Forensische Psychologie
03-01-2021: De (Re)constructie van Herinneringen (hoofdstuk 6)
Niet voor het tentamen: pagina’s 486 (vanaf begin) t/m 489 (eerste deel) artikel over geheugen
- Woensdag 3 februari: dr. R. Huntjens – De (re)constructie van herinneringen. Hoofdstuk 6
- Woensdag 10 februari: prof. dr. J. de Keijser – Rouw na verlies en spreekrecht nabestaanden.
Hoofdstuk 5
- Woensdag 17 februari: drs. J. Hoekendijk – Verhoor en kwetsbaarheid. Hoofdstukken 7 en 8
- Woensdag 24 februari: dr. L. Dalhuisen – Brandstichting
- Woensdag 3 maart: Prof. dr. A. Smeulers – Extreem geweld. Hoofdstuk 12
- Woensdag 10 maart: dr. I. Niesten – Simulatie en deceptie. Hoofdstuk 9
- Donderdag 18 maart: dr. E. Blaauw – Werken met forensisch psychiatrisch patiënten.
Hoofdstukken 17, 18, 19, 22, 23
Kennis over het geheugen is relevant voor het afnemen en beoordelen van getuigenissen van zowel
daders als slachtoffers
Rol van verhoortechnieken en klinische behandeltechnieken en klinische behandeltechnieken als
hypnose en droominterpretatie bij het (re)construeren van herinneringen.
Memory wars: zijn hervonden herinneringen 1) foutieve herinneringen, of 2) herinneringen aan
waargebeurde traumatische gebeurtenissen.
Werking van het geheugen
Encode (werkgeheugen vs. lange termijn geheugen)
Retrieval (met behulp van cues): expliciet (je weet waar en wanneer je het geleerd hebt, wanneer je
de herinnering ophaalt) en impliciet (je weet niet meer wanneer je iets geleerd hebt, bijv. dat je
geleerd heb om te leren fietsen).
Normaal vergeten: vergeten is de regel, onthouden is de uitzondering
- Trace decay: een herinneringsspoort vervaagd over de tijd als je de herinnering niet ophaalt.
- Interferentie: bijv. je gaat voor de eerste keer naar de dierentuin, wat veel indruk gaf, daarna
ga je nog een keer en nog een keer, waardoor deze herinneringen door elkaar gaan lopen. De
specifieke herinnering kun je niet meer ophalen.
- Childhood amnesia = infantiele amnesie: hoe ouder je wordt, hoe meer je dingen als geheel
ophaalt. Als je jonger bent kun je alleen stukjes opslaan en dus ook niet zulke lange dingen
opslaan. Iedere keer dat je iets ophaalt, sla je het op een andere manier op, waardoor de
herinnering verandert over tijd.
Veronderstelde speciale afweermechanismen die zouden beschermen tegen de psychologische pijn
die gepaard gaat met herinneren van traumatische gebeurtenissen:
- Verdringing: Sigmund Freud, behalve je ego, is er ook een superego, en ook een id. De id is je
onderbewuste, driften die je wil, maar niet durft uit te spreken, dingen die niet sociaal
geaccepteerd zijn. Het is een automatisch proces. We kunnen er niet direct bij, maar het
, oefent wel invloed uit op ons normale leven. Bijv. door versprekingen en dromen. Het
selectief vergeten van gebeurtenissen die te pijnlijk zijn om te verdagen. Automatisch,
onopzettelijk, onbewust proces (itt supressie, het actief, opzettelijk, bewust onderdrukken
van herinneringen). Herinneringen blijven intact in het onderbewuste, onveranderlijke
representaties van de traumatische gebeurtennissen.
- Dissociatie: Pierre Janet, je stopt iets in een andere bewustzijnstoestand waar je wel bij kan.
Een voorbeeld hiervan is dissociatieve identiteitsstoornis: je hebt een persoonlijkheid die de
trauma wel kan herinneringen, maar je het ook persoonlijkheden die de trauma niet kunnen
herinneren, waardoor je normaal kunt functioneren in het leven.
Traumatische herinneringen worden afgesplitst in apart delen van de
persoonlijkheid (emotional parts), terwijl herinneringen uit het dagelijks leven
opgeslagen worden in ander delen van de persoonlijkheid (apparently normal
parts).
Traumatische herinneringen in de emotional parts zijn niet toegankelijk voor de
apparently normal parts.
