Samenvattingen Pediatrische neuropsychologie
Kolb & Whishaw Hoofdstuk 3 Nervous System Organization
Een beroerte is een onderbreking van bloedtoevoer naar het brein. Ischemie is onvoldoende
bloedtoevoer door functionele constrictie van een bloedvat door een klont. Hemorrhagic stroke
resulteert uit een gespat bloedvat die in het brein bloedt. Tissue plasminogen activator verbreekt
klonteringen en laat normale bloedtoevoer terugkeren.
Anterieur of frontaal is de voorkant, posterieur zit achterin, laterale structuren zijn aan de zijkant en
mediale structuren zitten in het midden of in het centrum. Structuren die aan dezelfde kant liggen
heten ipsilateraal, als ze op tegenovergestelde kanten liggen heten ze contralateraal. Als een in elke
hemisfeer ligt, zijn ze bilateraal. Structuren die dicht bij elkaar liggen heten proximaal, ver van elkaar
distaal. Een beweging naar het brein toe is afferent, van het brein af is efferent. De precentrale
gyrus ligt voor de centrale sulcus en heet ook wel M1 of primaire motor cortex. Het perifere
zenuwstelsel bestaat uit:
Het somatisch zenuwstelsel, bestaande uit twee sets van input en output naar het CZS. Het
geeft sensorische informatie door;
Het autonome/automatische zenuwstelsel, controleert het functioneren van de interne
organen van het lichaam door de parasympathetische zenuwen (kalmerend) of de
sympathetische zenuwen (arousing, fight of flight).
Hydrocephalus ontstaat als de uitstroom van cerebrospinale vloeistof (CSF) geblokkeerd wordt. De
bloed-brein barrière beschermt het brein en de ruggengraat door het beperken van de beweging van
chemicaliën van de rest van het lichaam in het CZS en door het beschermen tegen toxische
substanties en infectie. Het brein ontvangt bloed van twee interne halsslagaders en twee vertebrale
bloedvaten die in de nek zitten en aan de basis van het brein samenkomen. Het anterior cerebrale
,bloedvat (ACA) bevloeit de mediale en dorsale delen van de cortex, het mediale cerebrale bloedvat
(MCA) irrigeert de laterale oppervlakte van de cortex en het posterior cerebrale bloedvat (PCA)
irrigeert de ventrale en posterieure oppervlakten.
Progenitor cellen migreren en gedragen zich als precursor cellen, ze verrijzen tot niet-delende
primitieve zenuwcel types genaamd blasts. Er zijn meerdere soorten neuronen:
Sensorische neuronen. De simpelste sensorische receptoren zijn cellen die sensorische
informatie omzetten in zenuwstelselactiviteit en heten de bipolaire neuronen. Een
somatosensorisch neuron projecteert van een sensorische receptor in het lichaam naar de
ruggengraat;
Interneuronen. Interneuronen linken sensorische en motorneuronactiviteit in het CZS;
Motorneuronen. Motorneuronen zijn gelokaliseerd in de hersenstam en de ruggengraat die
projecteren naar gezichts- en lichaamsspieren.
Ependymal cellen voeren de ventrikels van het brein en maken CSF. Astroglia geven structurele
support en voeding aan neuronen. Microglia bestrijden infectie en verwijderen afval.
Oligodendroglia isoleren neuronen in het CZS. Schwann cellen isoleren sensorische en motor
neuronen in het PZS. De isolatie heet myeline. Grijze materie zijn de hersengebieden die bestaan uit
cellichamen en bloedvaten. Witte materie bestaat uit axonen die van deze cellichamen verbindingen
vormen met neuronen in andere hersengebieden. Reticulaire materie bevat een mix van cellichamen
en axonen. Binnen het PZS heten de clusters (groepen van cellichamen in het CZS die lagen of nuclei
vormen) ganglia. Vezels en vezelpaden die het CZS binnengaan en uitgaan heten zenuwen, maar
zodra ze het centrale zenuwstelsel binnengaan heten ze tracts, grote collecties van axonen die
projecteren naar of van een nucleus of laag in het CZS.
Het prosencefalon (voorhersenen) is verantwoordelijk voor reukzin, mesencefalon
(middenhersenen) is voor zicht en gehoor en de rhombencephalon (achterhersenen) controleert
beweging en balans. De prosencefalon ontwikkelt vervolgens verder in de cerebrale hemisferen, ook
wel de telencefalon (eindbrein, de cortex bijvoorbeeld). De posterieure prosencefalon, de
myelencefalon (tussen brein) bevat de thalamus. De rhombencephalon ontwikkelt verder, en deelt
zich op in de metencefalon (across brein, waaronder het vergrote cerebellum) en de myelencefalon
(spinale hersenen), het lagere gebied van de hersenstam. Het brein begint als een buis, de
binnenkant blijft hol en bevat CSF. Zakken van deze regio heten ventrikels, dit zijn er vier. Het
cerebrale aquaduct verbindt de derde en vierde ventrikels.
