H1 vrije tijd, vrijetijd en leisure
1.1 wat is vrije tijd?
De objectieve benadering van vrije tijd( kwantiteit) (free time)
Objectief gebaseerd op feiten. Een objectieve benadering van vrij tijd wil zeggen dat vrije tijd zo
omschreven wordt dat er geen interpretatieverschillen mogelijk zijn. De objectieve vrije tijd wordt
vaak geformuleerd als:
Vrije tijd = alle tijd- arbeid- onderwijs- zorgtaken – persoonlijke tijd
Residuele definitie: een residu is een overblijfsel, alle tijd die je overhoudt naast werk, studie,
zorgtaken en persoonlijke tijd is vrije tijd
De subjectieve benadering van vrije tijd (kwaliteit) (leisure)
Subjectief= afhankelijk van de persoonlijke zienswijze; hoe ervaart iemand bepaalde dingen?
Volgens de subjectieve benadering kun je alleen van vrije tijd spreken wanneer de persoon zelf het
op dat moment als vrije tijd ervaart.
Vrije tijd: twee lossen worden wanneer het om een tijdseenheid gaat
vrijetijd: een woord wanneer het gaat om de sector, de beleving en of het gedrag van de consument.
1.2 cultuurafhankelijkheid vrije tijd
Westerse culturen ondernemen veel activiteiten buiten huis door een hoog welvaartsniveau,
voorzieningsniveau, een sterke mate van verstedelijking, individualisering en ook een relatief hoge
ontkerkelijking.
1.3 tijd, gedrag en beleving
Vrije tijd kan gezien worden als een beetbare tijdseenheid. We kunnen het ook hebben over de
leisurebeleving van het individu. Daarnaast noemen we ook nog de gedragsbenadering. Deze
beschrijft alle activiteiten die tot vrije tijd of leisure behoren.
Wetenschappers Purrington en Hickerson geven de volgende definitie vanuit gedragsbenadering:
leisure is al het gedrag van mensen dat zich onderscheid van het gedrag dat in de betreffende cultuur
bedoeld is om te overleven of gericht is op andere praktische noodzakelijkheden in het leven. Oftewel:
al het gedrag dat we vertonen dat niet bedoeld is om te overleven, denk aan eten, slapen, geld
verdienen.
H2 een korte geschiedenis van de vrije tijd
Het duurde tot in de twintigste eeuw voordat de gewone burger in de westerse samenleving een
besef van vrije tijd kreeg. Sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw is het aantal uren dat de
gemiddelde Nederlander vrij is van verplichtingen licht gedaald
2.1 vrije tijd: onbekend en elitair tot circa 1850
In de late middeleeuwen was de samenleving verdeeld in een aantal standen: maatschappelijke
groepen met alle hun eigen rechten en plichten. In deze standenmaatschappij werd onderscheid
gemaakt tussen de geestelijkheid, de adel en de groep burgers en boeren. De dag besteding van de
massa was ingericht op overleven: hard werken.
, 2.2 de ‘ontdekking’ van de vrije tijd door de massa, circa 1850 tot 1920
In de achttiende tot negentiende eeuw veranderde er veel in west Europa. In Engeland begon in het
midden van de achttiende eeuw de industriële revolutie. het zorgde er voor dat arbeid verrichten
mogelijk werd zonder dat daar mensen of paarden krijg voor nodig was. Arbeiders en boeren
trokken massaal naar de nieuwe fabrieken in de steden om daar werk te vinden. De
standenmaatschappij ontwikkelde zich tot een klassenmaatschappij waarin de hiërarchische
verschillen werden kleiner.
Men was niet langer meer een lijfeigene die 24 uur per dag ten dienste stond voor de landheer. De
fabrieksarbeider had een vast aantal werkuren per dag. Naast deze werkuren was de ‘vrije tijd’
geboren. Deze vrije tijd werd in eerste instantie gebruikt voor: lichamelijk herstellen van de arbeid
( recuperatie en recreatie)
Fabriekseigenaren onderdrukten hun werknemers met slechte werkomstandigheden, lange
werkdagen en lage lonen. Dit wordt ook wel gezien als het begin van het kapitalisme: degene in een
maatschappij die de productiemiddelen bezitten, hebben de meeste macht.
2.3 van volksopvoeding naar een leisure industrie, circa 1920 tot 1990
Aan het eind van de negentiende eeuw en begin van de twintigste eeuw begonnen arbeiders zich
niet alleen met collega’s te verenigen in arbeidsbewegingen, maar ook in hun vrije tijd op het gebied
van sport en cultuur
Nederland werd een verzuilde samenleving. Die grofweg te verdelen was in vier groepen:
katholieken, protestanten, socialisten en liberalen. In 1919 werd de arbeidswet aangenomen. Deze
wet bepaalde dat een regulieren werkdag maximaal 8 uur mocht duren. Naast de noodzakelijke rust,
moet de vrijgekomen tijd worden gebruikt voor volgsopvoeding en gezonde ontspanning.
In feite kan 1960 gezien worden als het jaar waarin de vrijetijdsindustrie echt van de grond kwam.
- Vrije zaterdag
- De lonen stegen, mensen hadden meer te besteden
- Opkomst personen auto zorgde voor buitenhuize vrije tijd
- Introductie van de televisie
In de jaren zestig hield de overheid zich vooral bezig met het opbouwen en in stand houden van een
verzorgingsstaat en nauwelijks met het opvoeden van het volk.
Alle genoemde ontwikkelingen sinds de invoering van de vrije zaterdag in 1960 hebben geleid tot de
opkomst van de vrijetijdsindustrie. Het is een industrie met aan de vraagzijde de consument met een
relatief grote mate van keuzevrijheid en veel geld. Anderzijds kan de consument via televisie en
internet de hele wereld in huis halen. Aan de aanbodzijde zien we een sterk gegroeid aantal
bedrijven dat de afgelopen decennia slim heeft weten in te spelen op de wensen van de consument.
2.4 van vrijheidsutopie naar the labour of leisure, vanaf circa 1990
In eerste instantie, op het moment dat arbeiders zich gingen verenigen en begonnen te strijden voor
hun rechten, werd vrije tijd als een utopie gezien. Vanaf de jaren tachtig is er steeds meer afstand
genomen van de objectieve, residuele benadering van het begrip ‘vrije tijd’. Vaak wordt vrije tijd
gezien als de manier waarop het individu invulling geeft aan zijn leven. Leisure is een gedrag, een
activiteit of een state of mind, en kan niet gezien worden als het tegenovergestelde van werk.
Vrijetijd heeft arbeid niet vervangen, maar is wel een centrale positie in gaan nemen in ons dagelijks
leven: als vormgever van onze identiteit en leefstijl, als manier om te laten zien wie je bent, wat je
belangrijk vind, waar je energie uit haalt en wat volgens jou het goede leven is.