Wereldwonderen kennistoets:
Geschiedenis:
- Geschiedenis geven:
o Achtergrondinformatie bij tijdvak 5-8, H5.2, 6.2, 7.2, 8.2.
o Didactische aspecten: H5.1, 6.1, 7.1, 8.1, 9.1.
- Cultureel erfgoed: aantekeningen.
LBO:
- Geestelijke stromingen geven: H1 tm 6: paragrafen 1 en 2. H7 en 8 helemaal.
- (Brederode) De geur van warme bijenwas. Lichtjes, slingers en verhalen uit praktijkboek voor
vieringen in de basisschool.
- (Kuindersma) In de cirkel van tijd. Lichtjes, slingers en verhalen uit praktijkboek voor
vieringen in de basisschool.
- Aantekeningen.
Geschiedenis:
§5.1: het didactische aspect: jaartallen en tijdbalken.
Jaartallen zijn een hulpmiddel om zaken in de juiste volgorde te zetten.
De christelijke, westerse jaartelling die wij nu hanteren werd in 525 ontworpen door de abt Dionysius
Exiguus. Overigens duurde het nu ook weer lang voor de kalender algemeen werd gebruikt.
Kinderen beginnen al vroeg spelenderwijs te tellen.
De indeling van de geschiedenis zag er op de algemene tijdbalk tot de introductie van de tien
tijdvakken als volgt uit: prehistorie, oudheid, middeleeuwen, vroegmoderne tijd, moderne tijd. De
oudheid werd afgerond op het jaar 500.
Op een overzichtstijdbalk wordt gemakshalve afgerond op honderdtallen.
Sinds 2001 gebruiken we in het Nederlands onderwijs de tien tijdvakken van de commissie-De Rooy.
De achterliggende gedachte bij het invoeren van de tijdvakken is dat de leerlingen hierdoor een
stevig referentiekader opbouwen. Een en ander zou bereikt kunnen worden door toepassing van een
zogeheten spiraalcurriculum: steeds terugkeren naar hetzelfde op een steeds hoger niveau. Om
ervoor te zorgen dat zo’n basisstructuur ontstaat, is het de bedoeling dat de tien tijdvakken driemaal
aan de orde komen:
- In de bovenbouw van het basisonderwijs (leerlingen tot 12 jaar).
- In de onderbouw van het voortgezet onderwijs (12-14 jaar).
- In de bovenbouw van het voortgezet onderwijs (14-17/18 jaar).
Door deze herhaling zal de kennis beter worden geautomatiseerd.
De indeling in tien tijdvakken mag dan didactisch gezien voordelen hebben, wetenschappelijk gezien
was er veel kritiek.
Bij geschiedenislessen wordt de tijdbalk ingezet om de kinderen te helpen de tijd te ordenen. Als je
zelf aan de slag gaat met een interactieve tijdbalk denk dan aan de volgende zaken waaraan een
goede tijdbalk moet voldoen:
, - Meetkundig juist (verhouding en schaal kloppen).
- Overzichtelijk.
- Tekst kort en bondig.
- Aantrekkelijk door gebruik van kleur, afbeeldingen en icoontjes.
- Relevante informatie.
- Horizontaal verdient de voorkeur.
- Tijd links en rechts vaag laten (bijvoorbeeld door een pijl of onderbroken lijn).
- Structuur (bijvoorbeeld kleur) die indeling in periodes duidelijk maakt.
Ten slotte nog een overzicht met tips voor het gebruiken van een tijdbalk in de klas:
- Zorg dat er permanent een klassikale tijdbalk in de klas hangt.
- Wijs regelmatig naar de tijdbalk en zorg dat deze in de loop van het schooljaar door de
leerlingen wordt aangevuld.
- Zorg voor illustraties op de tijdbalk.
- Herhaal regelmatig een reeks van overzichtsjaartallen, zoals die van de tijdvakken en van een
aantal belangrijke historische figuren en gebeurtenissen.
- Gebruik de tijdbalk op verschillende momenten: als starter, als samenvatter en als ‘kapstok’.