Overeenkomsten tussen de beide modellen:
Pijnlijke herinneringen zijn niet toegankelijk voor het bewustzijn. Traumatische ervaringen uiten zich
via psychopathologische symptomen. Behandeling moet erop gericht zijn de traumatische
herinneringen weer toegankelijk te maken, zodat deze verwerkt kunnen worden.
Dissociatieve identiteitsstoornis is bij veel patiënten toen de stoornis bekend werd onterecht
gediagnosticeerd en werd er via hypnose fake memories in de hoofden van de patiënten gezet.
Hierdoor gingen de mensen geloven dat ze de stoornis hadden, wat het alleen maar erger maakte.
Het is nog niet zozeer bewezen of DIS echt is of nep is. De behandeling wordt normaliter via
traumabehandelingstechnieken gedaan.
Hervonden herinneringen: iemand zegt dat hij/zij zich langere tijd traumatische jeugdgebeurtenissen
niet kon herinneren. Deze gebeurtenissen worden in verband gebracht met psychiatrische
symptomen bij de betrokkene. Therapeutische technieken kunnen ertoe hebben bijgedragen dat
betrokkene zich de gebeurtenissen weer is gaan herinneren. Maar tot hoe ver zijn deze
herinneringen waar?
Respectief onderzoek: mensen achteraf vragen stellen.
Prospectief onderzoek: mensen over een bepaalde tijd volgen.
Kunnen dit soort onderzoeken bewijs geven voor objectieve amnesie? Hiervoor moet je de andere
verklaringen uitsluiten, zoals normaal vergeten (onder andere infantiele amnesie), reporting failures
,door onder andere schaamte, ervaring niet labellen als misbruik en/of foutieve vraagstelling in het
onderzoek zelf.
Door herhaalde pogingen om herinneringen op te halen kan het resulteren een subjectieve
beoordeling van amnesie. Bijv. wanneer je 4 herinneringen of 12 moet ophalen, bij de 12
herinneringen denk je dat je last hebt van amnesie, omdat je er zoveel moeite voor moet doen om
de herinneringen op te halen. Maar als je het vergelijk is dit gewoon normaal, iedereen moet moeite
doen om 12 specifieke herinneringen op te halen, dit is dus geen amnesie.
Laundry list
Aan dit soort vragen zou je kunnen
herkennen dat je eventuele trauma’s in
je leven hebt meegemaakt, die je niet
meer goed kan herinneren, omdat die
verdrongen zijn. Deze manier is niet
zozeer te bewijzen. Je zit eigenlijk te
zoeken naar conformatie, maar hoe
objectief is het dan eigenlijk nog?
Memory work
- Droominterpretatie
- Regressietherapie
- Geleide imaginatie: als je iets je heel goed voor kan stellen, is het moeilijk om echte
herinneringen en nep herinneringen uit elkaar te houden.
- Hypnosetherapie
- Dagboek schrijven
- Groepstherapie
Dinkie Tonkes is een zelfbenoemde psychotherapeut die haar cliënten foutieve herinneringen liet
ophalen of misbruik in hun jeugd, terwijl er dus nooit sprake is geweest van misbruik.
False memory paradigms
Spontaneous: DRM je krijgt een lijst met woorden te horen, deze moet je na een bepaalde tijd
herkennen in een lijst met dezelfde woorden maar ook met andere woorden, vaak worden dan
woorden die bij elkaar horen qua categorie ‘herkent’, terwijl ze helemaal niet benoemd zijn. Bijv. een
lijst zoals drop, spekjes, lollies, dan zullen mensen ook vaak het woord snoep herkennen.
Suggestive procedures: misinformation paradigm en implantation paradigm
, Volwassenen zijn vatbaarder voor
spontane pseudo-herinneringen,
(jonge) kinderen soms vatbaarder voor
suggestie/implantatie dan volwassenen,
volwassenen vatbaarder voor suggestie
als misinformatie sterk gerelateerd is
(bijv. pistool in overval i.p.v. ufo).
Kinderen zijn dus niet per definitie
slechtere getuigen.
Een derde verklaring voor hervonden
herinneringen:
- Jarenlang niet gedacht aan
ervaringen van misbruik.
- Gevallen van spontane
hervonden herinneringen.
- ‘Ontdekking’ ging niet gepaard
met behandeling maar andere
cues die kenmerken vertoonde
die overeenkwamen met de
misbruiksituatie.
- Evidentie voor authenticiteit.
- Forget-it-all-along.
- Op volwassen leeftijd andere betekenisgeving.