De posterieure root is een zenuw die bestaat uit vezels die sensorische informatie bevatten dat elk
segment van de posterieure ruggengraat binnendringt. De anterieure root is een zenuw wat bestaat
uit vezels die motor informatie van het anterieure deel van de menselijke ruggengraat bevat. De Bell-
Magendie law is het principe dat de dorsale of posterieure wortels in de ruggengraat sensorisch zijn
en dat de ventrale of anterieure wortels motor zijn. Paraplegisch is paralyse van de benen door
complete transsectie ruggengraatschade. Quadriplegia is paralyse van de armen en benen door
ruggengraat schade of transsectie. Reflexen zijn specifieke bewegingen die afgegeven worden door
specifieke vormen van sensorische stimulatie. Flexie is een reflex dat de ledemaat naar het lichaam
brengt, extensie is een reflex waardoor een ledemaat gestrekt wordt. Craniale zenuwen geven
sensorische en motorsignalen van en naar het hoofd. Sympathische ganglia functioneren zoals een
primitief brein om de interne organen te controleren. Referred pain is pijn wat je voelt op het
oppervlak van het lichaam, wat eigenlijk te danken is door pijn in een intern lichamelijk orgaan.
De hersenstam begint waar de ruggengraat de schedel binnenkomt en strekt zich uit naar de
binnenste gebieden van de voorhersenen. Het bestaat uit drie regio’s:
, Hindbrain, bestaande uit het cerebellum, wat boven de hersenstam kern uitsteekt, en het
oppervlak is samengevoegd in smalle plooien, de folia. Deze zijn zoals de gyri en sulci van de
cortex, maar smaller. De basis bestaat uit verschillende nuclei die verbindingen naar andere
delen van het brein sturen. Het bevat meer neuronen dan de cerebrale cortex, maar ze zitten
dichter opeen en dus is het cerebellum kleiner. Het speelt een rol in motorcoördinatie, motor
leren en deelnemen in het coördineren van andere mentale processen.
Binnen het hindbrain ligt een netwerk, de reticulaire formatie, wat slapen en wakker
worden controleert, ook wel de algemene arousal of het bewustzijn. Het heet ook
wel het reticulaire activatie systeem;
Nuclei binnen het bovenste gedeelte (pons) en het lagere gedeelte (medulla) van de
hersenstam bevatten substructuren die belangrijke lichaamsbewegingen sturen. De
nuclei in de pons sturen van het cerebellum naar de rest van het brein. De medulla
nuclei regelen de vitale functies en de functies van het cardiovasculaire systeem;
Midbrain, bestaande uit twee subdivisies:
Een posterieur sensorische component, de tectum. De tectum ontvangt sensorische
informatie van de ogen en oren: de superior colliculi ontvangt projecties van de
retina, de inferior colliculi ontvangt projecties van het oor;
Meer anterieur; een motorstructuur, de tegmentum. De rode nucleus stuurt
bewegingen van de ledematen, de substantia nigra verbindt met de voorhersenen,
wat beloningsgedrag oplevert en de periacqueductal grijze materie (PAG) bestaat
uit cellichamen die het cerebrale aquaduct omringen, en circuits bevatten voor het
controleren van typisch gedrag voor een soort en het moduleren van pijnreacties;
De diencephalon ligt op de verbinding tussen de voorhersenen en de midbrain. Het bestaat
uit:
De hypothalamus, bestaande uit 22 kleine nuclei en vezelsystemen en is betrokken
bij bijna al het gemotiveerde gedrag. Het verbindt en werkt in op de hypofyse om
endocriene functies te sturen;
De grootste structuur is de thalamus, bestaande uit 20 nuclei, projecteert naar
specifieke gebieden van de cerebrale cortex;
Sensorische informatie wordt doorgegeven naar de visuele, auditieve en
somatosensorische gebieden van de cortex. De laterale geniculate body
(LGB) ontvangt visuele projecties, de mediale geniculate body (MGB)
ontvangt auditieve projecties en de ventrolaterale posterior nuclei (VLP)
ontvangt aanrakingen, druk, pijn en temperatuurprojecties van het lichaam;
Sommige nuclei geven informatie door tussen corticale gebieden, visuele
gebieden verbinden met andere gebieden door de pulvinar nucleus (P);
Sommige nuclei geven informatie door tussen de cortex en hersenstam
gebieden;
De epithalamus is een collectie van nuclei posterieur aan de diencephalon, waar zich de
hypofyse en de habenula, die honger en dorst regelt, zich bevinden.
De voorhersenen bestaan uit twee subcorticale gebieden:
De basale ganglia, vooral onder de anterieure gebieden van de cortex gelegen, zijn een
collectie van nuclei die een circuit vormen met de cortex. Het bevat de putamen, de globus
pallidus en de caudate nucleus, die projecties van alle gebieden van de cortex ontvangt en
zijn eigen projecties door de putamen en globus pallidus doorstuurt naar de thalamus en dan
naar de frontale corticale gebieden. Het wordt geassocieerd met bewegen, het controleren
en coördineren van bewegingen en associatief leren;
Het limbische systeem, vroeger de neocortex, speelt een rol in het zelfregulerende gedrag,
waaronder emoties, persoonlijke herinneringen, spatieel gedrag en sociaal gedrag. De
amygdala (nuclei in de basis van de temporale kwab die deelnemen in emotie) en de
hippocampus (de anterieure mediale regio van de temporale kwab, wat betrokken is bij