- Voor het digibord zijn ook tijdbalken beschikbaar
§5.2: de achtergrondinformatie: tijd van ontdekkers en hervormers (1500-1600)
- In dit hoofdstuk lees je hoe vanaf de 16de eeuw de Europese expansie in de wereld als
gevolg van de ontdekkingsreizen begon.
- In Europa was aan het eind van de middeleeuwen een toegenomen belangstelling voor het
bevaren van de wereldzeeën.
De wereld is plat?
- Het idee van een aardbol was al in de oudheid bij de Grieken bekend.
Portugezen: de voorlopers
- De eersten die de zoektocht naar een andere route naar India begonnen, waren de
Portugezen.
- Aangenomen wordt dat Christoffel Columbus (Christoforo Colombo) rond 1451 in Genua in
het huidige Italië werd geboren.
- Over Columbus bestaan veel hardnekkige misverstanden.
- Zo zou hij aan het Portugese hof zijn uitgelachen om zijn idee om naar het westen te
varen omdat de aarde rond was.
- Columbus zou de saaie lange zeereis voor zijn bemanning opgeleukt hebben door ze uit
te dagen een ei rechtop te zetten.
- Columbus zou de enige malloot zijn die op het idee was gekomen om naar het westen te
zeilen om in het oosten te komen.
- Het Portugese hof vond Columbus een vervelende en onbescheiden bluffer.
- Begin augustus van het jaar 1492 begon de reis met de Niña, de Pinta en de Santa Maria.
Zoektochten over zee
- Deze toch van Columbus was veruit de invloedrijkste van alle Europese ontdekkingsreizen en
staat als het ware symbool voor alle ontdekkingsreizen.
- Vooral na de val van Constantinopel (Istanbul), toen de landroute naar Azië wegviel, waren
het de Portguzen die gedurende de hele 15e eeuw systematisch zochten naar een zeeweg
rond Afrika naar India.
- In de loop van de 16e eeuw bemoeiden ook andere Europese naties zich met de zeehandel.
Ook Nederlandse kooplieden wilden hun aandeel veroveren.
- Willem Barentsz maakte drie reizen om een noordoostelijke doorgang te vinden.
,Nederlanders overzee
- Vanaf het einde van de 16e eeuw verschenen voor kortere of langere tijd Nederlandse
handelsnederzettingen in Azië (Sri Lanka, Taiwan), Amerika (Brazilië, Nieuw Amsterdam) en
Afrika (Kaap de Goede Hoop).
- De ontdekkingsreizen brachten een groot aantal nieuwe producten naar Europa.
- Columbus nam in 1493 de zoete aardappel mee naar Europa.
- De ontdekkingsreizen zouden een keerpunt in de geschiedenis blijken.
De Nederlanden als deel van het rijk van Karel V (1500-1558)
- Karel V werd in 1500 in Gent geboren.
- Karel V had in de Nederlanden een aantal hoofddoelen:
o Het katholieke geloof beschermen tegen het protestantisme.
o De centrale macht van de regering in Brussel vergroten (hij deed dit door het
instellen van raden met specialisten).
- Bij zijn afwezigheid liet hij het land besturen door een landvoogdes (zijn zus Maria van
Hongarije).
Karel en het geloof
- De nog jonge keizer Karel V kreeg al vroeg in zijn regeringsperiode te maken met een sterke
religieuze vernieuwingsbeweging: het protestantisme.
- Het aftreden van Karel V in 1555 te Brussel was een sensatie.
- De Rotterdamse humanist Erasmus is een van de meest toonaangevende denkers uit de
renaissance. Een groot deel van zijn schoolopleiding kreeg hij in Deventer bij de broeders des
Gemeenen Levens.
- In de 15e eeuw verloren veel mensen het vertrouwen in de katholieke geestelijkheid, de
clerus.
- De Sixtijnse kapel dankt zijn naam aan paus Sixtus IV (1471-1484).
- Onvrede over de wijze waarop de kerk van Rome bestuurd werd en omging met de
boodschap uit de evangeliën had ook in de middeleeuwen geleid tot verschillende crises.
Anders verliep het waar er machtsverhoudingen in het geding waren.