Conclusie
Al met al lijkt de kennis van basale geheugenmechanismen het vergeten van traumatische ervaringen
goed te kunnen verklaren. Dat maakt verklaringen in termen van speciale geheugenmechanismen
(verdringing, dissociatie) overbodig. G
10-02-2021: Rouw na Verlies en Spreekrecht Nabestaanden (hoofdstuk 5?)
Normale rouw
Gevoelsmatig: somberheid, verdriet, eenzaamheid, boosheid, schuld, opluchting, angst, gevoel van
afwijzing, verlangen, positieve gevoelens.
Cognities: zelfverwijt, schaamte, concentratieproblemen, ongeloof, suïcidegedachten (ik wil weer bij
die persoon zijn), verwarring.
Lichamelijk: slaapstoornis, pijn, misselijk, benauwd, leeg gevoel in de maag, vermoeid.
Gedrag: huilen, terugtrekken, opstandig, overmatige bezorgdheid, vermijding, koesteren van
verbindende voorwerpen (bijv. altijd een foto bij je dragen van de verloren persoon).
,Rouwtaken
1. Aanvaarden van de realiteit van het verlies. Het besef van de onomkeerbaarheid, dat je echt
beseft dat de persoon niet meer terugkomt. Kinderen zien deze onomkeerbaarheid vaak niet.
2. De pijn en het verdriet doorleven, of in ieder geval kunnen verdragen. Je niet meer van
mooie dingen kunt genieten.
3. Aanpassen aan een nieuw (sociaal) leven zonder de aanwezigheid van de overledene. Stel, je
kind is overleden, nu zie je niet meer de ouders op het schoolplein, die je anders elke dag
zag.
4. Overledene emotioneel een plaats geven en de draad van het leven oppakken. Jouw geliefde
is overleden, en dan is het adaptief en gezond om weer op zoek naar een nieuwe geliefde te
gaan. Natuurlijk niet direct, maar wel naar enige tijd.
Complexe rouw = duurzame vermijding persisterende complexe rouw stoornis (PCRS) DSM5
Dit zijn allemaal dingen die je vermijdt.
Bijvoorbeeld je vermijd de gevoelens te
uiten die je bij het overlijden van de
persoon hebt. Je vermijd situaties en
voorwerpen die je aan de verloren
persoon laten denken.
Misvattingen voer rouw:
,Verwerken vermijden
Verwerken is contact maken met anderen en je niet afzonderen van andere mensen. Vermijden, je
wil geen contact maken met anderen en je vermeid situaties.
Veerkrachtigen (46%)
Veel mensen kunnen heel goed rouwen. Ze hebben een korte periode van verdriet. Niet vermijden
van mensen/confrontaties. Roepen veel positieven herinneringen op. Accepterend wereldbeeld: bijv.
shit happens. Geen persoonlijk onrecht aangedaan, dus niet denken dat jij er wat aan kon doen. Veel
praktische en emotionele steun.
Persisterende Complexe Rouw Stoornis (PCRS) DSM5:
- Blootstelling aan overlijden – dierbare met wie een hechte relatie bestond. Dus niet wanneer
je je baan verliest.
Minimaal 1 kernsymptoom:
- Kwellend verlangen
- Emotionele pijn
- Preoccupatie met de overledene dierbare
- Preoccupatie met gebeurtenissen die tot de dood geleid hebben
, In het verleden kregen veel mensen met een
rouwstoornis een behandeling voor
depressie. Daarom is het verschil tussen deze
dingen belangrijk.
Complex verlies > complexe rouw > diagnostiek > behandeling
- De doodsoorzaak met een intentie tot doden: moord, doodslag, suïcide, vermissing,
genocide, familicide, oorlogsgeweld.
- Complexe omstandigheden: zoals verlies-op-verlies en meervoudig verlies. Bijv. bij MH 17,
dat sommige mensen in één klap meerdere mensen tegelijk verliezen.
Een complex verlies is geen natuurlijke dood, dus dan zijn het geen doden door bijv. ziekte of
ouderdom.
MH 17 ramp
Een vermissing is ook één van de meest
moeilijke verliezen. Volwassen familielid of
vriend van een persoon die drie maanden
of langer is vermist. Dit is een moeilijk
proces, omdat er altijd nog hoop blijft
bestaan dat de persoon terugkomt. Daarom
is er ook een behandeling, waardoor
mensen kunnen leren dat ze met het
onbekende om kunnen gaan en minder
klachten ervaren.
Complex veries > complexe rouw > diagnostiek > behandeling
- Extreme stressreactie
- Scheidingsangst ( vroege hechtingsproblemen): mensen met vroege hechtingsproblemen,
krijgen vaak ook complexe rouw in de volwassenheid.
