Mastering modern psychological testing
Hoofdstuk 1. Introduction to psychological assessment: why do we do it and what it is.
Tabel 1.1, pag. 8
De taal van assessment
- Test: een procedure waarin een voorbeeld van iemands gedrag wordt verkregen,
geëvalueerd en gescoord gebruikmakend van gestandaardiseerde procedures.
- Standardized test: een test die op een standaard manier wordt uitgevoerd, gescoord en
geïnterpreteerd.
- Measurement: een set van regels voor het toewijzen van nummers om objecten,
eigenschappen, attributen en gedragingen weer te geven.
- Assessment: elke systematische procedure van informatieverzameling, dat gebruikt kan
worden om conclusies te trekken over de karakteristieken van mensen of objecten.
Testen, interviews, observaties etc.
Veel breder omvattend dan testen.
- Betrouwbaarheid: de stabiliteit en consistentie/samenhang van testscores.
Vrij van meetfouten.
Typen testen
- Maximum performance test: beoordelen van de bovengrenzen van de kennis en
vaardigheden van de examinee.
Worden aangemoedigd om hun beste beentje voor te zetten.
Achievement test: meet de kennis en vaardigheden waarbij instructie wordt gegeven.
Wat is geleerd/bereikt op een bepaald punt.
Aptitude test: meet cognitieve capaciteiten en vaardigheden die zich opstapelen als
resultaat van overall life experience.
Voorspellen van toekomstige prestaties.
Weerspiegelen het potentieel van een individu in werk- of academische
prestaties.
Objective test: de afwezigheid van persoonlijke biases.
Subjective test: testen die afhangen van persoonlijk oordeel van degene die de test
beoordeelt.
Speed test: prestaties weerspiegelen alleen het verschil in de snelheid van prestaties.
Bevat simpele taken en heeft een strikte tijdslimiet, die ervoor zorgt dat je
niet alle items succesvol afrond.
Power test: prestaties weerspiegelen de moeilijkheid van de items die de examinee
correct kan beantwoorden.
Genoeg tijd, maar sommige items zijn zo moeilijk dat je ze niet allemaal kunt
beantwoorden.
- Typical response test: het meten van de typische gedragingen en karakteristieken van de
examinee.
Persoonlijkheid, gedrag, attitudes, interesses.
Objective personality test: gebruikt items die niet van invloed zijn van subjectief
oordeel van degene die de test scoort.
Gebruik van selected-response items (wel/niet, waar/niet waar etc.).
, Projective personality test: omvat de presentatie van ongestructureerd materiaal dat
een bijna oneindige reeks reacties uitlokt.
Test waarbij de testnemer kijkt naar een inktvlek en omschrijft wat hij ziet.
Minimale instructies.
- Tabel 1.2, pag. 15
Manieren van scoren
- Norm-referenced score: interpretatie vergelijken een individuele score met de score van de
hele groep/peers
- Criterion-referenced score: interpretaties vergelijken een individuele score met een specifiek
niveau van de prestaties.
Het gaat erom wat ze kunnen, niet om de vergelijking te maken met andere peers.
- Tabel 1.3, pag. 16
Hoe kunnen formele testen helpen bij een betere beslissing
- Faking good: minimaliseren van de moeilijkheden en socialer/beter verschijnen dan waar is.
- Faking bad: overdrijven van hun symptomen (in de hoop op financiële steun).
Belangrijke toepassingen van assessment
- De reden dat wij testen is de overtuiging dat ze informatie verschaffen over de belangrijkheid
van psychologische constructen, die kunnen helpen bij het maken van betere beslissingen.
- Diagnosticeren is niet alleen het toekennen van een categorie, maar ook het verklaren van
de oorsprong van het probleem en het gidsen van een behandelplan.
- Tabel 1.5, pag. 26
, Hoofdstuk 11. Behavioral assessment.
Behavioral assessment
- Benadrukt wat een persoon doet.
- De meeste methoden van persoonlijke assessment benadrukken wat een persoon had.
- Typical responding en personality scales.
- Is vaker objectief dan persoonlijke assessment.
Response set
- Ook wel response biases.
- Testantwoorden die de ware kenmerken van een persoon verkeer weergeven.
- Dissimulation: iemand doet zich anders voor dan hij of zij werkelijk is of zich gedraagt.
Behavioral interview
- Focust op het verleden en consequenties van zorgwekkend gedrag en de poging tot
verandering die gemaakt zijn.
- Kijkt naar de relevante reinforcement history.
Hoe is het tot stand gekomen en hoe wordt het in stand gehouden?
Waarom reageert het niet op pogingen tot verandering?
Behavior rating scales
- Een deskundige informant vragen om een persoon te beoordelen op een aantal dimensies.
- Bij kinderen en adolescenten vaak de leraren of ouders.
- Wordt meestal gebruik bij kinderen en adolescenten, maar er is een groeiende interesse voor
gebruik bij volwassenen.
- Impressionistisch: gebaseerd op de indrukken van de persoon die de schaal voltooit.
- Geeft scores, voorspelt diagnoses accuraat, voorspelt toekomstig gedrag en leerproblemen,
helpt het zien van veranderingen in gedrag en kan voorspellen welke type interventies het
meeste effect zullen hebben.
BASC-2
- Interpretatie volgt een top-down benadering, waarbij de clinicus op het meest globale niveau
begint en doorgaat naar meer specifieke niveaus.
CBCL
- Child Behavior Checklist.
- Zelfrapportage schaal en observatiesysteem.
- Eén voor kinderen van 2-3 jaar, en één voor kinderen van 4-18 jaar.
- Twee secties
Verzamelen van informatie over de activiteiten en competenties in een
ontspannende omgeving, sociaal functionerende omgeving en schoolomgeving.
Beoordelen van probleemgedrag en bevat items die probleemgedrag beschrijven.
- Omnibus rating scales: meet een wijde schaal van symptomen en gedragingen die
geassocieerd zijn met verschillende emotionele en gedragsstoornissen.