieën toetsen
Voordelen experimenten;
- Controle voor individuele verschillen
Random toekennen deelnemers
- Dingen observeren die buiten lab niet te observeren zijn: priming, fysiologische reacties zoals
hartslag, spierspanning
- Interacties toetsen (hebt controle)
- Confounding variabelen minimale rol
Onder controle houden of meten
Hoofdeffecten (verschillen op een bepaalde afhankelijke variabele) en interactie-effecten (als de
lijnen niet parallel lopen).
, Confounding variables, extraneous variables, error (verstorende variabelen):
- Confounding variabele is variabele die systematisch varieert met onafhankelijke variabele en
zelf invloed uitoefent op afhankelijke variabele
Procedural confounds; onbedoeld meerdere variabelen tegelijkertijd manipuleren
Operational confounds; onjuist operationaliseren van manipulatie, meet je wat je wil
meten
Voorkomen confounds;
- Laboratorium onderzoek
- Random assignment
- Voorkomen van procedurele en operationele confounds;
Andere variabele(n)?
Construct?
Minimaliseren effect van verstorende variabelen:
- Noise (random error); externe variabele die de afhankelijke variabele beïnvloedt en niet
systematisch varieert over condities (i.t.t. confounds)
Individuele verschillen;
Gebruik dus homogene groepen
Denk om externe validiteit
Kenmerken context
- Maakt effect onafhankelijke variabele moeilijk aantoonbaar
Nadeel experiment;
- Externe validiteit; generaliseerbaarheid
Artificieel
Oplossing:
- Mundane realism; experimenteren in
(fysieke) omgeving die vergelijkbaar is met
werkelijkheid
Gevangenis experiment (Zimbardo)
Gehoorzaamheid (Hofling et al., 1966)
- Experimental realism: experiment zo
inrichten dat mensen betrokken zijn, en zich realistisch gedragen, setting vaak duidelijk een
experiment.
Ash lijn experiment
Externe validiteit; mate waarin onderzoeksuitkomsten een goede omschrijving geven van wat in de
echte wereld gebeurt; generaliseren naar anderen, populatie.
Interne validiteit; de mate waarin onderzoeksuitkomsten nauwkeurige of overtuigende informatie
leveren over causaliteit.
Threats to internal validity:
- History – externe factor
- Maturation: biologisch, psychologisch, emotioneel, tijd
- Testing; testen (opnieuw) uitvoeren, herkenning/ervaring