Complexe rouw, procesvariabelen:
- Informatieverwerking
- Zingeving/aangetast wereldbeeld (just world theory: jij wou oud worden met jouw geliefde,
maar dat kan nu niet meer)
- Familiecommunicatie
Steunend en conflict oplossen: beter kunnen rouwen
Tussengroep
Stug/vijandig: kunnen moeilijker rouwen
,Overalgemeen autobiografisch geheugen:
Bij complex verlies zit het
werkgeheugen veel voller dan bij
normaal verlies. Het autobiografisch
en werkgeheugen wordt veel meer
belast, om het verlies te verwerken.
Bij behandeling kunnen we niet per
se het verlies behandelen, maar
juist de belemmerende factoren,
zoals de wraak.
Complex verlies > complex rouw > diagnostiek > behandeling
Complex verlies > complexe rouw > diagnostiek > behandeling
Niet het verlies of gemis behandelen, maar juist de belemmerende factoren:
,Mate van complexiteit en interventie
Sommige mensen kunnen heel goed rouwen en komen hier dus ook goed uit. Hoe complexer de
rouw, hoe belangrijker het is om gebruik te maken van gespecialiseerde hulpverlening.
Wat doe we in de eerste fase?
Normaliseren: bijv. het is normaal dat je verdrietig bent.
Psycho-educatie (uitleg over hoe verwerking gaan). Ondersteuning, versterken veerkracht,
stimuleren tot lotgenotencontact.
Monitoring (case-managers)
Algemene behandeltechnieken
- Informeren: psycho-educatie, bijv. folders, boekjes, websites. Sites als: wat is nou rouw naar
moord?
- Exposure
- Activering
- Cognitieve therapie: CGT, relatie tussen
vermijding en negatieve cognities
aangetoond. Mensen die veel
vermijden en veel negatieve
cognities hebben, hebben een
grotere kans op complexe rouw.
Hiervoor is een rouw cognitie
vragenlijst ontwikkeld:
Meeste mensen die voor therapie komen, scoren op 2 of 3 gebieden hoog, en aan deze
gebieden wordt de behandeling dan gericht.
Een heel lastig thema, vooral na suïcide, is schuld. “Het is mijn schuld dat hij/zij dood is.” “Ik ben
medeplichtig.” Er moet hierbij gekeken worden naar de intenties van de persoon. Schuld en intentie
moeten dus uit elkaar gehouden worden. Bijv. iemand het per ongeluk een familielid doodgereden
op zijn erf, hij was hier opzich wel schuldig aan, maar zijn intentie was om boodschappen te gaan
doen, dus niet om een familielid dood te rijden.
, Mindfulness based CGT bij vermissing
- Niet afsluiten, maar coping met de onzekerheid van vermissing (“leven met vermissing”).
- 8 sessions met psycho-educatie, familie support, CGT en elementen van mindfulness.
Moord als doodsoorzaak
Bijzondere omstandigheden:
- De doodsoorzaak is gwelddadig en intentioneel
- Schokkende of traumatische wijze van overlijden
- Onverwacht overlijden
- Lichaam soms (onherkenbaar) verminkt of vermist
- (ongewenste) media publiciteit: weinig mogelijkheid tot privé beleving van rouw.
- Rechtszaken: soms jarenlange nasleep, door bijv. door lange rechtszaken.
- Gevaar secundaire victimisatie: je bent al mishandelt door je man, maar de rechtstaat doet er
niks mee, dus je bent twee keer slachtoffer.
Rouw na moord
- Gevoelens van machteloosheid, onveiligheid en controleverlies.
- Gevoel er alleen voor te staan wegens specifieke omstandigheden.
- Verlies van vertrouwen in anderen en de wereld.
- Mogelijke wraakgevoelens jegens de dader.
- Rouwproces is ondergeschikt aan juridische strijd en onderzoek door de politie. Dus je mag
zelf geen wraak nemen.
- Langdurige vermijding (van herinneringen, gevoelens of objecten)
- Traumatische angst.
- Intrusieve beelden van de overledene of dader.
- Problemen in sociaal of beroepsmatig functioneren.
- Hogere kans op boosheid, intrusies en PTSS.
- Behoefte aan erkenning.
Woede
- Dadergericht
- Woede maakt het rouwproces langer
- Woede voedt onrust in de hersen, waardoor het uiten van de woede de innerlijke woede
wordt gestimuleerd.
- Wraakgevoelens overheersen.
Rouw na moord: behandeling