- Verschillen katholieken en protestanten:
o Katholieken: kennen zeven sacramenten, protestanten twee, priesters trouwen niet,
vereren Maria graag en veel, stellen de eucharistie centraal bij de kerkdienst: het
lichaam en het bloed van Jezus.
o Protestanten: wijzen het gezag van de paus af, vinden de Bijbel het allerbelangrijkst,
verwerpen de leer van het vagevuur, geloven niet in heiligen, houden hun diensten
en kerkgebouwen vrij sober.
- Naast Maarten Luther was in ons land met name de Franse hervormer Johannes Calvijn
(1509-1564) van grote invloed. Er waren nog meer groepen die zich afscheidden van de kerk
van Rome.
- Binnen de katholieke kerk waren er een aantal reacties op de protestantse reformatie.
Karel V en de Nederlanden
- Een van de doeleinden van Karels politiek was alle Nederlandse gewesten aan zijn rijk
toevoegen. Hierboven zagen we al dat het protestantisme hem kopzorgen gaf.
- Het mag duidelijk zijn dat Karel een gigantisch rijk te besturen had.
- Karel splitste zijn raad in drieën:
o De Geheime Raad, de belangrijkste van de drie, was een college van met name
universitair geschoolden dat zich bezig ging houden met het algemene bestuur en
justitie.
, o De Raad van Financiën bestond deels uit juristen en deels uit edelen en hield toezicht
op de schatkist, het innen en vaststellen van belastingen (beden).
o De Raad van State was een voortzetting van de vroegere vorstelijke raad. De Raad
van State voelde zich aangetast in hun oude privileges.
Filips II (1555-1598)
- In de Nederlanden zette Filips II na het aftreden van zijn vader diens politiek voort. In de
beeldvorming werd Filips, ‘de koning van Hispanje’ uit het Wilhelmus, de kwade pier.
De Nederlanden en de Oranjes
- Veruit de rijkste en derhalve de voornaamste edelman die zich verzette tegen zowel de
geringere invloed van de adel in het landsbestuur als geloofsvervolgingen was Willem van
Oranje.
- Willem stond bekend als bedachtzaam; als legerleider wilde hij nogal eens erg afwachtend
zijn. Zijn bijnaam Willem de Zwijger zou berusten op het vermogen zijn mond te houden tot
de tijd gunstig was voor zijn plannen.
Oplopende spanningen
- Hierboven zijn de nodige verschillen tussen Filips II en de hoge adel beschreven.
- De adel vond dat:
o Zij buiten het landsbestuur werden gehouden;
o Zij door de nieuwe voorwaarden voor benoeming tot bisschop werden benadeeld;
o De geloofsvervolgingen te streng waren;
o Er geen vaste belastingen moesten komen.
- De rest van de bevolking ergerde zich aan:
o De overdadige levenswijze van een deel van de katholieke geestelijkheid;
o De aanwezigheid van vele Spaanse soldaten in de Nederlanden;
o De hoge belastingen;
o De slechte economische omstandigheden en terugkerende hongersnood;
o De strenge vervolging van de protestanten.
- Overigens was het in die tijd ondenkbaar dat men in opstand kwam tegen de vorst.
Het opkomend verzet
- Aanvankelijk was het de hoge adel die het initiatief nam tot verzet.
- Aangezien de geloofsvervolgingen niet afnamen, trad de meest strijdbare groep onder de
protestanten, de calvinisten, steeds meer op de voorgrond. De hoge adel was verdeeld.
- In 1568 formeerde Willem van Oranje met zijn broers Lodewijk en Adolf huurlegers en viel de
Nederlanden binnen.
Oplaaiend verzet
- Nadat in 1572, na de inname door de watergeuzen van Den Briel, een aantal steden in de
Noordelijke (het huidige Nederland) en de Zuidelijke Nederlanden (het huidige België) zich
achter de opstandelingen schaarde, besloot Alva tot een veldtocht tegen de opstandige
steden.
- In de reeks van steden die door de Spanjaarden werden aangevallen, was Naarden in 1573
het doelwit.
- De Spanjaarden trokken vervolgens op naar Haarlem. De duur van een dergelijke belegering
in die tijd werd hoofdzakelijk bepaald door de volgende factoren:
o De kracht van de verdedigingswerken.
o De kracht van beide partijen.
o De voedselvoorraden binnen de stadsmuren.