Diagnostiek en assessment in opvoeding, onderwijs en hulpverlening
Inhoudsopgave
COLLEGE 1: ASSESSMENTPROCES........................................................................................................... 2
ASSESSMENTPROCES: DE SASIB....................................................................................................................2
FASE 1: HULPVRAAG....................................................................................................................................2
FASE 2: TYPE TEST......................................................................................................................................2
FASE 3: TEST AFNEMEN................................................................................................................................4
FASE 4: SCOREN = MEASUREMENT.................................................................................................................4
FASE 5: INTERPRETEREN...............................................................................................................................4
FASE 6: BESLUITVORMING = APPLICATION.......................................................................................................4
COLLEGE 2: ASSESSMENT IN ONTWIKKELING......................................................................................... 5
COLLEGE 3: BETROUWBAARHEID........................................................................................................... 8
COLLEGE 4: VALIDITEIT......................................................................................................................... 11
COLLEGE 5: INTERPRETATIE & BESLUITVORMING................................................................................ 15
COLLEGE 6: ASSESSMENT & BESLUITVORMING IN HET ONDERWIJS.................................................... 18
COLLEGE 7: AUDIO-COLLEGE................................................................................................................ 23
VRAGENSESSIE 1................................................................................................................................... 26
Toetsing
1. Schrijfopdracht (groepsopdracht)
2. Tentamen meerkeuze
Leerdoelen
1. Uitleggen hoe assessmentontwikkeling verloopt en wat het assessmentproces
inhoudt met begrip van ethische aspecten en speciale voorzieningen;
2. Begrijpen wat testscores betekenen en hoe deze te interpreteren om adequate
besluitvorming te laten plaatsvinden;
3. Uitleggen wat betrouwbaarheid en validiteit van testscores zijn en hoe deze kunnen
samenhangen en verschillen;
4. Begrijpen hoe de kwaliteit van individuele items te analyseren is;
5. De kwaliteit van verschillende testen beoordelen voor het meten van diverse
populaties.
Literatuur
Mastering Modern psychological testing: theory & methods (Reynolds & Livingston, 2012)
custom edition- leiden bij Emile
1
,College 1: assessmentproces
Assessmentproces: De SASIB
1. Definiëren de hulpvraag
2. Selecteren type test
3. Afnemen test
4. Scoren measurement
5. Interpreteren assessment
6. Besluitvorming application
Fase 1: Hulpvraag
Gericht op gedrag, sociaal-emotionele ontwikkeling of cognitieve ontwikkeling
Fase 2: Type test
- Maximum performance test
- Typical response test
- Zelfrapportage lijsten omnibus of domein specifiek
- Interview
- Direct observatie
Maximum performance test
Kennis en vaardigheidsniveau in kaart brengen.
- Achievement tests = niveau na instructie meten
- Aptitude tests = niveau als gevolg van levenservaring
Speed hoe veel items correct binnen een bepaalde tijd: bijvoorbeeld hoe veel woorden
kunnen lezen in 1 minuut.
Power oplopende moeilijkheidsgraad: standaardaantal oefeningen, hoe veel correct?
Objectief vs. Subjectief
Objectief scoren van MC (goed of fout)
Subjectief open vragen (gevoeliger voor interpretatie van de afnemer)
Typical response test
In kaart brengen van gedrag en persoonskenmerken. Let erop wat alle symptomen zijn van
wat je wil meten en of ze allemaal (evenveel) terugkomen in de test.
Objectieve persoonlijkheidstest: vaststaande antwoordmogelijkheden: klopt wel of niet
Subjectieve persoonlijkheidstest: open vragen, er is geen goed of fout.
Zelfrapportage vragenlijsten
Omnibus: brede range aan symptomen/gedragingen meten en meerdere domeinen testen.
Domein-specifiek: gericht op één domein, bijvoorbeeld sociaal emotionele ontwikkeling.
CBCL= typical respons & omnibus
2
, Interviews
Verschillende soorten interviews en gericht op verschillende mensen, zoals ouders, school of
kind zelf.
Concreet observeerbaar gedrag laten beschrijven: frequentie, ernst, consequenties en co-
morbiditeit.
Directe observaties
Setting: naturalistisch (thuis, op school etc.) of gecontroleerd (laboratorium, tijdens consult
met pedagoog etc.)
Doel: zicht krijgen op (probleem)gedrag.
- Kwalitatief (beschrijvend) of kwantitatief (turven)
- In context plaatsen van gedrag: wat ging er vooraf? Wat was het gevolg?
Typen observaties: kwantitatief
1. Time sampling
Aanwezigheid van het gedefinieerde gedrag vinken. Eerst een interval kiezen, bijvoorbeeld
10 seconden.
- Geheel interval gedrag is continu aanwezig voor het gehele interval.
- Gedeeltelijk interval gedrag komt één keer voor tijdens het interval.
- 1 moment als het piepje gaat dan kijk je naar het kind en komt het gedrag op dat
moment voor, dan een vinkje.
2. Time sampling
Frequentie turven van het gedefinieerde gedrag.
Waar let je op bij het selecteren van testen?
- De koppeling met de hulpvraag;
- Let op kwaliteit: betrouwbaarheid en validiteit;
- Ethische verantwoording ben je wel gekwalificeerd om de test af te nemen?
- Ethische verantwoording wat zijn de consequenties van het wel of niet testen?
- Houd rekening met de 10 basisassumpties
10 basisassumpties
Bij het selecteren zijn er 10 basisassumpties bij testen
Psychologische- en onderwijsconstructen….
1. Bestaan;
2. Zijn meetbaar;
3. Kunnen nooit perfect gemeten worden;
4. Kunnen op verschillende manieren gemeten worden
5. Alle vormen van assessment hebben hun sterkte en zwakke kanten;
6. Gebruik meerdere bronnen van informatie (indien mogelijk);
7. Prestaties op testen kunnen gegeneraliseerd worden naar niet-getest gedrag;
8. Informatie uit assessment kan professionals helpen om betere beslissingen te maken;
9. Assessments kunnen op een eerlijke manier worden uitgevoerd;
10. De maatschappij en individuen hebben er over het algemeen voordeel van.
3
, Welke basisaannames zijn relevant voor welk onderwerp? (Validiteit,
betrouwbaarheid etc.)
Voorbeeld aanname bij assessment-ontwikkeling onenigheid over het bestaan van
construct & noodzaak voor ontwikkeling nieuwe test
Fase 3: Test afnemen
Definitie testen manier om een representatieve steekproef van gedrag te krijgen van een
individu & systematische manier om informatie te verzamelen.
Multi-modal: gebruik van meerdere informatiebronnen, ouders, docenten, hulpverlener,
kind zelf.
Ethisch handelen testen afnemen:
- Ben je gekwalificeerd?
- Is er informed consent van zowel ouders al kind?
- Volg je de testprocedure? Gestandaardiseerde afname & toepassen van speciale
voorzieningen zoals beschreven. Een test is betrouwbaar en valide bevonden, dat telt
alleen als je de procedure volgt zoals bedoelt!
Fase 4: Scoren = measurement
Definitie set van regels om getallen (score) toe te kennen aan de gedragingen en/of
prestaties van een individu. Nog geen interpretatie!
Ethisch verantwoord scoren:
- Accuraat, waar mogelijk laten checken
- Eerlijk en objectief: geen eigen interpretaties of invullingen.
- Vertrouwelijk.
Fase 5: Interpreteren
(Norm reference interpreatie & criterion referenced interpretatie)
Ethisch verantwoord interpreteren:
- Is de testafname goed verlopen? Observaties & bijzonderheden moeten worden
opgeschreven en meegenomen (zoals als het kind moe is of afgeleid door iets).
- Is het mogelijk om de hulpvraag te beantwoorden met de scores op de instrumenten
of heb je meer informatie nodig? Wat kun je wel/niet zeggen met deze test score?
- Weeg beperkingen van de test en de testafname mee in de conclusies.
Fase 6: Besluitvorming = application
Diagnose, plannen behandeling, bepalen effectiviteit, selectie, plaatsing, classificatie,
summatief vs. Formatief, programma evaluatie.
Summatief= aan het eind, cijfer.
Formatief= tussentijds evalueren, feedback tussendoor & weer toetsen: gaat meer om het
leerproces volgen.
4